Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 130981 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 130981 | Verordeningen |
Verordening leges omgevingsvergunning 2016
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam 'leges omgevingsvergunning' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst als bedoeld in artikel 1 dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend.
Artikel 3 Heffingsmaatstaven en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
Artikel 5 Termijn van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 7 Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges omgevingsvergunning.
Artikel 8 Intrekking oude verordening
De Verordening leges omgevingsvergunning 2015 wordt ingetrokken.
De Verordening leges omgevingsvergunning 2015 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2016 hebben voorgedaan.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016, met dien verstande dat artikel 5.1. van de Tarieventabel niet eerder in werking treedt dan het moment van inwerkingtreding van artikel 6j van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet zoals dit is opgenomen in artikel A van de Voorpublicatie van het besluit tot wijziging en aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van bijlage II bij de Crisis- en herstelwet (elfde tranche, Staatscourant 2015, nr. 17190).
Tarieventabel behorend bij Verordening leges omgevingsvergunning 2016
HOOFDSTUK 1 OMGEVINGSVERGUNNINGEN VOOR ACTIVITEIT BOUWEN
(een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
HOOFDSTUK 2 TERUGGAAFREGELING OMGEVINGSVERGUNNING VOOR ACTIVITEIT BOUWEN
HOOFDSTUK 3 AFWIJKING VAN EEN BESTEMMINGSPLAN ZONDER DAT EEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN IS VEREIST
(een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zonder dat met dezelfde aanvraag tevens een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is aangevraagd)
HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT AANLEGGEN
(een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
HOOFDSTUK 5 OMGEVINGSVERGUNNINGEN VOOR ACTIVITEIT SLOPEN
(een activiteit als bedoeld in artikel 2.1. lid 1, sub f, g en h en artikel 2.2, lid 1, sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
HOOFDSTUK 6 OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT EEN UITWEG TE MAKEN, TE HEBBEN OF TE VERANDEREN, OF HET GEBRUIK DAARVAN TE VERANDEREN
(een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, sub e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
HOOFDSTUK 7 OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT HET VELLEN VAN EEN HOUTOPSTAND
(een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, sub g, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
HOOFDSTUK 8 OMGEVINGSVERGUNNING VOOR ACTIVITEIT BRANDVEILIG GEBRUIK
(een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)
Toelichting op de Verordening leges omgevingsvergunning 2016
De leges worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Vanaf 1 januari 1995 komt het begrip ‘leges’ niet meer voor in de Gemeentewet. De reden hiervan is dat er geen wezenlijke verschillen bestaan tussen leges en andere rechten. Het begrip ‘rechten’ in artikel 229 van de Gemeentewet omvat mede de leges.
In de verordening is ervoor gekozen de rechten ‘leges’ te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
De Verordening leges omgevingsvergunning bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven.
Artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bepaalt dat gemeenten onder andere rechten kunnen heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Leges kunnen dus uitsluitend geheven worden voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Dit blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1987 (nummer 24.892, BNB 1988/117, Belastingblad 1988, blz. 65).
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Op grond van de jurisprudentie is de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij de dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.
Indien de dienst ambtshalve wordt verleend, is er naar het oordeel van de wetgever geen sprake van een dienst (Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 21 591, nr. 3, blz. 78). Dit betekent dat vanaf 1 januari 1995 voor het ongevraagd verlenen van diensten geen legesheffing meer mogelijk is.
Is het algemene belang groter dan het individuele belang van de aanvrager dan wel degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend, dan is er geen sprake van een dienst die de legesheffing rechtvaardigt.
Ten slotte wordt opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de verordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is dus sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
Dit artikel bevat een teruggaveregeling die nader is uitgewerkt in de tarieventabel. Tot 1 januari 2016 kende deze bepaling de eis dat teruggaaf alleen werd verleend indien een belastingplichtige die recht had op een teruggave daar zelf een verzoek toe indiende. In het kader van het verbeteren van de dienstverlening, is deze eis van het indienen van een verzoek tot teruggave per 1 januari 2016 komen te vervallen. Ook voor eerder opgelegde en betaalde legesaanslagen die zijn opgelegd op basis van deze verordening zal vanaf die datum overeenkomstig worden gehandeld en is een verzoek van de belastingplichtige niet meer nodig. Wanneer sprake is van een teruggave van verschuldigde leges en hoe hoog een eventuele teruggaaf is, wordt bepaald door de regeling in de tarieventabel.
Deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel treden in principe in werking per 1 januari 2016. Op 24 juni 2015 heeft een voorpublicatie van het besluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van bijlage II bij de Crisis- en herstelwet (elfde tranche, Staatscourant 2015, nr. 17190) plaatsgevonden. Deze voorpublicatie kent onder artikel A een nieuw artikel 6j van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet dat is gericht op het zogenoemde project Architect aan Zet. Op het moment van het opstellen van deze verordening was nog niet duidelijk wanneer dit besluit in werking zou treden, maar was wel duidelijk dat het wenselijk was vanwege de lichtere toets die vanuit de gemeente plaatsvindt op bouwplannen die binnen dit project vallen een lager legestarief te gaan hanteren. In artikel 1.5 van de Tarieventabel is daartoe een regeling opgenomen die ertoe leidt dat op aanvragen die vallen onder de reikwijdte van dat artikel 6j een kortingspercentage van 30% van toepassing zal zijn. Deze bijzondere regeling kan pas van toepassing zijn nadat dit artikel 6j in werking is getreden en is alleen van toepassing op aanvragen die worden ingediend na dat moment van inwerkingtreding.
Bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit wordt de hoogte van de verschuldigde leges bepaald aan de hand van de in artikel 1.1.1 vastgelegde objectieve prijsbepalingsmethodiek. Daarbij gaat het altijd om de prijs die van toepassing is op de bedrijfsmatige realisatie van het aangevraagde bouwplan. Dit betekent dat het niet relevant is of de werkzaamheden door een aannemer of in eigen beheer worden uitgevoerd, dat niet relevant is of sprake is van een tijdelijke of een permanente bouwactiviteit, dat niet relevant is of gebruik wordt gemaakt van nieuwe of van tweedehands materialen en dat alle als bouwactiviteit te duiden objecten onder deze regeling vallen. Ook voor het plaatsen van woonwagens en voor het gedurende enkele maanden plaatsen van een aantal portocabins als tijdelijke bedrijfshuisvesting wordt de hoogte van de verschuldigde leges daarmee bepaald aan de hand van de vraag wat het realiseren van deze bouwwerken kost bij het gebruiken van nieuwe materialen en realisatie door een professioneel aannemer. Voor een nadere duiding van de gekozen kostenbepalingsmethodiek wordt verwezen naar de betreffende NEN.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 199, is uitgegeven op 21 december 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-130981.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.