Gemeenschappelijk Regeling Openbaar lichaam DUO

 

De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder Amstel ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft:

Gelezen het besluit van de raad van de gemeente Diemen d.d. 30 april 2015, van de raad van de gemeente Uithoorn d.d. 30 april 2015 en van de raad van de gemeente Ouder-Amstel d.d. 30 april 2015, waarin zij toestemming hebben verleend voor het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO ;

Overwegende dat:

de betrokken gemeenten sinds 2013 de kansen verkennen voor samenwerking op bedrijfsvoering en uitvoeringstaken;

nieuwe taken en eisen op de gemeenten afkomen, vergezeld gaande met bezuinigingen en die vragen om krachtig optreden;

de gemeentebesturen de opgave delen om bestuurlijk en ambtelijk voldoende competent te blijven in de toekomst en vanuit deze gezamenlijke opgave elkaar willen versterken door samenwerking;

de colleges van de betrokken gemeenten de kwetsbaarheid willen verminderen, de kwaliteit van het werk willen verhogen en kosten willen besparen;

de colleges van de betrokken gemeenten dit willen bereiken door een intensieve, structurele ambtelijke samenwerking op bedrijfsvoerings- en uitvoeringstaken en dat zij daarvoor een nieuwe uitvoeringsorganisatie in het leven roepen die zij voor onbepaalde tijd diensten laten verlenen;

de colleges van de betrokken gemeenten elkaar vinden in de waarde die zij hechten aan behoud van lokale autonomie en bestuurlijke zelfstandigheid;

daarbij geldt dat de menselijke maat hoog in het vaandel staat en dat zaken in de nabijheid van de burger georganiseerd moeten blijven;

dat behoud van eigenheid en de couleur locale en een kernen c.q. wijkgerichte benadering uitgangspunt zijn voor de samenwerking;

dat de gemeenteraad van Diemen op 23 januari 2014, de gemeenteraad van Uithoorn op 30 januari 2014 en de gemeenteraad van Ouder Amstel op 13 februari 2014 in dit kader besluiten heeft genomen inzake de Samenwerkingsorganisatie;

dat de raden van de gemeente Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel in hun separate vergaderingen op 8 januari 2015, toestemming hebben verleend voor het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO ;

dat de colleges en de burgemeesters van de gemeente Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel daarop op 8 januari 2015 hebben besloten de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO te treffen, welke regeling op 16 januari 2015 in werking is getreden;

dat in artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling de volgende taken vermeld staan die aan DUO kunnen worden toegekend:

ICT en informatisering

PIOFACH- en staftaken / faciliteiten (PIOFACH: Personeel, Inkoop, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie, Huisvesting)

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Dienstverlening

Beheer Openbare Ruimte

Sociale Zaken

Nieuwe uitvoeringstaken in het Sociaal Domein

dat vervolgens de raad van de gemeente Diemen op 30 april 2015 heeft ingestemd met het collegevoorstel om naast ICT en informatisering, de taken PIOFACH- en staftaken/faciliteiten (hierna omschreven als: pakket Bedrijfsvoering) bij DUO onder te brengen, en de gemeenteraden van Uithoorn en Ouder-Amstel hebben idem ingestemd, en tevens met de voorstellen tot het onderbrengen bij DUO van de overige taken uit artikel 5 (deze taken hierna omschreven als: pakket Buurt & Burger), welke besluiten aanleiding geven om de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO te wijzigen;

dat daarnaast de Wet gemeenschappelijke regelingen wijzigingen heeft ondergaan die op 1 januari 2015 in werking zijn getreden en die tot aanpassing van de gemeenschappelijke regeling DUO leiden.

Gelet op de toepasselijke bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Archiefwet.

Besluiten:

De gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam DUO te wijzigen, zodat de tekst komt te luiden als volgt:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Algemeen Bestuur

Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam

Burgemeester(s)

De burgemeester(s) van de deelnemende gemeenten

College(s)

Colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten

Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam

Deelnemer(s)

Aan deze regeling deelnemende gemeente(n)

Derde

Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, anders dan een deelnemende gemeente

Dienstverleningshandvest

Een handvest op basis waarvan DUO taken uitvoert ten behoeve van de deelnemers

Dienstverleningsovereenkomst

De overeenkomst die de individuele deelnemers met DUO sluiten over de uit te voeren taken en de voorwaarden waaronder dat zal gebeuren

Directeur

De directeur van het Openbaar Lichaam

DUO

Het openbaar lichaam opgericht bij deze regeling

Gedeputeerde Staten

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Openbaar lichaam

Het rechtspersoonlijkheid bezittend Openbaar Lichaam als bedoeld in artikel 2 van deze regeling

Raad/Raden

De gemeenteraad/gemeenteraden van de deelnemende gemeenten

Regeling

Deze gemeenschappelijke regeling

Secretaris

De secretaris van het Openbaar Lichaam.

