De raad van de Gemeente Schijndel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015;
gelet op artikel 229, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Vast te stellen de volgende: "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten maart 2015-februari 2016".
Artikel 2
In deze verordening wordt verstaan onder:
Locatie: een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt.
Bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak of een zelfstandig gebruikt gedeelte daarvan, geen locatie zijnde.
Grove huishoudelijke afvalstoffen: grote stukken afval die niet in de restafvalbak aan de huisvuilinzamelingsdienst kunnen worden meegegeven. Met uitzondering van bouw-en sloopafval, afvalhout, snoeihout, wit en bruingoed, papier, karton, oud ijzer en metalen.
Gebruik: onder ‘gebruik maken’ wordt verstaan gebruik maken als bedoeld in artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Milieupas: pas die dient als legitimatie en ter registratie van het tegoed in knippen ten behoeve van diverse diensten in kader van afvalinzameling.
Toegangspas: pas die toegang verleend tot gebruik van ondergrondse containers.
Knippen: eenheid van betaling ten behoeve van diverse diensten in het kader van de afvalinzameling.
Artikel 5
- 1.
De belasting bedraagt per locatie per belastingtijdvak € 105,84.
- 2.
De belasting als bedoeld in het eerste lid wordt vermeerderd met:
- a.
voor een lediging van een gft-container van 40 liter € 0,58;
- b.
voor een lediging van een gft-container van 140 liter € 2,03;
- c.
oor een lediging van een gft-container van 240 liter € 3,48;
- d.
voor een lediging van een restafval-container van 40 liter € 1,17;
- e.
voor een lediging van een restafval-container van 80 liter € 2,34;
- f.
voor een lediging van een restafval-container van 140 liter € 4,10;
- g.
voor een lediging van een restafval-container van 240 liter € 7,03;
- h.
voor een inworp van 30 liter in een ondergrondse container € 0,88;
- i.
voor een inworp van 60 liter in een ondergrondse container € 1,76.
3. a.Voor een locatie waarvoor op of na 1 maart 2015 op grond van artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van de Wet milieubeheer geldt en waarvoor niet op grond van eerder vastgestelde verordeningen reinigingsheffingen reeds kosteloos een milieupas is verstrekt, wordt éénmalig kosteloos een milieupas verstrekt.
b.Voor een locatie waar sprake is van een nieuwe belastingplichtige en waar geen milieupas meer aanwezig is of bij het eerste gebruik blijkt dat de aanwezige milieupas beschadigd is, wordt éénmalig kosteloos een nieuwe milieupas verstrekt.
c.Voor een locatie waarvoor reeds een milieupas is verstrekt maar deze niet meer aanwezig of beschadigd is en waarbij geen sprake is van een nieuwe belastingplichtige, wordt voor de verstrekking van een nieuwe milieupas leges geheven.
d.Voor een locatie waarvoor op of na 1 maart 2015 op grond van artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van de Wet milieubeheer geldt, waarbij gebruik kan worden gemaakt van ondergrondse containers en waarvoor niet eerder reeds kosteloos een toegangspas voor ondergrondse containers is verstrekt, wordt éénmalig kosteloos een toegangspas verstrekt.
e.Voor een locatie waarvoor gebruik kan worden gemaakt van ondergrondse containers en waarbij sprake is van een nieuwe belastingplichtige maar geen toegangspas meer aanwezig is of bij het eerste gebruik blijkt dat de toegangspas beschadigd is, wordt éénmalig kosteloos een nieuwe toegangspas verstrekt.
f.Voor een locatie waarvoor gebruik kan worden gemaakt van ondergrondse containers en waarvoor reeds een toegangspas is verstrekt maar deze niet meer aanwezig of beschadigd is en waarbij geen sprake is van een nieuwe belastingplichtige, wordt voor de verstrekking van een nieuwe toegangspas leges geheven.
4. a.Aan degene die op 1 maart 2015 belastingplichtig is worden kosteloos 12 knippen verstrekt.
b.Aan degene die na 1 maart 2015 belastingplichtig wordt, wordt kosteloos per volle maand die van de periode 1 maart 2015 tot en met 29 februari 2016 nog resteert, 1 knip verstrekt.
c.Indien een belastingplichtige binnen de gemeente Schijndel verhuisd blijven de reeds op basis van onderdeel a of b toekgekende knippen van toepassing.
d.Indien voor een locatie op basis van artikel 5 derde lid onderdeel c een nieuwe milieupas wordt verstrekt, blijft het tegoed aan knippen van de belastinplichtige van de locatie van toepassing.
e.De knippen zijn gedurende de periode van 1 maart 2015 tot en met 29 februari 2016 geldig voor het ophalen aan huis van grove huishoudelijke afvalstoffen, elektrische of elektronische apparaten en snoeihout en het aanbieden van grove huishoudelijke afvalstoffen en overig afval op de milieustraat.
f.Aan het einde van de periode 1 maart 2015 tot en met 29 februari 2016 of indien eerder, bij tussentijdse beëindiging van de belastingplicht, vindt geen restitutie plaats van de resterende knippen.
5.Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting:
I.voor een extra knip: € 2,50;
II.voor het aan huis ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen, volgens het knipsysteem: 10 knippen;
III.voor het aan huis ophalen van maximaal 3 elektronische of elektrische apparaten, volgens het knipsysteem: 10 knippen;
IV. voor het aan huis ophalen van maximaal 2 m
3 snoeihout, volgens het
knipsysteem: 10 knippen .
Artikel 13
1.De afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is bij aanvang van de belastingplicht.
2.Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingtijdvak, zijn de heffingen bedoeld in artikel 5, eerste en tweede en de rechten bedoeld in artikel 10 eerste lid, verschuldigd, naar zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting, als er in dat tijdvak na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelte van de ingevolge artikel 5 eerste en tweede lid en artikel 10 eerste lid, voor dat belastingtijdvak verschuldigde belastingen, als er in dat belastingtijdvak na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4.In afwijking van de vorige leden, vangt de belastingplicht aan, met betrekking tot de rechten als bedoeld in:
a. artikel 5, lid 5, onderdeel I: op het moment van ophogen van het aantal knippen;
b. artikel 5, lid 5, onderdeel II tot en met IV: op het moment van inzameling van de afvalstoffen;
c. artikel 10 tweede lid: op het moment van de inname.