Gemeenteblad van Noordwijkerhout
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijkerhout | Gemeenteblad 2015, 131114 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijkerhout | Gemeenteblad 2015, 131114 | Verordeningen |
Geconsolideerde verordening op de heffing en invordering van leges 2016 met bijbehorende tarieventabel
Vastgesteld op: 17 december 2015
Vastgesteld door: De raad van de gemeente Noordwijkerhout
Gepubliceerd in: Noordwijkerhouts Weekblad
Gepubliceerd op: 22 december 2015
Datum in werking: 1 januari 2016
De raad van de gemeente Noordwijkerhout, gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015 besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van leges 2016
Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Geen rechten worden geheven voor:
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een collectevergunning indien de aanvrager een instelling betreft die geregistreerd staat bij het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) of een plaatselijke non-profit instelling die blijkens haar statuten de uitoefeningen ten doel stellen van maatschappelijke, sociale of culturele aard.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis – en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis – en herstelwet.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.
De “Verordening op de heffing en invordering van Leges 2015” van 18 december 2014, laatstelijk gewijzigd op 1 april 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 13 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van deze heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
1.1.2 Voor het voltrekken van een huwelijk of het ceremonieel omzetten van een partnerschapsregistratie in een huwelijk, met uitzondering van die, voltrokken op de ingevolge de wet Rechten burgerlijke stand van 23 april 1879, staatsblad nr. 72, aangewezen tijden voor kosteloze huwelijksvoltrekking in het gemeentehuis of in De Duinpan:
1.1.2.1 Indien er bij 1.1.2 sprake is van een andere locatie dan gemeentehuis of De Duinpan zonder inschakeling van een gemeentelijke bode.
1.1.2.1.1 Indien er bij 1.1.2.1 sprake is van een van de zijde van de gemeente
Verstrekte bode wordt het tarief aangehaald bij 1.1.2.1 verhoogd met
1.1.2.2 Het tarief voor het beschikbaar stellen van gemeentelijke getuigen bij een huwelijksvoltrekking bedraagt € 50,50
1.1.2.3 Het tarief voor het in behandeling nemen van een éénmalige benoeming bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand € 101,00
1.1.3 Voor het voltrekken van een partnerschap met uitzondering van die, voltrokken op de ingevolge de wet Rechten burgerlijke stand van 23 april 1879, staatsblad nr. 72, aangewezen tijden voor kosteloze huwelijksvoltrekking in het gemeentehuis of in de Duinpan:
1.1.3.1 Indien er bij 1.1.3 sprake is van een andere locatie dan gemeentehuis of De Duinpan zonder inschakeling van een gemeentelijke bode.
1.1.3.1.1 Indien er bij 1.1.3.1 sprake is van een van de zijde van de gemeente verstrekte bode wordt het tarief aangehaald bij 1.1.3.1 verhoogd met
1.1.3.2 Het tarief voor het beschikbaar stellen van gemeentelijke getuigen bij een huwelijksvoltrekking bedraagt € 50,50
1.1.3.3 Het tarief voor het in behandeling nemen van een éénmalige benoeming bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand € 101,00
1.1.4 Voor het afgeven van trouwboekjes of partnerschapsboekjes voor € 52,00
1.1.5 Voor het kalligraferen in het trouwboekje van een ander gegeven dan de ambtelijke inschrijving van het huwelijk of de partnerschapregistratie € 10,20
1.2 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
1.2.1 van een nationaal paspoort:
1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40
1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20
1.2.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in 1.2.1. (zakenpaspoort):
1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40
1.2.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20
1.2.3 Tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40
1.2.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20
1.2.4 van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 51,20
1.2.5 van een Nederlandse identiteitskaart:
1.2.5.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 50,40
1.2.5.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 28,45
1.2.6 Voor een spoedlevering worden de legesbedragen, aangehaald in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemde legesbedragen vermeerderd met een bedrag aan rijksleges van € 47,30
1.3.1 Voor het in behandeling nemen van een reguliere aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs inclusief rijksleges € 38,95
1.3.1.1 Het bedrag onder 1.3.1 is inclusief het bedrag aangehaald in artikel 1.1 van de Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen
1.3.1.2 Indien er sprake is van een behandeling van een spoedaanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs wordt het bedrag in 1.3.1 verhoogd en automatisch aangepast met het bedrag aangehaald in artikel 1.2 van de Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen. Deze rijksleges bedragen nu € 34,10
1.3.2 Indien een aanvraag voor een nieuw rijbewijs wordt ingediend in verband met vermissing van het vorige document wordt het tarief als bedoeld in 1.3.1., tenzij er sprake is geweest van braak en/of geweld, verhoogd met € 24,70
Hoofdstuk 4 Gemeentelijke basisadministratie personen
1.4.1 Voor de toepassing van dit lid, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen (BRP) moet worden geraadpleegd.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit Basisregistratie Personen (BRP) voor elke mondelinge of schriftelijke toelichting € 9,25
1.4.2 Voor de toepassing van dit lid wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisadministratie Personen (BRP).