Verantwoordingsprotocol

Een protocol waarin de regels zijn vastgelegd omtrent informatie uitwisseling, controle door de deelnemers en verantwoording door DUO aan de deelnemers

Voorzitter

De voorzitter van het Openbaar Lichaam

Wet

Wet gemeenschappelijke regelingen

Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het Openbaar Lichaam, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college en de burgemeester in die artikelen.

HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND OPENBAAR LICHAAM.

Artikel 2 Openbaar Lichaam

Er is een Openbaar Lichaam als bedoeld in artikel 8 van de wet, genaamd DUO .

Het Openbaar Lichaam is gevestigd in Ouderkerk aan de Amstel.

Artikel 3 Bestuur Openbaar Lichaam

Het bestuur van DUO bestaat uit:

Het Algemeen Bestuur

Het Dagelijks Bestuur

De Voorzitter

HOOFDSTUK 3 BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4 Belangen

De regeling wordt getroffen ter uitvoering van beleid en van ondersteunende bedrijfsprocessen van de deelnemers alsmede de sturing en toetsing daarvan. Zulks om vanuit bestuurlijke autonomie en beleidsvrijheid van de deelnemers gestalte te geven aan een toekomstbestendige, kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering van de door de deelnemers opgedragen taken.

Artikel 5 Taken

Aan DUO worden taken opgedragen ter behartiging van de belangen waarvoor de gemeenschappelijke regeling is getroffen. De in dit kader voor de respectievelijke Deelnemers uit te voeren taken worden door het Dagelijks Bestuur vastgelegd in een openbaar takenregister.

Het Algemeen Bestuur legt, bij unaniem besluit, in een dienstverleningshandvest de voorwaarden vast onder welke DUO de takenpakketten Bedrijfsvoering en Buurt & Burger, alsmede eventueel maatwerk voor de Deelnemers uitvoert.

De taken, de omvang van de uitvoering en de daaraan verbonden kosten per deelnemer worden in dienstverleningsovereenkomsten tussen de individuele deelnemers en DUO vastgelegd, overeenkomstig de uitgangspunten van de regeling en het dienstverleningshandvest.

Binnen de aan DUO opgedragen taken kunnen de volgende één en ondeelbare pakketten worden onderscheiden:

Pakket Bedrijfsvoering, bestaande uit de volgende taken:

ICT, informatisering en automatisering

Personeel en Organisatie

Inkoop

Communicatie

Financiën

Juridische zaken

Onderdelen van Interne Dienstverlening

Pakket Buurt & Burger, bestaande uit de volgende taken:

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Dienstverlening

Beheer Openbare Ruimte

Sociale Zaken

Nieuwe uitvoeringstaken Sociaal Domein

Resterende Onderdelen van Interne Dienstverlening

De gemeente Diemen draagt de uitvoering van alle taken zoals vermeld onder Pakket Bedrijfsvoering op aan DUO .

De gemeenten Ouder-Amstel en Uithoorn dragen de uitvoering van alle, onder beide pakketten vermelde taken, op aan DUO .

Ingeval de gemeente Diemen op enig moment het pakket Buurt & Burger wenst af te nemen is daarvoor wijziging van deze Regeling vereist.

Het is de deelnemers niet toegestaan opgedragen taken in te trekken dan wel te beëindigen, anders dan door uit de Regeling te treden.

