Besluit tot eerste wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2015
 
 
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel,
gelet op artikel 9.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2015;
 
besluit vast te stellen:
Besluit tot eerste wijziging van de nadere regels
Artikel I
Het bepaalde in artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd
Artikel 4.5 Pgb voor begeleiding
1.Begeleiding in de vorm van een pgb wordt als volgt uitgedrukt:
begeleiding individueeel in geindiceerde tijd per week en begeleiding groep in geindiceerde aantal dagdelen per week.
  • 3.
    De hoogte van het pgb-tarief in geval van begeleiding door een professionele dienstverlener zoals genoemd in het tweede lid onder a wordt afgeleid van het tarief zorg in natura ingevolge de deelovereenkomst Maatwerkvoorziening Begeleiding gesloten tussen de gemeente en aanbieders dat zou hebben te gelden tussen de gemeente en een aanbieder in geval van verstrekking in de vorm van zorg in natura aan een nieuwe cliënt. De volgende rekenregel geldt:
    • a.
      het pgb-uurtarief voor begeleiding individueel is het tarief zorg in natura op maandbasis gedeeld door het rekenkundig gemiddeld aantal uren van de op de cliënt van toepassing zijnde categorie vermenigvuldigd met 12 en gedeeld door 52.
    • b.
      het pgb-dagdeeltarief voor begeleiding groep is het tarief zorg in natura op maandbasis gedeeld door het rekenkundig gemiddeld aantal dagdelen van de op de cliënt van toepassing zijnde categorie vermenigvuldigd met 12 en gedeeld door 52. Hierbij geldt als rekenkundig gemiddeld aantal dagdelen:
      • -
        0 tot 16 uur: rekenkundig gemiddelde van 2 dagdelen;
      • -
        16 tot 24 uur: rekenkundig gemiddelde van 5 dagdelen; en
      • -
        24 tot en met 36 uur: rekenkundig gemiddelde van 7,5 dagdelen.
Artikel II
Het Besluit tot wijziging treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015.
 
 
Aldus vastgesteld op 17 maart 2015
 
het college van burgemeester en wethouders,
 
de secretaris,
A.A.T.G. Jansen MBA
de burgemeester,
drs. J. van Zomeren
 
 
Wijziging toelichting
 
Artikel 4.5 Pgb voor begeleiding
Ingevolge het eerste lid wordt de omvang van het pgb uitgedrukt in de benodigde tijd per cliënt. Dit is anders dan bij begeleiding in de vorm van zin waarbij de aanbieder van de gemeente een vastgestelde prijs krijgt per geïndiceerde categorie ongeacht het werkelijk aantal uren dat de aanbieder verleent aan de cliënt.
Voor wat betreft de tariefstelling heeft vervolgens, ingevolge het tweede lid, te gelden dat er een differentiatie wordt gemaakt: een tariefstelling voor de professionele dienstverlener en een tariefstelling voor particuliere inzet (waaronder mede begrepen het sociaal netwerk). De toets of sprake is van een professionele dienstverlener is neergelegd onder lid 2 onder a. De beschrijving is afgeleid van de Basisovereenkomst Sociaal Domein Wet maatschappelijke ondersteuning (definitie van dienstververlener) waarbij voor wat betreft de zelfstandige zonder personeel (eenmanszaak of BV) aanvullend is gesteld dat men als zelfstandige staat ingeschreven bij de KvK en ook als zelfstandig ondernemer wordt erkend door de fiscus (VAR wuo (winst uit onderneming) of dga (directeur / groot aandeelhouder)).
Voor wat betreft de hoogte van de tariefstelling voor de professionele dienstverlener wordt ingevolge het derde lid aansluiting gezocht bij het contract zin. Dat wil zeggen: het pgb-tarief is daarvan rechtstreeks afgeleid. Omdat bij de tariefstelling zin (bijlage 3 van de deelovereenkomst) wordt gewerkt met een bandbreedte van uren per categorie, is in dit lid een rekenregel neergelegd die het mogelijk maakt om de pgb-tarieven per uur of dagdeel te kunnen bepalen.
Twee voorbeelden (gebaseerd op prijsniveau 1 januari 2015):
1) Zin-tarief voor begeleiding individueel bedraagt Euro 247,75 per maand bij zorginzet van 1 tot 2 uur per week. Tarief pgb bedraagt dan Euro 38,12 per uur (€ 247,75: 1 ½ x 12 : 52);
2) Zin-tarief voor begeleiding groep bedraagt Euro 511,39 per maand bij zorginzet tot 16 uur per week. Het tarief pgb per dagdeel bedraagt dan Euro 59,01 (€ 511,39: 2 x 12 : 52).
Voor wat betreft particuliere inzet heeft een ander tarief te gelden. Zie daarvoor het vierde lid: aansluiting wordt gezocht bij de Wet minimumloon (125% uurloon Wml). Het tarief voor individuele begeleiding (geindiceerd in uren) en groepsbegeleiding (geindiceerd in dagdelen) is gelijk. Dat wil zeggen: de hoogte van het pgb voor een uur individuele begeleiding is gelijk aan de hoogte van het pgb voor een dagdeel groepsbegeleiding. Dit is gelijk aan de systematiek van de AWBZ. Voor wat betreft de aansluiting bij het Wml (125% Wml) dient te worden gesteld dat 125% Wml voor particuliere inzet als een redelijk en reëel tarief kan worden gezien.
In geval van een pgb voor begeleiding groep (dagbesteding), dient de gemeente zich expliciet te vergewissen van de mogelijkheid van client tot vervoer van en naar de dagbesteding. Anders dan, in geval van zorg in natura, ligt het vervoer van en naar de dagbesteding primair bij de burger. Dit betekent dat de gemeente op de eerste plaats beoordeelt of de client eigenstandig het vervoer kan regelen (zelf dan wel met behulp van inzet sociaal netwerk). Indien die mogelijkheid er niet is, wordt beoordeeld of client reeds beschikt over een vervoersvoorziening ingevolge de Wmo die passend en toereikend kan worden geacht voor vervoer van en naar de dagbesteding (cvv, scootmobiel, financiële tegemoetkoming …). Als beide mogelijkheden er niet zijn (eigen kracht / reeds aanwezige Wmo-vervoersvoorziening), wordt aan de burger, naast het pgb, een vervoersvoorziening verstrekt (waarbij het primaat cvv heeft te gelden).
De toets of client beschikt over vervoer wordt, zoals gesteld, gemaakt bij een pgb voor begeleiding groep. Deze toets vindt ook plaats indien een pgb wordt verstrekt voor kortdurend verblijf (artikel 4.6).
Tot slot: het pgb-bedrag kan nooit hoger kan zijn dan het bedrag dat het college aan de aanbieder zorg in natura zou hebben betaald in geval van zorg in natura. Deze hoofdregel ligt vast in artikel 5.1, tweede lid, van de verordening.
Naar boven