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken
van gegevens: voor elke verstrekking € 9,25
1.4.3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doornemen van de Basisadministratie Personen (BRP), voor ieder daaraan besteed kwartier € 18,50
Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens
(Legesbedragen kunnen door wijzigingen in het besluit kostenvergoeding rechten betrokkenen Wet bescherming persoonsgegevens tussentijds wijzigen)
1.6.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:
1.6.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit ten hoogste 100 pagina's, per pagina wordt het bedrag aangehaald in artikel 2 lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkenen Wet bescherming Persoonsgegevens in rekening gebracht. Dit bedrag per pagina bedraagt nu € 0,23
met een maximum bedrag per bericht genoemd in hetzelfde artikel en lid van hierboven aangehaald Besluit. Dit bedrag bedraagt nu € 5,00
1.6.1.2 indien het afschrift bestaat uit meer dan 100 pagina’s wordt het bedrag genoemd in artikel 3 van het besluit aangehaald in 1.6.1.1 in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu € 22,50
1.6.1.3 indien het bericht op een andere gegevensdrager wordt verstrekt dan papier wordt het bedrag genoemd in artikel 2 lid 2 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu € 5,00
1.6.2 indien het afschrift, vanwege de aard van de verwerking, een moeilijk toegankelijk gegevensverwerking is wordt het bedrag genoemd in artikel 3 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu € 22,50
1.6.3 indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1 en 1.6.2 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd
1.6.4 Voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt het bedrag genoemd in artikel 4 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu € 4,50
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag wordt het bedrag aangehaald in artikel 1 lid 2 van de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu € 30,05
1.9.1.1 Dit bedrag bedraagt indien de aanvraag wordt gedaan voor 1 maart 2016 € 41,35
1.9.2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de legalisatie van een handtekening € 9,25
1.10.1 Voor het doen verrichten van een nasporing in het archief van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, voor zover deze dienst niet afzonderlijk en met name in deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente dan wel in andere rechtsregels is genoemd, voor elk daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan € 18,50
18.1.1 Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardeningen, voorzover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond en waarvoor geen nadere afspraken zijn gemaakt, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief per strekkende meter sleuf verhoogd met € 1,42
per strekkende meter sleuf verhoogd met € 6,83
en per strekkende meter las verhoogd met € 3,40
18.3 Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer
19.5 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten. Dit bedrag wordt automatisch aangepast aan besluiten van de Rijksdienst voor het Wegverkeer
19.8 Op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 is het College van burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen voor het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone (artikel 25, 2e lid van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.
20.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat zwart – wit enkelzijdig € 6,40
20.2 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat zwart – wit dubbelzijdig € 6,65
20.3 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat zwart – wit enkelzijdig 6,65
20.4 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat zwart – wit dubbelzijdig € 6,90
20.5 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat kleur per pagina € 6,65
20.6 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat kleur per pagina € 7,40
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
2.1.1.1 Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.
