Gemeenteblad van Raalte
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raalte | Gemeenteblad 2015, 131202 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Raalte | Gemeenteblad 2015, 131202 | Verordeningen |
Gemeente Raalte Werktijdenregeling
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in Bijlage A van deze regeling.
De werktijd bedraagt per dag maximaal 11 uren. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week. Voor het overige wordt verwezen naar de Arbeidstijdenwet.
De bedrijfstijd wordt vastgesteld door de directie. Binnen de marges van de bedrijfstijd kan de medewerker gebruik maken van de gemeentelijke gebouwen.
Paragraaf 2. De standaardregeling
Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.
Artikel 8. Bezetting en werkafspraken
De medewerker kan de leidinggevende verzoeken om plaats- en tijdonafhankelijk te werken. Een dergelijk verzoek zal worden bekeken in het licht van de kader Plaats- en Tijdonafhankelijk werken aansluitend bij de behoeften van medewerker en werkgever. Uitgangspunt is goed werkgeverschap en goed werknemerschap. De leidinggevende geeft vertrouwen en ruimte, de medewerker draagt een grote professionele verantwoordelijkheid.
Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd te compenseren. Deze uren kunnen niet opgespaard worden of worden omgezet in vakantie-uren.
Artikel 9. Buitendagvenstervergoeding
Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
Artikel 10. Beschikbaarheidsdiensten
Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
Artikel 12. Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 13. Citeertitel en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de Werktijdenregeling gemeente Raalte en treedt in werking op de dag volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden onder gelijktijdige intrekking van alle lokale regelingen en onderdelen uit regelingen die betrekking hebben op de werktijden.
De functiegroep(en) en functies binnen de gemeente Raalte waarop de bijzondere regeling van toepassing is:
Medewerkers buitendienst van het team Beheer & Onderhoud (uitvoerend medewerkers A en B, senior beheerders)
Per 1 januari 2014 zijn de afspraken over werktijden in de CAR-UWO aangepast. In artikel 4:2 van de CAR-UWO is bepaald dat de standaardregeling de norm is en de bijzondere regeling de uitzondering. De standaardregeling geldt voor alle medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het vaststellen van hun werktijden. Met regelruimte wordt bedoeld dat de medewerker (enige) vrijheid heeft of krijgt bij het bepalen van zijn werktijden. Het gevolg hiervan is dat hij minder snel in aanmerking komt voor een overwerkvergoeding.
De bijzondere regeling geldt voor de medewerker van wie de individuele werktijden eenzijdig door het bevoegd gezag worden vastgesteld. De bijzondere regeling bestaat uit de voormalige bepalingen omtrent de werktijden en de hiermee samenhangende vergoedingen. Voor deze medewerker zijn er geen veranderingen opgetreden ten opzichte van de situatie van vóór 1 januari 2014.
In DOWR verband wordt voorgesteld rekening te houden met de volgende uitgangspunten:
Twee regelingen: een standaardregeling en een bijzondere regeling!
De standaardregeling gaat gelden voor veruit het merendeel van de medewerkers. De standaardregeling is de norm, en geldt voor alle medewerkers die zelf regelruimte hebben voor hun werktijden. Met regelruimte wordt bedoeld dat de ambtenaar (enige) vrijheid heeft of krijgt bij het bepalen van zijn werktijden.
De bijzondere regeling gaat gelden voor de medewerker waarbij de individuele werktijden eenzijdig door het college worden vastgesteld. De bijzondere regeling bestaat uit de huidige afspraken omtrent de werktijden en de hiermee samenhangende vergoedingen. Voor deze doelgroep verandert er niets.
