Verordening openbaar water Heemstede 2016

De raad van de gemeente Heemstede;

 

gelezen het voorstel van het college 10 november 2015;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening openbaar water Heemstede 2016

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het openbaar water binnen de grenzen van de gemeente Heemstede.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bevestigingsmateriaal: ogen, haken, palen en dergelijke om vaartuigen aan vast te leggen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    inrichting: een constructie in of boven het water;

  • -

    ligplaats: een plek aan de waterkant waarvan het college conform artikel 3, vijfde lid, aanhef en onder b, de afmetingen bepaalt;

  • -

    schipper: degene, die op een vaartuig met de leiding is belast of feitelijk de leiding in handen heeft;

  • -

    openbare grond: de gemeentegrond die voor iedereen toegankelijk is;

  • -

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn, inclusief havens, met uitzondering van de Cruquiushaven;

  • -

    opgelegde vaartuigen; alle vaartuigen die tijdelijk of permanent uit de vaart zijn genomen en op openbare grond zijn neergelegd;

  • -

    rechthebbende: een ieder die over enig goed zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

  • -

    vaartuigen: alle soorten van drijvende objecten, die wegens hun drijfvermogen worden gebruikt, danwel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren en/of stoffen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakend alsmede caissons, ketels en dergelijke voorwerpen en houtvlotten;

  • -

    verhalen: een vaartuig van de ene ligplaats naar een andere brengen;

  • -

    voorwerp: ieder object dat in of boven het water staat dan wel op de wal.

  • -

    werk: een product van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken in hun geheel, dat als zodanig volstaat om voor de gebruiker een economische en technische functie te vervullen.

Artikel 3 Ligplaatsvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een ligplaats in te nemen aan de openbare grond.

  • 2.

    De vergunning als bedoeld in het eerste lid is persoons-, ligplaats- en vaartuiggebonden.

  • 3.

    Er wordt per adres voor maximaal één vaartuig een vergunning verleend.

  • 4.

    Het college is bevoegd watersport- en scoutingverenigingen, voor wat betreft hun reguliere ligplaats(en), uit te zonderen van de in het eerste lid genoemde vergunningplicht.

  • 5.

    Het college is bevoegd:

    • a.

      voorschriften te stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen te stellen naar aantal en soort vaartuigen en de maximale toegestane lengte en hoogte van een vaartuig.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid wordt geweigerd als ligplaats wordt ingenomen in de volgende wateren of gedeelten daarvan:

    • -

      Zuider Buiten Spaarne, met uitzondering van het gedeelte tussen de Bronsteevaart en de Crayenestervaart;

    • -

      Crayenestervaart tussen de Heemsteedse Dreef en de kruising Bronsteeweg en Emauslaan;

    • -

      Blekersvaartzijde westzijde (Blekersvaartweg);

    • -

      Zandvaart zuidzijde tussen de Blekersvaartweg en de Raadhuisstraat;

    • -

      Gemeentelijke haven vanaf de Zandvaart;

    • -

      Van Merlenvaart, noordzijde voor zover gelegen aan de sportvelden, niet zijnde het terrein van de watersportvereniging Van Merlenhaven;

    • -

      Van Merlenvaart ten noorden van de Glipper Dreef, met uitzondering van de westzijde van de eerste zijarm na de brug aan de rechterzijde tot aan het terrein van de Algemene Begraafplaats;

    • -

      Uitloper van de Van Merlenvaart tussen de Herenweg en de Vrijheidsdreef;

    • -

      Höckervaart vanaf de Ringvaart tot aan de Cort van der Lindenlaan;

    • -

      Glipper Zandvaart zuidzijde vanaf de bocht van de Patrijzenlaan hoek Fazantenlaan tot aan de Ringvaart;

    • -

      Glipper Zandvaart ten noorden van de Glipper Dreef zuidwestzijde tot aan de fietsbrug;

    • -

      Doorgangkanaal richting de plas aan de E. van Slogterenlaan;

    • -

      Leidsevaart westzijde gelegen aan de Leidsevaartweg;