2.1.1.2 Bouwkosten: de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
2.1.1.3 Sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten , de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt. In deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
2.1.1.4 Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 Het tarief bedraagt voor vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2.1 In verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is € 143,20
2.2.2 Indien er sprake is van het afwijken van het afwijken van het bestemmingsplan (projectafwijkingsbesluit of bestemmingsplanwijziging), dan bedragen de leges:
2.2.2.1 Voor het beoordelen van de ruimtelijke wenselijkheid € 347,70
2.2.2.2 Voor het beoordelen van een ruimtelijke onderbouwing € 2.290,70
2.3 De in voorgaande artikelen van dit hoofdstuk aangehaalde leges worden verrekend met de leges, die in rekening worden gebracht bij het in behandeling nemen van een definitieve aanvraag voor een omgevingsvergunning.
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteiten, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, waarbij onderdeel 2.3.6.1 van deze Legesverordening niet van toepassing is bedraagt het tarief
2.3.1.2 Extra welstandstoets: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is € 147,00
2.3.1.3 Verplicht advies agrarische commissie: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld € 669,00
2.3.1.4 Achteraf ingediende aanvraag: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 110% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
2.3.1.5 Beoordeling aanvullende gegevens: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen € 51,10
2.3.1.6 Landschappelijke toetsing: Indien ter zake van de aanvraag tot verkrijging van een vergunning of een (principe-)verzoek tot verkrijging van een vergunning een extern advies dient te worden aangevraagd betreffende een landschappelijke toetsing dan worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
2.3.2.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo bedraagt het tarief € 801,00
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1:
2.3.3.1 Binnenlandse afwijking: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast
2.3.3.2 Buitenplanse kleine afwijking: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad € 545,00
2.3.3.3 Buitenplanse afwijking (projectbesluit): Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast:
2.3.3.4 Tijdelijke afwijking: Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad € 545,00
2.3.3.5 Afwijking van het exploitatieplan: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad € 545,00
2.3.3.6 Afwijking van provinciale wetgeving: Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerstel lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast. € 545,00
2.3.3.7 Afwijking van nationale wetgeving: Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast wordt toegepast € 545,00.
2.3.3.8 Afwijking van voorbereidingsbesluit: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast € 545,00.
2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.4.1 Binnenlandse afwijking: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 412,00
2.3.4.2 Buitenlandse kleine afwijking: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 412,00
2.3.4.3 Buitenplanse afwijking (projectbesluit): Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 4.130,00
2.3.4.4 Tijdelijke afwijking: Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 412,00
2.3.4.5 Afwijking exploitatieplan: Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 542,00
2.3.4.6 Afwijking provinciale regelgeving: Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 542,00
2.3.4.7 Afwijking van nationale wetgeving: Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad € 542,00
2.3.4.8 Afwijking voorbereidingsbesluit: Indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast. Een bedrag ad: € 542,00
2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads – of dorpsgezichten
2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een
activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking
tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening
Noordwijkerhout 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van
die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van de
Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 een vergunning of ontheffing is
vereist en de activiteit ook valt onder artikel 2,bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) bedraagt het tarief: € 0,00
2.3.6.1.1 Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van
2.3.6.1.2 Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op
een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 0,00
2.3.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads – of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 aangewezen stads – of Dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: € 0,00
2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of beschermde stads- of Dorpsgezichten. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,4 % van de sloopkosten met een minimum van € 337,00
2.3.8 Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het
aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een
weg waarvoor ingevolge artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en 1e lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief € 270,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken,
hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor
ingevolge artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, 1e lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief € 270,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand , waarvoor ingevolge artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, 1e lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 172,00.
