|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten:
|
|
2.3.1.1.1
|
minder bedragen dan € 15.000,01:
|
3,38 %,
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 112,60
|
2.3.1.1.2
|
meer bedragen dan € 15.000,00 maar minder bedragen dan € 500.000,01:
|
|
|
-voor de eerste 15.000,00 aan bouwkosten
|
€ 507,00
|
|
vermeerderd met
van de bouwkosten > € 15.000,00
|
3,05%
|
2.3.1.1.3
|
meer bedragen dan € 500.000,00:
|
|
|
-voor de eerste € 500.000,00 aan bouwkosten
|
€15.299,50
|
|
vermeerderd met
|
2,80%
|
|
van de bouwkosten > € 500.000,00
|
|
|
|
|
|
welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Niet van toepassing
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 660,00
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
10 % met een minimum van
€ 180,10 en een maximum van
€ 1.125,55
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
2.3.1.5
|
Niet van toepassing
|
|
2.3.1.6
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een toets op grond van de Verordening Ruimte (BZV) nodig is
|
€ 875,50
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 393,90
|
|
|
|
2.3.2.1.1
|
Voor het beoordelen van de onder 2.3.2.1 bedoelde aanvraag kan een ecologisch onderzoeksrapport noodzakelijk zijn. Indien dit het geval is, worden, naast de kosten genoemd in 2.3.2.1, de kosten van het advies dat gevraagd wordt aan een extern adviesbureau doorberekend. Het tarief bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij
tevens sprake
is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 675,30
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 675,30
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 5.627,55
|
2.3.3.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor extern advies moet worden gevraagd:
Het bedrag vermeld in 2.3.3.3 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
2.3.3.4
|
vervallen.
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van AMvB of provinciale verordening):
|
€ 675,30
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij
geen sprake
is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 675,30
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 675,30
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 5.627,55
|
2.3.4.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3o, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse ontheffing) en hiervoor extern advies moet worden gevraagd:
Het bedrag vermeld in 2.3.4.3 vermeerderd met de kosten van extern advies. Het tarief hiervoor bedraagt het bedrag dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als de dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
2.3.4.4
|
vervallen.
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van AMvB of provinciale verordening):
|
€ 675,30
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.2
|
voor het verlenen of vernieuwen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
|
€ 129,40
|
2.3.5.3
|
voor het intrekken van de voorwaarden waaronder de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken is verleend
|
€ 129,40
|
2.3.5.4
|
voor het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken bestaande uit:
. een wijziging van de tenaamstelling en/of
. een wijziging van de naam van het bouwwerk waarop de vergunning
betrekking heeft
|
€ 129,40
|
2.3.5.5
|
Niet van toepassing
|
|
2.3.5.6
|
Niet van toepassing
|
|
2.3.5.7
|
De overeenkomstig de in 2.3.5.2 genoemde tarieven van geheven leges worden vermeerderd met de bedragen genoemd in 2.3.5.8 indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn
|
|
2.3.5.8
|
Categorie I:
a.Bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien personen
bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
b.bouwwerken of inrichtingen waarin aan bejaarden in het kader van
de Wet op de bejaardenoorden huisvesting zal worden verschaft;
a.bouwwerken of inrichtingen waarin aan meer dan tien kinderen
jonger dan twaalf jaar of aan meer dan tien lichamelijke en/of
geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft;
a.bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen
tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet zijnde:
. woongebouwen;
. bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer;
. sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en
clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen;
. info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en
kunstgalerijen.
Categorie II
a.bouwwerken waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2 van de
Bouwverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen;
a.Inrichtingen waarin bedrijfsmatig de in artikel 2.2.2 van de
Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden
opgeslagen;
a.bouwwerken of inrichtingen voor (weg)verkeer en zover het gaat
om bouwwerken of inrichtingen waarin meer dan vijftig personen
aanwezig kunnen zijn;
a.sporthallen, zwembaden, sportscholen, maneges en
clubgebouwen van sport en vrijetijdsverenigingen;
a.info- en exporuimten, tentoonstellingsruimten, musea en
kunstgalerijen.