1. Standaardregeling (artikel 4:2 CAR nieuw)
In een nieuw artikel 4:2 CAR is bepaald dat de standaardregeling de norm is en de bijzondere regeling de uitzondering. Binnen de standaardregeling geldt een dagvenster van maandag tot en met vrijdag van 7:00 tot 22:00 uur. Gemeenten mogen het dagvenster lokaal niet beperken. Maar het kantoor hoeft niet geopend te zijn binnen die uren en ook verplicht de nieuwe werktijdenregeling de werkgever niet tot het aanbieden van thuiswerkfaciliteiten. Eenmaal per jaar worden basisafspraken tussen de leidinggevende en de medewerker gemaakt over werktijden, verlof- en werkplanning binnen dit dagvenster. Bijstellingen vinden twee maal per jaar plaats in overleg tussen beiden. Voorgesteld wordt om dit te koppelen aan de gesprekkencyclus. Uitgangspunt is het verleggen van de focus van verlofuren naar de te werken uren. Hierbij is het belang van de organisatie (dienstbelang) en het belang van de medewerker in de optimale situatie in balans.
Werken op niet reguliere werktijden binnen het dagvenster
Indien de medewerker op niet reguliere tijden (bijvoorbeeld aanwezigheid bij een avondvergadering) moet werken dan komen leidinggevende en medewerker tot afspraken. Het principe hierbij is dat de medewerker de uren die hij in de avonduren werkt op een ander moment niet werkt.
Advies is om kaderafspraken te maken (zoals bijvoorbeeld over werkdagen en aanwezigheid teamvergadering) en dat vast te leggen om onduidelijkheid te voorkomen. Het is ook verstandig om ook de afspraken over het af en toe in de avonduren moeten werken voor bijvoorbeeld raads- en commissievergaderingen vast te leggen.
Extra werken buiten het dagvenster
Indien de medewerker (die onder de standaardregeling valt) moet werken op uren buiten het dagvenster dan ontvangt hij hiervoor een buitendagvenstervergoeding. De bepalingen ten aanzien van het bovenstaande staan in het nieuwe artikel 3:8 Buitendagvenstervergoeding CAR. Het huidige artikel 3:2:1 CAR-UWO Overwerkvergoeding wordt voor deze medewerkers buitenwerking gesteld.
De buitendagvenstervergoeding bedraagt op maandag tot en met vrijdag voor de uren buiten het dagvenster 50% van het uurloon, op zaterdag 75% van het uurloon en op zondag 100% van het uurloon. Daarnaast worden de gewerkte uren gecompenseerd in tijd. Deze tijd gebruikt de medewerker op een ander moment om minder te werken. De medewerker en leidinggevende bepalen in overleg het moment van compensatie. Om het opsparen van compensatie-uren te voorkomen dient de leidinggevende met de medewerker afspraken over een snelle opname te maken. Medewerkers met een functieschaal 11 of hoger komen niet in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding.
Medewerkers die naast hun reguliere werktijden beschikbaarheidsdiensten verrichten, zoals bijvoorbeeld ict-medewerkers en medewerkers die beschikbaar moeten zijn in kader van rampenbestrijding, vallen niet om deze reden onder de bijzondere regeling. In vele gevallen hebben zij immers (enige) vrijheid bij het bepalen van hun reguliere werktijden en vallen zodoende onder de standaardregeling. Moeten medewerkers die onder de standaardregeling vallen werkzaamheden verrichten in het kader van de beschikbaarheiddiensten dan geldt voor uren binnen het dagvenster dat deze op een later moment gecompenseerd mogen worden. Voor uren buiten het dagvenster geldt dat zij over deze uren een buitendagvenstervergoeding ontvangen. Daarnaast mogen de gewerkte uren op een ander moment worden gecompenseerd.
2. Bijzondere regeling (artikel 4:4 CAR)
De medewerkers die niet onder de standaardregeling vallen behoren tot de categorie medewerkers die onder de bijzondere regeling vallen. Het zijn de medewerkers die volgens rooster op wisselende tijden werken. Gelet op de eenzijdige vaststelling van de werktijden voor de medewerker door het college gelden voor hen de huidige afspraken voor Toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3 CAR), Verschuivingsvergoeding (artikel 3:4) en de Overwerkvergoeding (artikel 3:2:1). De bepalingen ten aanzien van de bijzondere regeling zijn vastgelegd in artikel 4:3 t/m 4:7 van de CAR. In de Werktijdenregeling is een bijlage opgenomen waarin de functiecategorieën die onder de bijzondere regeling vallen zijn opgesomd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-131202.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.