    • -

      Leidsevaart oostzijde, tussen perceel Lorentzlaan 99 en Kohnstammlaan 1 (rond de Geniebrug);

    • -

      Leidsevaart oostzijde ten zuiden van de Amstelbrug ter hoogte van het plantsoen en de hoge beschoeiing (Rivierenwijk);

    • -

      Houtvaart vanaf kruising Zandvoortselaan richting het noorden tot aan de gemeentegrens van Bloemendaal respectievelijk Haarlem.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning eveneens indien:

    • a.

      de situatie ter plaatse niet geschikt is voor het betreffende vaartuig;

    • b.

      voor de ligplaats al een vergunning is verleend;

    • c.

      het vaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water;

    • d.

      het ter plaatse geldende bestemmingsplan het niet toestaat;

    • e.

      indien een aanvrager niet voldoet aan de bepalingen bij of krachtens deze verordening.

  • 3.

    Het college weigert de vergunning in ieder geval indien de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterverordening provincie Noord-Holland of de Landschapsverordening Noord-Holland 2010 het innemen van een ligplaats verbiedt.

Artikel 5 Toewijzing ligplaatsen

  • 1.

    Toewijzing van ligplaatsen geschiedt op volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Indien het aantal aanvragen voor een specifiek water het aantal aldaar beschikbare ligplaatsen overschrijdt, wordt eerst aan de bewoners van de betreffende wijk ligplaatsvergunning verleend.

  • 3.

    Indien na toepassing van het tweede lid, het aantal aanvragen voor een nieuwe locatie het aantal beschikbare ligplaatsen overschrijdt, vindt loting plaats. Deze loting bepaalt tevens de volgorde van de wachtlijst voor deze locatie.

  • 4.

    Het college houdt een wachtlijst bij van aanvragers die niet in aanmerking zijn gekomen voor een ligplaats.

  • 5.

    De toewijzing van aanvragen die op de wachtlijst staan, vindt plaats op volgorde van de wachtlijst, waarbij eerst aan de bewoners van de betreffende wijk ligplaatsvergunning wordt verleend.

  • 6.

    De inschrijving op de wachtlijst vervalt indien niet meer wordt voldaan aan de bepalingen bij of krachtens deze verordening.

Artikel 6 Wijken

Voor de wijken als bedoeld in artikel 5, tweede lid wordt een indeling gehanteerd conform de bij deze verordening behorende plattegrond.

Artikel 7 Intrekkingsgronden

De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan worden ingetrokken indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    de gegevens in de vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het vaartuig naar het oordeel van het college afbreuk doet aan het (uiterlijk) aanzien van de gemeente;

  • e.

    de vergunninghouder dit verzoekt;

  • f.

    de vergunninghouder zijn betalingsverplichtingen inzake het verschuldigde liggeld niet nakomt;

  • g.

    feitelijk geen gebruik kan worden c.q. wordt gemaakt van de ligplaats;

  • h.

    van de ligplaats geen gebruik wordt gemaakt na een door het college te bepalen redelijke termijn.

Artikel 8 Overschrijven vergunning

Overschrijven van de ligplaatsvergunning op de partner respectievelijk ex-partner is mogelijk:

  • a.

    na overlijden van de vergunninghouder;

  • b.

    bij scheiding.

Hoofdstuk 2 De orde en de veiligheid in het algemeen

Artikel 9 Bereik

Hoofdstuk 2 van deze verordening is niet van toepassing op water waarvan het beheer door de gemeente is overgedragen aan derden.

Artikel 10 Nakoming bevelen

Een ieder is verplicht te gehoorzamen aan de mondelinge of schriftelijke bevelen gegeven door de toezichthouders als bedoeld in artikel 28, ter uitvoering van deze verordening of in het belang van de openbare orde of veiligheid.

Artikel 11 Innemen ligplaats

De schipper is verplicht zich vóór het innemen van een ligplaats met zijn vaartuig ervan te overtuigen dat de door het college vergunde ligplaats voor zijn vaartuig geschikt is.