Het college van een deelnemer kan het initiatief nemen tot het indienen van een verzoek bij het Dagelijks Bestuur tot structurele uitbreiding van één van beide, of beide vermelde pakketten. Het Dagelijks Bestuur stuurt naar aanleiding van het verzoek de colleges van de overige deelnemers ter goedkeuring een voorstel tot uitbreiding van het betreffende pakket van DUO . Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens, bij unaniem besluit, over de uitbreiding van het pakket Bedrijfsvoering en / of het pakket Buurt & Burger en geeft na een positief besluit het Dagelijks Bestuur opdracht het takenregister met de nieuwe taak of taken aan te vullen. Het Algemeen Bestuur neemt daarbij de procedures en de termijnen als beschreven in het dienstverleningshandvest in acht. Deelnemers zijn verplicht de structurele uitbreiding af te nemen, met dien verstande dat dit niet voor de gemeente Diemen geldt indien het een uitbreiding van het pakket Buurt & Burger betreft.

Ieder van de Deelnemers kan DUO verzoeken tot het leveren van maatwerk. Onder maatwerk wordt verstaan werkzaamheden die voortvloeien uit taken, niet behorende tot één van beide hierboven vermelde pakketten. Het dagelijks bestuur beslist over het verzoek op de wijze als opgenomen in het dienstverleningshandvest.

De uitvoering van de in het vierde lid en het takenregister aangegeven taken start volgens een door het Algemeen Bestuur vastgestelde planning. De implementatie van taken kan worden gefaseerd. Het Algemeen Bestuur laat het Dagelijks Bestuur de planning vastleggen in het takenregister.

Het Algemeen Bestuur kan op verzoek besluiten tot het uitvoeren van werkzaamheden voor derden. Zij zal daarbij acht slaan op de uit het aanbestedingsrecht voortvloeiende beperkingen, alsmede op de gevolgen, voortvloeiende uit overige wet- en regelgeving.

Artikel 6 Algemene bevoegdheidstoedeling

De daartoe bevoegde bestuursorganen van de deelnemers bepalen in afzonderlijke mandaatbesluiten welke bevoegdheden die samenhangen met de taken zoals vermeld in artikel 5 van de regeling, worden opgedragen aan de directeur.

Artikel 7 Kwaliteitsborging

DUO draagt zorg voor een zorgvuldige en hoogwaardige uitvoering van de taken zoals vermeld in artikel 5 van deze regeling en zoals overeengekomen in het dienstverleningshandvest, alsmede in de dienstverleningsovereenkomsten.

Ter borging van de kwaliteit van de uitvoering worden door het Algemeen Bestuur in overleg met de deelnemers kwaliteitsnormen vastgesteld.

HOOFDSTUK 4 ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 8 Samenstelling

Het Algemeen Bestuur bestaat uit de voltallige Colleges.

De zittingsduur van de leden van het Algemeen Bestuur is gelijk aan die van de Colleges. De leden van het Algemeen Bestuur blijven na het verstrijken van de in de vorige zin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip dat de leden van de nieuwe colleges door hun respectievelijke raden als zodanig zijn benoemd.

In het geval dat een lid van een college binnen de zittingstermijn als bedoeld in lid 2 aftreedt of wordt ontslagen, vervalt met gelijke ingang het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur. De desbetreffende deelnemer voorziet in de ontstane vacature.

Artikel 9 Werkwijze

Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts als de Voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste één van de leden van het Algemeen Bestuur dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.

De gemeentesecretarissen van de deelnemers wonen de vergaderingen van het Algemeen Bestuur bij. Zij hebben daarin een adviserende stem.

Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

Voor zover bij of krachtens deze regeling niet anders is bepaald, worden besluiten van het Algemeen Bestuur bij gewone meerderheid genomen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur heeft elke deelnemer één stem.

Op de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn de artikelen 28 tot en met 32 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Bevoegdheden

Aan het Algemeen Bestuur komen alle bevoegdheden toe die in deze regeling niet zijn opgedragen aan het Dagelijks Bestuur of aan de Voorzitter.

Het Algemeen Bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel tot de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan. Het Algemeen Bestuur maakt van deze bevoegdheid geen gebruik dan nadat de raden een ontwerp is toegezonden en zij in de gelegenheid zijn gesteld wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het Algemeen Bestuur.

Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden overdragen met uitzondering van:

Het vaststellen dan wel wijzigen van de begroting.

Het vaststellen van de jaarrekening.

Het vaststellen van de financiële beheers- en de controleverordening zoals omschreven in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet.

Het vaststellen van de kadernota voor de bedrijfsvoering

Het vaststellen van de bijdrageverordening

Het vaststellen van het dienstverleningshandvest

Het vaststellen van het model voor de dienstverleningsovereenkomst

Het vaststellen van de producten- en dienstencatalogus

Het vaststellen van beleid inzake reservevorming

Het vaststellen van het verantwoordingsprotocol

Het vaststellen van de uittredingsregeling.

