Treasurystatuut 2014
 
Treasurystatuut 2014
De raad van de gemeente Bladel;
gelezen het voorstel R2014.105 van burgemeester en wethouders van 9 september 2014;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido), de Wet Verplicht schatkistbankieren, de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en de Financiële verordening gemeente Bladel;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
 
Treasurystatuut 2014
Hoofdstuk 1 Bepalingen
 
1.Uitgangspunten
Het college voert de treasuryfunctie uit binnen de kaders van de Wet Fido en draagt daarbij zorg voor:
  • a.
    Het tijdig aantrekken van voldoende financiële middelen om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren (beschikbaarheid);
  • b.
    Het beheersen van de risico’s verbonden aan de treasuryfunctie (risicominimalisatie);
  • c.
    Het zo veel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen en het bereiken van voldoende rendement op overtollige middelen (rente-optimalisatie);
  • d.
    Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities (kostenminimalisatie).
     
     
  • 2.
    Opnemen van leningen
  • a.
    Voor het aantrekken van leningen voor langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;
  • b.
    Op basis van het gestelde bij artikel 5 punt 2 kan de gemeente ook liquide middelen lenen bij andere openbare lichamen;
  • c.
    Rente-instrumenten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’s.
     
  • 3.
    Interne financieringsmiddelen
De gemeentelijke reserves en voorzieningen worden gebruikt als intern financieringsmiddel.
 
 
 
  • 4.
    Verstrekken van leningen en garanties
  • a.
    Het verstrekken van leningen en garanties wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak;
  • b.
    Het verstrekken van leningen en garanties kan slechts geschieden nadat de gemeenteraad hierover is gehoord;
  • c.
    Aan het verstrekken van leningen en garanties worden nadere voorwaarden verbonden;
  • d.
    Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van de verstrekte lening en garantie.
  •  
 
  • 5.
    Uitzettingen van (overtollige) middelen
Uitzettingen worden gedaan conform de Wet Verplicht schatkistbankieren en de regeling schatkistbankieren decentrale overheden, waarbij de volgende uitgangspunten van toepassing zijn:
  • 1.
    Gelden kunnen bij de schatkist worden aangehouden op een rekening-courant of in een deposito.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid kunnen ook liquide middelen in de vorm van leningen uitgezet worden bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat openbare lichamen geen leningen kunnen verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast.
     
  • 6.
    Informatievoorziening
Zowel in de begroting als in de jaarstukken informeert het college de raad op het gebied van treasury (in de zogenaamde financieringsparagraaf), of zoveel vaker als nodig is uit hoofde van de actieve informatieplicht van het college aan de raad.
 
 
7. Uitvoeringsregels
Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde in dit statuut en legt deze vast in een uitvoeringsbesluit treasury.
 
 
Hoofdstuk 2 Slotbepalingen
  • 8.
    Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2014.
  • 2.
    Deze verordening treedt in de plaats van het “Treasurystatuut 2011”, vastgesteld in de raadsvergadering van 22 september 2011.
     
  • 9.
    Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als het “Treasurystatuut 2014”.
 
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 6 november 2014.
 
 
De raad voornoemd,
 
de griffier,
L.A.J. Dirks
 
 
de voorzitter,
A.H.J.M. Swachten
Naar boven