Artikel 12 Aanwijzingen ligplaats

  • 1.

    Onverminderd het krachtens artikel 3, vijfde lid, bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

  • 3.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de Waterverordening provincie Noord-Holland.

Artikel 13 Rondvaart- en verhuurbedrijf

Het is verboden zonder vergunning van het college:

  • a.

    een bedrijf tot het per vaartuig vervoeren van passagiers te exploiteren, als het punt van afvaart binnen de gemeente is gelegen;

  • b.

    een bedrijf tot het verhuren van vaartuigen te exploiteren.

Artikel 14 Snelheidswedstrijden

  • 1.

    Het is verboden in openbaar water snelheidswedstrijden met vaartuigen te houden.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

Artikel 15 Verstoren goede orde

  • 1.

    Het is verboden de goede orde te verstoren, onder meer door:

  • a.

    het veroorzaken van geluidshinder, in welke vorm dan ook;

  • b.

    op enigerlei wijze de rust te verstoren tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur ’s morgens;

  • c.

    het verontreinigen van de oever, het water, de aanlegvoorziening, de steigers en dergelijke door vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, etc.;

  • d.

    het gebruik van een boordtoilet of het anderszins storten van faecaliën en bijkomend afvalwater in openbaar water;

  • e.

    het onvoorzichtig omgaan met vuur, daaronder begrepen het aan te water liggende vaartuigen uitvoeren van werkzaamheden, waarbij hoge temperaturen ontstaan, alsmede het onvoorzichtig omgaan met benzine, gas of andere ontvlambare stoffen;

  • f.

    het laten proefdraaien van boordmotoren met ingeschakelde schroef.

  • 2.

    Het is voorts verboden:

    • a.

      aan steigers of palen te spijkeren of enige ander voorziening te maken waarvoor geen toestemming is verleend door het college;

    • b.

      aanpassingen aan de waterbodem en/of puinbestortingen te maken;

    • c.

      aanlegtouwen etc. over het loopvlak van de steigers of voetpaden te bevestigen;

    • d.

      oevergroen te snoeien en/of te maaien en/of daar verharding aan te brengen.

Artikel 16 Voorwerpen op, in of boven openbaar water

  • 1.

    Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, in of boven openbaar water te plaatsen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water en oever of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Waterverordening provincie Noord-Holland of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

Artikel 17 Uitstekende voorwerpen

  • 1.

    De schipper van een vaartuig is verplicht ervoor te zorgen:

  • a.

    dat geen onderdelen van het staand tuig van een vaartuig naar buiten uitsteken;

  • b.

    dat de zeilen zijn vastgemaakt;

  • c.

    dat de ankers zodanig zijn geborgd, dat daardoor andere vaartuigen niet kunnen worden beschadigd, of zodanig in de kluis hangen, dat deze in geval van aanvaring niet nabij of onder de waterlijn in enig ander vaartuig kunnen binnendringen;

  • d.

    dat ankers of ankerkettingen niet zodanig uitstaan, dat deze hinder of schade kunnen vooroorzaken aan andere vaartuigen of eigendommen van derden;

  • e.

    dat zich langs het berghout of aan een stootklos of zwaard van het vaartuig geen buiten het vaartuig uitstekende metalen pinnen, bouten of andere puntige voorwerpen bevinden.

  • 2.

    De verplichtingen onder a. en b. gelden niet voor de schipper van een vaartuig dat zeilt.

  • 3.

    De verplichting onder e. geldt niet voor roeiboten, kano’s en dergelijke kleine vaartuigen.

Artikel 18 Gezonken vaartuig

  • 1.

    De schipper, of bij het ontbreken van hem de eigenaar, van een gezonken vaartuig of een ander voor de scheepvaart hinderlijk voorwerp is verplicht onmiddellijk na het zinken daarvan kennis te geven aan het college of een ambtenaar van politie.

  • 2.

    Zowel bij dag als bij nacht dienen zodanige bakens en/of lichten op of nabij het gezonken vaartuig of voorwerp te worden geplaatst als door het college of een ambtenaar van politie nodig wordt geoordeeld.