Artikel 11 Informatie- en verantwoordingsplicht

Het Algemeen Bestuur geeft, voor zover het hun bevoegdheid betreft, aan de colleges van de deelnemers op een voor de deelnemer gebruikelijke wijze desgevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde beleid nodig is.

Een lid van het Algemeen Bestuur is aan het College dat het lid heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. Hij verschaft op de bij de deelnemer gebruikelijke wijze het college alle inlichtingen die door dit orgaan of één of meer leden daarvan worden verlangd.

Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt ook ten aanzien van de raad van de gemeente door wiens College het lid van het Algemeen Bestuur is aangewezen.

Het Algemeen Bestuur geeft zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen twee maanden aan de raden en de colleges de door één of meer leden van die raden of colleges schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het algemeen belang.

HOOFDSTUK 5 DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 1 2 Samenstelling

Het Dagelijks Bestuur bestaat uit één lid per deelnemer. De leden worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen.

De leden van het Dagelijks Bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling.

De leden van het Dagelijks Bestuur treden af als lid van dat bestuur met ingang van de dag waarop de lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt. Zij blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop het Algemeen Bestuur een nieuw Dagelijks Bestuur heeft aangewezen.

Artikel 1 3 Werkwijze

Ieder lid in het Dagelijks Bestuur, inclusief de voorzitter, heeft één stem in het Dagelijks Bestuur.

De gemeentesecretarissen van de deelnemers wonen de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur bij. Zij hebben daarin een adviserende stem.

Het Dagelijks Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

Het Dagelijks Bestuur kan zijn werkzaamheden verdelen over de leden. Deze verdeling wordt aan het Algemeen Bestuur mede gedeeld.

Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig achten.

Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 54 tot en met 59 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1 4 Bevoegdheden

Tot de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur behoren:

Het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd.

Het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur.

Het beheer van de financiën van DUO .

De zorg voor de controle op het financieel beheer en de financiële administratie van DUO , voor zover dat niet aan anderen toekomt.

Te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van DUO , met uitzondering van de in het tweede lid van artikel 10 genoemde rechtshandelingen.

Het zo nodig nemen van conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het nemen van maatregelen ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit, alsmede te besluiten tot het voeren van bezwaarprocedures, administratief beroepsprocedures en rechtsgedingen.

Het houden van toezicht op alles wat DUO aangaat.

Het vaststellen van de rechtspositionele regelingen

Het vaststellen van kaders voor de organisatie in de vorm van een organisatieregeling

De benoeming, schorsing en het ontslag van de directeur en het overige personeel.

De voorbereiding en uitvoering van de hiervoor onder c tot en met g en j genoemde bevoegdheden worden door het Dagelijks Bestuur middels een vast te stellen directiestatuut opgedragen aan de directeur, dit behoudens de benoeming, schorsing en het ontslag van de directeur.

Artikel 1 5 Informatie- en verantwoordingsplicht

De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tezamen en afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording schuldig voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid.

De leden van het Dagelijks Bestuur geven, gevraagd en ongevraagd, aan het Algemeen Bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het gevoerde en te voeren beleid noodzakelijk is.

De leden van het Dagelijks Bestuur geven tezamen dan wel afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur, indien dit bestuur dan wel een of meer leden daarvan daarom verzoeken, binnen acht weken alle gevraagde inlichtingen, een en ander voor zover dit niet in strijd is met het algemeen belang.

Het Dagelijks Bestuur stelt de rekenkamer(commissie)s van de deelnemers afzonderlijk en in samenwerking met elkaar in de gelegenheid alle informatie te verkrijgen die voor de wettelijke taakuitoefening nodig is, onverminderd het bepaalde in artikel 184 Gemeentewet.

De wijze waarop door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur inlichtingen worden verstrekt dan wel verantwoording voor het gevoerde beleid dient te worden afgelegd, wordt nader geregeld in het reglement van orde van het Dagelijks Bestuur als bedoeld in artikel 13 derde lid.

HOOFDSTUK 6 VOORZITTER EN SECRETARIS

Artikel 1 6 Voorzitter

De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen. Het Algemeen Bestuur kan bepalen dat het voorzitterschap periodiek rouleert onder de deelnemers.