2.3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het
maken en voeren van handelsreclame waarvoor ingevolge een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 4.7.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening
een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, 1e lid, aanhef en
onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief € 134,00
2.3.11.2 Indien hiervoor ook een welstandsadvies is vereist € 61,00
2.3.12 Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
2.3.12.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in
artikel 16, 1e lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: € 241,00
2.3.12.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren
van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een
door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als
bedoeld in artikel 19d, 1e lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 € 241,00
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het
verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen
van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.14.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in
artikel 2.1, 1e lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief € 233,00
2.3.14.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of
waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van
2.3.14.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze
tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de
activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in
geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt
2.3.14.2.2 Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de
voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
2.3.15 Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen
plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.15.1 Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met
betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste
2.3.15.2 Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met
betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede
2.3.16 Beoordeling bodemrapport
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
2.3.16.1 een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met € 331,00;
2.3.16.2 een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met € 331,00
2.3.17.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.17.2 Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.18.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur
aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27,
2.3.18.1.1 Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: € 293,00
2.3.18.1.2 Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.18.2 Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering beloopt:
2.4.2.1 bij 5 tot 10 activiteiten [2%] van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
2.4.2.2 bij 10 tot 15 activiteiten [3%] van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
2.4.2.3 bij 15 of meer activiteiten [5%] van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten en teruggaafregeling bijzondere procedures.
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.3.4 t/m 2.3.3.8, 2.3.4.1 t/m 2.3.4.2, 2.3.4.4, 2.3.4,5, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
2.5.1.1Indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat een beslissing op de aanvraag is genomen maar:
2.5.1.1 1 tot en met 2 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag 75% van de
onder 2.5.1 genoemde onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde
2.5.1.1.2 Van 2 tot en met 7 weken na ontvangst van de aanvraag 65% van die onderdelen
voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.1.1.3 Later dan 7 weken na ontvangst van de aanvraag 55% van die onderdelen voor de
betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.1.2 Teruggaafregeling bijzondere procedures
Ingeval een aanvraag tot het verkrijgen van een bestemmingsplanherziening,
wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12,
eerste lid, onder a onder 3° van de Wabo wordt toegepast als bedoeld in de
onderdelen 2.3.3.3, 2.3.4.3, 2.8.1 en 2.8.2 wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
2.5.1.2.1 Indien het verzoek is ingetrokken binnen 2 weken na de indiening van het verzoek
en vóórdat op dat verzoek een beslissing is genomen 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
2.5.1.2.2 Indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 2 weken na indiening
van het verzoek, maar binnen 1 week na het einde van de ter –inzage -leggings
termijn 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
2.5.1.2.3 Indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 1 week na het einde van
de ter – inzage – leggings – termijn maar voordat een beslissing op de aanvraag is
genomen 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en waarbij aangegeven is dat van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.1 en 2.3.7.
2.5.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten
2.5.3.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 al of niet beslissend op bezwaar weigert,
bestaat aanspraak op 50 % teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor
de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3.2 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een
vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is
2.5.4Minimumbedrag voor teruggaaf
2.5.5Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3 tot en met 2.3.4.8, -ingeval op het afwijkingsverzoek een besluit is genomen alsmede de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning
2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van
een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld,
geringe wijziging in het project € 205,00
2.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw -, sloop – of
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
2.8.1 (Partiële) herziening bestemmingsplan
2.8.1.1 Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het
in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan
als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:
Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag
om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit
een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de
begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
De in dit artikel bedoelde aanvraag tot het starten van een
bestemmingsplanprocedure dient noodzakelijk te zijn om een (bouw) plan c.q.
project te kunnen realiseren, uitsluitend of overwegend in het belang van de
aanvrager. Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indien de met het
bestemmingsplan gepaard gaande krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke
ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
2.8.1.2 Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in
behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening in geval er geen
bouw -/ aanlegplan aan ten grondslag ligt (wijziging gebruik):
Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag
om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit
een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.8.1.3 Indien een begroting als bedoeld in 2.8.1.1. en 2.8.1.2 is uitgebracht, wordt een
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze
vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.8.1 Wijziging bestemmingsplan door burgemeester en wethouders
Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag
om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.8.3 Indien een begroting als bedoeld in 2.8.2. is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager in kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
10.1 Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, nodig is : Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 6 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
Hoofdstuk 7 Standplaatsvergunning
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-131114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.