Wijziging van Legesverordening 2015
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 januari 2015 met nummer 51342;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet
 
besluit
vast te stellen een wijziging van de Legesverordening 2015 (1e wijziging)
 
Artikel 1
 
A. Hoofdstuk 2 en 3 van titel 1 Algemene dienstverlening van de bij de Legesverordening 2015 behorende tarieventabel worden vervangen door: “wijzigingen in Legesverordening 2015).
 
B. Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning van de bij de
Legesverordening 2015 behorende tarieventabel wordt vervangen door: “wijzigingen Legesverordening 2015)
 
Artikel 2
De bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 3, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
  
Artikel 3 
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van de bekendmaking.
2. De dag van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
 
Artikel 4 Citeertitel 
1. Deze verordening wordt aangehaald als “1e wijzigingsverordening op de Legesverordening 2015”.
 
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2.Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
1.2.1 van een nationaal paspoort:
1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 67,10 (was € 66,96)
1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt € 51,20 (was 51,05)
1.2.2 van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal
paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 67,10 (was € 66,96)
1.2.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt € 51,20 (was € 51,05)
1.2.3 van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende
de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 67,10 (was € 66,96)
1.2..3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt € 51,20 (was € 51,05)
1.2.4 van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 51,20 (was € 51,05)
1.2.5 van een Nederlandse identiteitskaart:
1.2.5.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 53,05 (was € 52,95)
1.2.5.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt € 28,45 (was € 28,36)
1.2.6 voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde
documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van € 47,30 (was € 47,04)
 
 
 
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
 
1.3.1
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs. € 38,80 (was € 38,48)
 
1.3.1.1
Het tarief als genoemd in het onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd
met een bedrag van € 34,10 (was € 47,04)
 
1.3.2
Het tarief bedraagt ter zake van het uitreiken van een formulier voor eigen verklaring
betreffende de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoer-
tuigen € 3,05
 
1.3.3
wanneer het aanvragen van een rijbewijs op verzoek gepaard gaat met een huisbezoek
is boven de eerder vermelde tarieven een extra bedrag verschuldigd van € 69,50
 
Wijzigingen in Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
 
2.1.1.1
aanlegkosten:
 
 
de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, inclusief de omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
2.1.1.2
bouwkosten:
 
 
de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
2.1.1.3
sloopkosten:
 
 
de aannemingssom inclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, inclusief de omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
2.1.1.4
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
 
2.1.2
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
 
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
 
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
2.2.1
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
€ 56,15
2.2.2
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
n.v.t.
 
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
 
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
 
2.3.1
Bouwactiviteiten
 
2.3.1.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
2.3.1.1.1
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen:
met een minimum van € 56,15
2,270%
2.3.1.1.2
Voor het meerdere tot € 10.000.000:
1,956%
 
 
 
2.3.1.1.3
2.3.1.1.4
Voor het meerdere vanaf € 10.000.000:
1,250%
 
Van het in 2.3.1.1 genoemde tarief wordt
30%
 
Toegerekend aan diensten die verband houden met het bestemmingsplan
 
 
 
 
 
 
 
2.3.1.2
Toets aan redelijke eisen van welstand
 
2.3.1.2.1
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1 bedraagt het tarief, wegens het
 
 
beoordelen van een plan uit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en
 
 
cultuurhistorie:
 
 
1,9 ‰ met een minimum van € 47,00 in geval van geraamde bouwkosten
 
 
€ 1,= tot € 500.000,=
 
 
plus over het gedeelte van de bouwkosten
 
 
vanaf € 500.001,= tot € 1.000.000,= 1,2 ‰
 
 
plus over het gedeelte van de bouwkosten
 
 
vanaf € 1.000.001,= tot € 2.500.000,= 0,8 ‰
 
 
plus over het gedeelte van de bouwkosten
 
 
vanaf € 2.500.001,= tot € 5.000.000,= 0,5 ‰
 
 
plus over het gedeelte van de bouwkosten
 
 
vanaf € 5.000.001,= en meer 0,25 ‰
 
2.3.1.2.2
voor woningbouw van gelijke woningen welke in één complex worden uitgevoerd:
 
 
complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen tarief volgens 2.3.1.2.1;
 
 
complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
5 woningen;
 
 
complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
6 woningen;
 
 
complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
8 woningen;
 
 
complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
10 woningen;
 
 
complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
12 woningen;
 
 
complexen van 51 tot en met 60 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van
 
 
14 woningen; Enzovoort
 
2.3.1.2.3
Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt
 
 
dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok.
 
2.3.1.2.4
voor reclame-objecten per adviesaanvraag.
€ 47,00
 
 
 
2.3.1.2.5
integrale advisering
 
 
welstand + 1 extra discipline 1,8 x regulier tarief
 
 
welstand + meerdere extra disciplines 2,2 x regulier tarief
 
2.3.1.2.6
illegale bouwwerken 1,5 x regulier tarief
 
2.3.1.2.7
formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg
 
 
(bedrag wordt verrekend bij de definitieve aanvraag)
€ 100,00
2.3.1.2.8
overige adviezen afhankelijk van de soort advisering
 
 
€ 84,00 of € 104,00 per uur
 
 
De onder 2.3.1.2 bedoelde legeskosten worden steeds naar boven afgerond tot op hele
 
 
euro's en zijn excl. BTW
 
 
 
 
 
Verplicht advies agrarische commissie
 
2.3.1.3
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
€ 520,00
 
 
 
 
Achteraf ingediende aanvraag
 
2.3.1.4
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
 
 
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
 110%
 
 
 
 
Beoordeling aanvullende gegevens
 
2.3.1.5
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
n.v.t.
 
