Bijlage: begripsbepalingen Jeugdwet
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- accommodatie: bouwkundige voorziening of deel vaneen bouwkundige voorziening
met het daarbij behorende terrein, waar jeugdhulp wordt verleend door of namens
- advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling: advies- en meldpunt
huiselijk geweld en kindermishandeling als bedoeld in artikel 12a van de Wet
maatschappelijke ondersteuning;
- begeleiding: activiteiten waarmee een jeugdige wordt ondersteund bij het uitvoeren
van dagelijkse levensverrichtingen en het aanbrengen en behouden van structuur in
en regie over het persoonlijk leven;
- burgerservicenummer: burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer;
- calamiteit: niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de
kwaliteit van de jeugdhulp en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood
van een jeugdige of een ouder heeft geleid;
- college: college van burgemeester en wethouders;
- dossier: geheel van schriftelijk of elektronisch vastgelegde gegevens met betrekking
tot de verlening van jeugdhulp aan een jeugdige of ouder of de uitvoering van een
kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering;
- familiegroepsplan: ondersteuningsplan of plan van aanpak opgesteld door de
ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale
omgeving van de jeugdige behoren;
- gecertificeerde instelling: rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat of
voorlopig certificaat als bedoeld in artikel 3.4 en die een
kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert;
- gekwalificeerde gedragswetenschapper: gedragswetenschapper behorende tot een
bij regeling van Onze Ministers aangewezen categorie;
- gesloten accommodatie: bouwkundige voorziening of deel van een bouwkundige
voorziening met het daarbij behorende terrein, waargesloten jeugdhulp wordt
- gesloten jeugdhulp: opname, verblijf en jeugdhulp in een gesloten accommodatie
op basis van een machtiging als bedoeld in artikel 6.1.2;
- geweld bij de verlening van jeugdhulp of de uitvoering van een
kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering: lichamelijk, geestelijk of
seksueel geweld jegens een jeugdige of een ouder, of bedreiging daarmee, door
iemand die werkzaam is voor de jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde
instelling, of door iemand die werkzaam is voor een rechtspersoon die in opdracht
van de aanbieder of gecertificeerde instelling jeugdhulp verleent of door een andere
jeugdige of ouder met wie de jeugdige of ouder gedurende het etmaal of een dagdeel
bij de aanbieder verblijft;
- huiselijk geweld: huiselijk geweld als bedoeld in artikel 1 van de Wet
maatschappelijke ondersteuning;
- ondersteuningsplan: plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld in
artikel 4.1.3 en hoofdstuk 6;
- inspectie: inspectie jeugdzorg, bedoeld in artikel 9.1;
- jeugdarts: arts die als jeugdarts KNMG is ingeschreven in het door het College
Geneeskundig Specialismen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van de Geneeskunst ingestelde profielregister jeugdgezondheidszorg;
- jeugdgezondheidszorg: jeugdgezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet
1°. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun
ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met
de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen,
gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige,
opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;
2°. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het
zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke,
lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een
psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt,
3°. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de
persoonlijke verzorging gericht op het opheffen vaneen tekort aan zelfredzaamheid
bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een
somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien
jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien
jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;
1°. natuurlijke persoon die, het verband van natuurlijke personen dat of de
rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp doet verlenen onder verantwoordelijkheid
2°. solistisch werkende jeugdhulpverlener onder verantwoordelijkheid van het
- jeugdhulpverlener: natuurlijke persoon die beroepsmatig jeugdhulp verleent;
1°. de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,
2°. de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van
artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de
artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of
3°. de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft
bereikt, en voor wie de voortzetting van jeugdhulp als bedoeld in onderdeel 1°, die
was aangevangen, of voor wie het college vóór het bereiken van de leeftijd van
achttien jaar heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp
noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen
vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half
jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is;
- jeugdreclassering: reclasseringswerkzaamheden, genoemd in artikel 77hh, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht, begeleiding, genoemd in artikel 77hh, tweede lid,
van dat wetboek en het begeleiding van en toezicht houden op jeugdigen die deel
nemen aan een scholings- en trainingsprogramma als bedoeld in artikel 3 van de
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, het geven van de aanwijzingen, bedoeld in
artikel 12, vijfde lid, van die wet, of de overige taken die bij of krachtens de wet aan
de gecertificeerde instellingen zijn opgedragen;
- kinderbeschermingsmaatregel: voogdij en de voorlopige voogdij op grond van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek, de ondertoezichtstelling, bedoeld in artikel 254, eerste
lid, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de voorlopige ondertoezichtstelling,
bedoeld in artikel 255 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
- kindermishandeling: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of
gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of
andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van
afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige
schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige
in de vorm van fysiek of psychisch letsel;
- maatschappelijke ondersteuning: maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in
artikel 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
- machtiging gesloten jeugdhulp: de machtiging, bedoeld in artikel 6.1.2.
- medisch specialist: geneeskundig specialist die als specialist is ingeschreven in een
door het College Geneeskundig Specialismen van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst ingestelde register als bedoeld in
artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele
- Onze Ministers: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze
Minister van Veiligheid en Justitie tezamen;
- opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen:
1°. psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen,
gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige,
opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;
2°. beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in verband
met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een
chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem bij een jeugdige die de
leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, en
3°. een tekort aan zelfredzaamheid in verband met een verstandelijke, lichamelijke of
zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking
bij een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt;
- ouder: gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een
jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder;
- persoonsgegevens, verwerking, bestand, onderscheidenlijk verantwoordelijke:
hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens;
- plan van aanpak: plan betreffende de uitvoering van een
kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering als bedoeld in artikel 4.1.3;
- pleegouder: persoon die een jeugdige die niet zijn kind of stiefkind is, als behorende
tot zijn gezin verzorgt en daartoe een pleegcontract als bedoeld in artikel 5.2, eerste
lid, heeft gesloten met een pleegzorgaanbieder;
- pleegoudervoogd: pleegouder die tevens belast is met voogdij als bedoeld in boek
- pleegzorgaanbieder: jeugdhulpaanbieder die pleegzorg biedt;
- preventie: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met of jeugdigen met
een risico op psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen,
gedragsproblemen of een verstandelijke beperking of van de ouders met of met een
risico op opvoedingsproblemen;
- strafrechtelijke beslissing: beslissing van de officier van justitie of de strafrechter
met toepassing van titel VIII A van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht
of een beslissing als bedoeld in artikel 493 van het Wetboek van Strafvordering;
- vertrouwenspersoon: persoon die jeugdigen, oudersof pleegouders op hun verzoek
ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met de wettelijke taken en
verantwoordelijkheden van het college, de jeugdhulpaanbieder, de gecertificeerde
instelling en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;
- verwijsindex: verwijsindex risicojongeren als bedoeld in artikel 7.1.2.1;
1°. woonplaats als bedoeld in artikel 12 van Boek 1van het Burgerlijk Wetboek;
2°. ingeval de voogdij over de jeugdige berust bij een instelling als bedoeld in artikel
302 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: de plaats van het werkelijke verblijf van
3°. ingeval de woonplaats, bedoeld onder 1° en 2°, onbekend is dan wel buiten
Nederland is: de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige op het moment van