Verordening marktgelden Delft 2015
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Ge­meente­wet;
gezien het advies van de commissie Economie, Financiën en Bestuur;
b e s l u i t
vast te stellen:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden op de markt voor kleine handelswaren 2015
(Verordening marktgelden Delft 2015).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • 1.
    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221);
  • 2.
    Algemene termijnenwet: de Algemene termijnenwet (Stb. 1964, 314);
  • 3.
    kwartaal: een kalenderkwartaal;
  • 4.
    marktdag: dag waarop krachtens besluit van de gemeente­raad op de daar­toe aangewezen plaats en tijd markt wordt gehouden;
den;
  • 5.
    standplaats: de op en voor de duur van de warenmarkt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "marktgelden" worden rechten geheven ter zake van het innemen van een stand­plaats op de daar­toe aangewe­zen markt­terreinen en op de daarvoor vastge­stelde marktdagen als bedoeld in artikel 5 van de Warenmarktverordening.
Artikel 3 Belastingplicht
De marktgelden worden geheven van degene aan die door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats.
Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing
1. De marktgelden worden geheven naar de grondslag en maatstaven opgeno­men in de bij deze verorde­ning behorende tarieventabel.
2. Voor de bereke­ning van de marktgelden wordt een gedeelte van een in de tarie­ven­tabel ge­noemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing
1. De marktgelden worden geheven naar de tarieven, opge­nomen in de bij deze verorde­ning behorende tarieventabel.
2. Op (schriftelijk) verzoek wordt aan de belastingplichtige teruggaaf van betaalde marktgelden verleend, indien de hou­der van een vaste stand­plaats:
a. is overleden;
b. vrijwillig afstand doet van de standplaats we­gens ziekte, on­geval of vertrek naar het bui­tenland;
c. aantoont dat wegens ziekte of ongeval geen ge­bruik kan wor­den ge­maakt van de standplaats en dat deze verhinde­ring tijdelijk van aard is, tenzij de stand­plaats inge­volge een door het college van burgemeester en wet­hou­ders op grond van de Warenmarktveror­de­ning ver­leende toe­stem­ming door een aange­wezen plaats­ver­van­ger wordt ingeno­men.
3. Teruggaaf geschiedt over zo­veel volle marktdagen van de periode als nog niet aange­vangen zijn, ten tijde van het ontstaan van boven­ge­noemde teruggaafgronden.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, of kwartaal, naar gelang de duur van het belastbare feit.
Artikel 7 Wijze van heffing
De marktgelden worden geheven bij wege van aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een factuur, stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De marktgelden zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9 Tijdstip van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de marktgelden worden betaald ingeval de schriftelijke kennis­geving wordt uitgereikt: op het moment van het uitrei­ken van de gedagtekende schriftelijke kennis­geving.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de marktgelden worden betaald ingeval de aanslag of schrif­te­lijke kennis­geving wordt toegezonden binnen een maand na de dagteke­ning van de aanslag of schriftelijke kennisge­ving.
3.  De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Niet opleggen van aanslagen
  • 1.
    Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.
  • 2.
    Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.
Artikel 11 Nadere regels door het college van B&W
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden Delft 2015"
Artikel 13  
1. De Verordening marktgelden Delft 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastba­re feiten die zich voor die datum hebben voorge­daan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
mr. drs. G.A.A. Verkerk burgemeester.
A.P. Oostdijk wnd.griffier.
 
Tarieventabel Marktgelden Delft 2015
 
 
Hoofdstuk 1
Algemeen tarief
 
 
 
 
1
Het tarief bedraagt ter zake van elke vierkante meter standplaats op
 
 
1.1
de dinsdagmarkt, op het parkeerterrein aan de Martinus Nijhofflaan,
 
 
1.1.1
per marktdag
1,55
1.1.2
per kwartaal
13,60
1.2
 
de donderdagmarkt, op de Markt en de Brabantse Turfmarkt,
 
 
1.2.1
per marktdag
1,75
1.2.2
per kwartaal
15,60
1.3
de zaterdagmarkt, op de Brabantse Turfmarkt en de Burgwal,
 
 
1.3.1
per marktdag
2,40
1.3.2
per kwartaal
16,45
1.4
Het tarief, als bedoeld in dit hoofdstuk, voor een standwerkersplaats, wordt berekend op basis van 9 vierkante meter standplaats.
 
 
 
Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 18 december 2014 tot vaststelling van de Verordening marktgelden Delft 2015.
 
Toelichting
op de Verordening marktgelden Delft 2015.
 
Tarieventabel
De tarieven zijn geïndexeerd met het CPI inflatiecorrectiecijfer van 1,5%.
 
 
 
Naar boven