|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen 2,26% van de bouwkosten,
|
|
|
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
|
|
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
van de bouwkosten, met een minimum van
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend
na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.:
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking), 2 (buitenplanse kleine afwijking) of 3 (buitenplanse afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast
van het op grond van onderdeel 3.1.1. verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit,
noch zal zijn
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking) of 2 (buitenplanse kleine afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking) van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan) of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering nodig voor de uitvoering:
Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000
Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000
Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000
Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000
Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000
Categorie F: > EUR 50.000.000
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
Het tarief genoemd onder 3.5.1. wordt verhoogd voor een bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van:
|
|
|
|
|
|
|
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met
|
|
|
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met
|
|
|
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met
|
|
|
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met
|
|
|
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2
|
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument
van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een minimum van
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een
|
|
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen
|
|
|
|
indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen geldt het tarief van 3.9.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in hetzelfde project
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo,
per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte
|
|
|
|
Projecten of handelingen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
|
Handelingen in het kader van Flora- en Faunawet
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling
|
|
|
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.
|
|
|
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning
|
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief
|
|
|