De vermeerderingen zijn:
bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m²
bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m²
bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m²
bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m²
bruto-vloeroppervlakte 1500 tot 2000 m²
vermeerderd met
voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m²
bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan 10000 m²
vermeerderd met
voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000 m²
bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan 20000 m²
vermeerderd met
voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000 m²
bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer
Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een bouwwerk, voor die wijziging:
De vermeerderingen zijn:
bruto-vloeroppervlakte minder dan 100 m²
bruto-vloeroppervlakte 100 tot 500 m²
bruto-vloeroppervlakte 500 tot 1000 m²
bruto-vloeroppervlakte 1000 tot 1500 m²
bruto-vloeroppervlakte 1500 tot 2000 m²
vermeerderd met:
voor elke 500 m² of een gedeelte daarvan boven de 2000 m²
bruto vloeroppervlak van 5000 m² of meer, doch minder dan 10000 m²
vermeerderd met:
voor elke 1000 m² of een gedeelte daarvan boven de 5000 m²
bruto vloeroppervlak van 10000 m² of meer, doch minder dan 20000 m²
vermeerderd met:
voor elke 2000 m² of een gedeelte daarvan boven de 10000 m²
bruto vloeroppervlak van 20000 m² of meer
|
€ 692,15
€ 1.125,55
€ 1.519,40
€ 1.710,80
€ 1.969,65
€ 163,20
€ 3.095,20
€ 163,20
€ 3.939,30
€ 163,20
€ 5.762,60
€ 692,15
€ 1.125,55
€ 1.519,40
€ 1.710,80
€ 1.969,65
€ 163,20
€ 3.095,20
€ 163,20
€ 3.939,30
€ 163,20
€ 5.762,60
|
2.3.5.9
|
Indien de aanvraag om een gebruiksvergunning als bedoeld onder de 2.3.5.2 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek voor 50% van de geheven leges ontheffing verleend.
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Monumentenverordening 2005 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 112,60
|
2.3.6.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking o.b.v. de Monumentenverordening 2005 en de Monumentenwet 1988;
|
€ 112,60
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
- bij een hoeveelheid sloopafval tot en met 50 m3
- bij een hoeveelheid sloopafval van 51 tot en met 100 m3
- bij een hoeveelheid sloopafval van meer dan 100 m3
|
€ 112,60
€ 225,10
€ 393,90
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 281,40
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 112,60
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 101,30
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.11.1
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
|
2.3.12.1.1
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:
|
€ 187,15
|
2.3.12.1.2
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.12.1.1 vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
|
2.3.12.2.1
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:
|
€ 187,15
|
2.3.12.2.2
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.12.2.1 vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
|
2.3.13.1.1
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag een externe toetsing is geweest:
|
€ 187,15
|
2.3.13.1.2
|
-indien er voor het in behandeling nemen van de aanvraag géén externe toetsing is geweest: het bedrag vermeld in artikel 2.3.13.1 vermeerder met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 187,15
|
|
vermeerderd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;
|
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale verordening betreft:
|
€ 187,15
|
|
vermeerderd met het bedrag zoals dit voor de activiteit is opgenomen in de op basis van artikel 8 van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO)gebaseerde productencatalogus provincie Noord-Brabant 2010.
|
|
2.3.14.2.3
|
als het een waterschapsverordening betreft:
|
€ 187,15
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening
|
€ 84,40
|
2.3.16.2
|
Voor het in behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden (archeologische bedrijven) opgestelde:
|
|
2.3.16.2.1
|
a.programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie
|
€ 983,45
|
2.3.16.2.2
|
b.plannen van Aanpak inzake archeologische (voor)onderzoek
|
€ 196,70
|
2.3.16.2.3
|
c.offertes voor eventueel archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 196,70
|
2.3.16.2.4
|
d.rapportages betreffende uitgevoerd archeologische (voor)onderzoek, ex artikel 39, tweede lid, artikel 40, eerste lid en artikel 41, eerste lid van de Monumentenwet
|
€ 786,77
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
per verklaring van geen bedenkingen op basis van de artikelen 46 en 47 van de Natuurbeschermingswet 1998 en de artikelen 4.4.4, eerste lid en 7.0 van de provinciale Milieuverordening Noord-Brabant
|
€ 369,20
|
2.3.18.1.2
|
per verklaring van geen bedenkingen afgegeven door het ministerie van LNV op basis van artikel 75c van de Flora- en Faunawet:
|
€ 0,00
|