  • 3.

    De schipper, of bij het ontbreken van hem de eigenaar, dient ervoor te zorgen, dat het gezonken vaartuig of voorwerp binnen de door het college te stellen termijn uit het openbaar water is verwijderd, respectievelijk de lading is verwijderd en daarna het wrak is gelicht.

Artikel 19 Opleggen vaartuigen

Het is verboden een vaartuig op openbare grond te leggen.

Artikel 20 Onbeheerd drijvende vaartuigen

De toezichthouders als bedoeld in artikel 28 zijn bevoegd onbeheerde vaartuigen, die in openbaar water worden aangetroffen, te (laten) meren of in bewaring te (laten) nemen voor rekening en risico van de eigenaren of beheerders.

Artikel 21 Schade varen

  • 1.

    Het is de schipper van een vaartuig verboden met zodanige snelheid te varen dat door golfslag of zuiging schade of letsel kan worden toegebracht aan derden.

  • 2.

    Wanneer een vaartuig schade heeft toegebracht aan een voorwerp, een werk of een inrichting, is de schipper verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan het college of een ambtenaar van politie.

Artikel 22 Herstellen, slopen en (ver)bouwen van vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college in openbaar water herstellingen of sloopwerkzaamheden aan vaartuigen te verrichten, of te laten verrichten, met uitzondering van werkzaamheden aan de binnenzijde van het vaartuig.

  • 2.

    Het is tevens verboden zonder vergunning van het college in openbaar water een vaartuig te bouwen of te verbouwen.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het uitvoeren van noodreparaties.

Artikel 23 Meervoorschriften

  • 1.

    Het is de schipper verboden met zijn vaartuig te liggen, te laden of te lossen in openbaar water, anders dan aan de daartoe bestemde meergelegenheid.

  • 2.

    De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat de landvasten van zijn vaartuig zodanig zijn aangebracht, dat aan andere vaartuigen bij de doorvaart van bruggen of de gebruikelijke vaarweg, geen hinder kan worden veroorzaakt.

  • 3.

    Het tweede lid geldt niet, indien de schipper het vaartuig zonder oponthoud aan het verhalen is en de landvasten onmiddellijk zodanig kunnen worden gevierd, dat andere vaartuigen ongehinderd kunnen passeren.

  • 4.

    De schipper is verplicht ervoor te zorgen dat zijn vaartuig, zolang het een ligplaats inneemt, deugdelijk is vastgemaakt.

  • 5.

    Het vastmaken mag niet geschieden anders dan aan de daartoe bestemde middelen of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

Artikel 24 Beveiligingsmaatregelen bij meren

De schipper is verplicht ervoor te zorgen, dat ten gevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.

Artikel 25 Losmaken vaartuig

Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn enig vaartuig los te maken, te verleggen of te verhalen, daarvan trossen te kappen of los te gooien.

Artikel 26 Toegang tot openbare trappen, steigers en boothelling

Het is verboden de toegang tot de in of aan de kademuren of andere oevers gebouwde openbare trappen, steigers of de boothelling te belemmeren of daarvan gebruik te maken, anders dan voor het in- of ontschepen van personen en niet voor langere tijd dan hiervoor nodig is of is aangegeven.

 

Hoofdstuk 3 Strafbepalingen en toezicht

Artikel 27 Strafbepalingen

  • 1.

    Overtreding van de artikelen 10, 12, 14, 15, 17 tot en met 19, 21 tot en met 23 en 25 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

  • 2.

    Overtreding van de artikelen 13 en 16 kan worden gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 28 Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast:

  • -

    de bijzondere opsporingsambtenaren.

  • 2.

    Het college kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 Intrekking oude verordening

De Verordening openbaar water Heemstede, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 maart 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de verordening als bedoeld in artikel 30 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 31 Hardheidsclausule

Het college kan bepalingen uit deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening openbaar water Heemstede 2016.

 

Vastgesteld door de raad op 17 december 2015.

Naar boven