Artikel 11 Reserves en voorzieningen
1.Het college stelt minimaal eenmaal per zes jaar een geactualiseerde nota reserves
en voorzieningen op en biedt deze aan ter vaststelling door de raad.
de vorming en besteding van reserves;
de vorming en besteding voorzieningen;
de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.
Artikel 15 Prijzen economische activiteiten
1.Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven
en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in
concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde
integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf
voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een
raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
2.Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en
derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij
afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin
het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.
3.Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven
en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de
geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het
college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang
van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
4.Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de
vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:
a.leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van
leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze
leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de
publieke taak door die andere overheid;
b.een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen
c.een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder
of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;
- d.
een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
- e.
een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
- f.
een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
- g.
een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van
het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.