Gemeente Raalte Regeling dienstreizen en verblijfkosten
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte
overwegende:
dat de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte een gezamenlijk arbeidsvoorwaardenpakket willen;
  • gelet op artikel 160 van Gemeentewet;
  • gelet op artikel 15:1:22 en artikel 18:1:10 CAR-UWO;
  • na overeenstemming in de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg;
besluiten:
vast te stellen de Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Raalte
Artikel 1 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Werkgever
Het college van burgemeester en wethouders van (naam organisatie).
Medewerker
De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires, trainees en personen die anderszins in dienst zijn van de werkgever.
Dienstreis
Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst of het verrichten van werkzaamheden of het volgen van een opleiding, cursus, seminar en dergelijke buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.
Plaats van tewerkstelling
Het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de medewerker naar het oordeel van de werkgever gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
Standplaats
Het adres waar de medewerker zijn werkzaamheden normaliter uitoefent.
Artikel 2 Algemene bepalingen
  • lid 1.
    De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van de leidinggevende.
  • lid 2.
    De dienstreizen dienen in of met de beschikbaar gestelde vervoermiddelen door de werkgever te worden gemaakt (zoals dienstfietsen, dienstscooters, dienstauto’s of OV kaarten), tenzij anders is bepaald door de leidinggevende.
  • lid 3.
    Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze overeenkomstig de in lid 2 bedoelde wijze kan worden gemaakt, kan de leidinggevende aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een (eigen) vervoermiddel.
  • lid 4.
    Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis.
  • lid 5.
    Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.
Artikel 3 Afstand
  • lid 1.
    Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de optimale route te worden gemaakt.
  • lid 2.
    De plaats van tewerkstelling wordt door de leidinggevende als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.
  • lid 3.
    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.
Artikel 4 Vergoeding reiskosten
  • lid 1.
    De werkgever stelt bij reizen met het openbaar vervoer een OV-kaart of vergelijkbaar product beschikbaar. Wanneer dit product niet beschikbaar is, vindt de vergoeding van de reiskosten met het openbaar vervoer middel plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de tweede klasse, tenzij anders bepaald door de werkgever.
  • lid 2.
    Indien de werkgever vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen vervoermiddel krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig de reisregeling binnenland.
  • lid 3.
    Indien een dienstreis met het openbaar vervoer gemaakt moet worden en de medewerker gebruikt toch zijn eigen voertuig, dan wordt hem een gereduceerde reiskostenvergoeding toegekend conform de reisregeling binnenland.
  • lid 4.
    Boven de vergoeding als bedoeld in lid 2 van dit artikel, wordt aan de medewerker vergoed hetgeen door hem is betaald voor parkeerkosten en pont- en bruggelden en stallingskosten. Deze vergoedingen worden aangemerkt als belastbare vergoedingen. 1
    Dit betreft een bruto vergoeding waar belasting over betaald dient te worden door de medewerker, omdat geacht wordt dat dergelijke kosten al inbegrepen zitten in de vergoedingshoogte.
  • lid 5.
    Indien de medewerker reist met een door de werkgever beschikbaar gesteld vervoermiddel worden hieruit voortkomende kosten zoals parkeerkosten, brug- en pontgelden, stallingskosten volledig (en netto) vergoed. 2
    Bij gebruik van een dienstauto worden bijvoorbeeld de parkeerkosten één op één vergoed aan de medewerker. De medewerker ontvangt hetzelfde nettobedrag dan dat hij aan kosten heeft gemaakt.
Artikel 5 Vergoeding verblijfskosten
Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de leidinggevende in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten overeenkomstig het gestelde in de reisregeling binnenland en het reisbesluit binnenland.
Artikel 6 Declaratie
Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties dienen voorzien te zijn van deugdelijke bewijsstukken.
Artikel 7 Termijn
Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand is ingediend.
Artikel 8 Aansprakelijkheid bij schade
Bij schade aan het eigen motorvoertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van eigen verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.
Artikel 9 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Raalte en treedt in werking op de dag volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden.
Aldus vastgesteld d.d. 3 februari 2015
Burgemeester en wethouders van Raalte,

de secretaris,

de burgemeester,

Naar boven