|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
indien de bouwkosten niet de € 2.500 te boven gaan, het drempeltarief:
|
|
|
indien de bouwkosten minder dan € 1.600.000 bedragen:
|
|
|
|
|
|
van de bouwkosten voor zover die de € 2.500 te boven gaan
|
|
|
doch tot aan € 1.600.000;
|
|
|
indien de bouwkosten € 1.600.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
|
|
|
|
|
van de bouwkosten zover die de € 1.600.000 te boven gaan
|
|
|
doch tot aan € 5.000.000;
|
|
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 7.000.000 bedragen:
|
|
|
|
|
|
van de bouwkosten zover die de € 5.000.000 te boven gaan
|
|
|
doch tot aan € 7.000.000;
|
|
|
Indien de bouwkosten € 7.000.000 of meer bedragen:
|
|
|
|
|
|
van de bouwkosten zover die de € 7.000.000 te boven gaan.
|
|
|
Het maximum aan te heffen leges voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt:
|
|
|
|
|
|
In afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 bedraagt het drempeltarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo voor een civieltechnisch werk zoals een brug, tunnel, viaduct e.d.:
|
|
|
|
|
|
van de op een veelvoud van € 500 naar boven afgeronde bouwkosten.
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1. en 2.3.2. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het drempeltarief:
|
|
|
|
|
|
van de op een veelvoud van € 500 naar boven afgeronde aanlegkosten.
|
|
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden, waarvoor in het kader van archeologisch onderzoek in samenhang met bepalingen uit het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten moet worden verleend, bedraagt het tarief:
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking):
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (ingrijpende buitenplanse afwijking):
|
|
|
indien de bouwkosten berekend volgens 2.3.1. van deze verordening lager zijn dan € 2.000.000
|
|
|
indien de bouwkosten, berekend volgens artikel 2.3.1 van deze verordening € 2.000.000 of hoger bedragen
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
(afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
(afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
(afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo
(binnenplanse afwijking):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
(buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo
(buitenplanse afwijking):
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo
(afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
(afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
(afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
bij toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo
(afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken en tijdelijke bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|