 
 
 
Aanlegactiviteiten
 
2.3.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
2.3.2.1
Als de aanlegkosten niet meer dan € 10.000,00 bedragen:
€ 120,35
2.3.2.2
Voor het meerdere tot € 50.000,00 bedragen:
1%
2.3.2.3
Voor het meerdere tot € 500.000,00:
0,80%
2.3.2.4
Voor het meerdere tot € 1000.000,00:
0,60%
2.3.2.5
Voor het meerdere:
0,40%
 
 
 
 
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
 
 2.3.3
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
 
2.3.3.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
€ 300,00
 
 
 
2.3.3.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
€ 300,00
 
 
 
2.3.3.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
€ 5.250,00
2.3.3.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
€ 1.700,00
 
 
 
2.3.3.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
n.v.t.
2.3.3.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) de door de provincie in rekening gebrachte leges:
 
2.3.3.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) de door onze minister in rekening gebrachte leges:
 
2.3.3.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
n.v.t.
 
 
 
 
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
 
 2.3.4
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
2.3.4.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
€ 416,15
2.3.4.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
€ 416,15
2.3.4.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
€ 3.121,00
2.3.4.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
€ 416,15
2.3.4.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
n.v.t.
2.3.4.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) de door de provincie in rekening gebrachte leges:
 
2.3.4.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) de door onze minister in rekening gebrachte leges:
 
2.3.4.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
n.v.t.
 
 
 
2.3.5
vervallen
 
2.3.5.1
vervallen
 
 
 
 
2.3.6
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
 
2.3.6.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening, die Monumentenwet 1988 of die Monumentenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
 
2.3.6.1.1
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument 0,6 % van de bouwkosten inclusief omzetbelasting met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 500,00
 
2.3.6.1.2
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht 0,6 % van de bouwkosten inclusief omzetbelasting met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 500,00
 
2.3.6.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
€ 57,00
 
 
 
2.3.7
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
 
2.3.7.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
 
 
Bouwwerk bedraagt het tarief
€ 56,00
2.3.7.1.1
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo
€ 56,00
2.3.7.1.2
vervallen
 
 
Asbesthoudende materialen
 
 2.3.7.2
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
n.v.t.
 
 
 
 
Handelsreclame
 
2.3.7.3
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van handelsreclame ingevolge artikel 2.2 lid 1 onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 56,00
 
 
 
 
Aanleggen of veranderen weg
 
2.3.8
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 120,35
 
 
 
 
Uitweg/inrit
 
 2.3.9
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 86,50
 
 
 
 
Kappen
 
 2.3.10
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 86,50
 
 
 
 
Opslag van roerende zaken
 
 2.3.11
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie <of de gemeente>, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening <of artikel … van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
 
2.3.11.1
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
€ 16,70
2.3.11.2
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
€ 16,70
2.3.12
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
 
2.3.12.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
 
2.3.12.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
 
 
 
 
 
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
 
 2.3.13
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
 
 
 
 
 
Andere activiteiten
 
 2.3.14
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
 
2.3.14.1
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
€ 211,15
2.3.14.2
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
2.3.14.2.1
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
€ 211,15
2.3.14.2.2
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
Omgevingsvergunning in twee fasen
 
 2.3.15
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
2.3.15.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
 
2.3.15.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
 
 
 
 
2.3.16
Beoordeling bodem- en/of geluidsrapport
 
 
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodem- en/of geluidsrapport wordt beoordeeld:
 
2.3.16.1
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
€ 180,55
2.3.16.2
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
€ 180,55
2.3.16.3
Voor de beoordeling van een geluidsrapport 
  € 180,55
2.3.17
Advies
 
2.3.17.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
2.3.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
2.3.18
Verklaring van geen bedenkingen
 
2.3.18.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
 
2.3.18.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
€ 1055,70
2.3.18.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
2.3.18.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
 50%
2.4.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:
 
2.4.2.1
bij 5 tot 10 activiteiten:
€ 105,50
2.4.2.2
bij 10 tot 15 activiteiten:
€ 158,00
2.4.2.3
bij 15 of meer activiteiten:
€ 211,15
2.4.3
Indien na ontvangst van een aanvraag om omgevingsvergunning deze aanvraag leidt tot het niet verder behandelen op grond van artikel 4:5 juncto 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht, worden de leges vermindert met:
75%
 
 
 
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
 
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
75%
2.5.1.1
 
 
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
 
2.5.1.2
indien de aanvraag wordt ingetrokken na <…> weken en binnen <…> weken na het in behandeling nemen ervan
n.v.t.
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
 
2.5.1.3
indien de aanvraag wordt ingetrokken na <…> weken en binnen <…> weken na het in behandeling nemen ervan
n.v.t.
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
 
 
 
 
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
 2.5.2
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
25%
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
 
 
 
2.5.3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
2.5.3.1
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
25%
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
2.5.3.2
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
 
 
 
 
 
Minimumbedrag voor teruggaaf
 
 2.5.4
Een bedrag minder dan
wordt niet teruggegeven.
 € 56,00
 
 
 
 
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
 
 2.5.5
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
 
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
n.v.t.
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project 2,269 % van de bouwkosten met een minimumtarief van:
€ 56,00
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
€ 2111,40
2.8.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
€ 1585,00
Hoofdstuk 9 Vervallen
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
2.10
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
€ 56,00
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen op 9 februari 2015.
Naar boven