De voorzitter is tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur.

De voorzitter vertegenwoordigt DUO in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen en Dagelijks Bestuur uitgaan.

Indien de deelnemer van waaruit de voorzitter afkomstig is partij is in een geding waarbij DUO betrokken is, neemt de plaatsvervangend voorzitter de plaats in van de voorzitter in alle zaken die met het geding te maken hebben.

Artikel 1 7 Secretaris

De directeur van DUO fungeert als secretaris van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Hij wordt in zijn functie als secretaris benoemd, geschorst en ontslagen door het Algemeen Bestuur.

De secretaris woont de vergaderingen van het Algemeen en Dagelijks Bestuur bij. Hij is het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur behulpzaam bij de vervulling van hun taak. Hij heeft in de vergadering van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur een adviserende stem.

Alle stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan, worden door hem mede ondertekend.

Het Algemeen Bestuur stelt in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de secretaris.

Het Algemeen en Dagelijks Bestuur kunnen bepalen dat de secretaris bij bepaalde (onderdelen van) vergaderingen niet aanwezig zal zijn.

Artikel 1 8 Adviescommissies

Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur commissies van advies instellen als bedoeld in artikel 24 lid 2 van de wet om het Algemeen Bestuur te adviseren omtrent de aansturing en de kwaliteit en wijze van de uitvoering van het takenpakket Buurt & Burger dan wel onderdelen daarvan.

Het Algemeen Bestuur legt in een instellingsbesluit de samenstelling en werkwijze van de commissies van advies vast.

HOOFDSTUK 7 ORGANISATIE, DIRECTIE EN PERSONEEL

Artikel 19 Organisatie

DUO heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een directeur.

Het Dagelijks Bestuur stelt – binnen de uitgangspunten van de Regeling- de kaders en structuur vast voor de organisatie van DUO .

Artikel 2 0 De directeur

De dagelijkse leiding van de organisatie berust bij de directeur.

De directeur wordt benoemd en ontslagen door het Dagelijks Bestuur. Dit bestuur kan de directeur ook schorsen.

De taken en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een Directiestatuut dat door het Dagelijks Bestuur wordt vastgesteld.

De directeur informeert minimaal eenmaal per kwartaal het Dagelijks Bestuur over de organisatie van DUO .

De directeur evalueert periodiek de doeltreffendheid en doelmatigheid van de organisatiestructuur en rapporteert daarover aan het Dagelijks Bestuur.

Artikel 2 1 Personeel

De benoeming, schorsing en ontslag van personeelsleden van DUO als ambtenaar, dan wel volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, geschiedt door het Dagelijks Bestuur met inachtneming van de door het Dagelijks Bestuur vastgelegde organisatorische kaders en de door het Algemeen Bestuur vastgestelde financiële kaders.

Op het personeel van DUO is de rechtspositie voor gemeenteambtenaren van overeenkomstige toepassing.

Het Dagelijks Bestuur stelt een regeling vast omtrent de ambtelijke organisatie van DUO .

HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 2 2 Algemene financiële bepalingen

De deelnemers zorgen er voor dat DUO te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

Het startkapitaal van DUO wordt gevormd door een eenmalige inbreng door de deelnemers, volgens een nader te bepalen verdeelsleutel.

De kosten van DUO worden gedekt uit de bijdragen van de deelnemers, die –afhankelijk van het afgenomen takenpakket- uit twee componenten bestaan:

de vergoeding voor het pakket Bedrijfsvoering

de vergoeding voor het pakket Buurt & Burger

In een door het Algemeen Bestuur vast te stellen bijdrageverordening wordt nader uitgewerkt hoe de hoogte van de bijdrage voor de respectievelijke pakketten en wordt berekend en hoe de betaling ervan geschiedt.

Indien het Algemeen Bestuur constateert dat een deelnemer weigert de uitgaven zoals bedoeld in dit artikel op de begroting te plaatsen, doet het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van artikel 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 2 3 Financiële voorschriften

Het Algemeen Bestuur stelt regels vast voor het financieel beleid, alsmede het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Artikel 212 van de Gemeentewet is hierbij van toepassing.

Het Algemeen Bestuur stelt regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Artikel 213 van de Gemeentewet is hierbij van toepassing.

Het Algemeen Bestuur stelt een regeling vast omtrent de verzekering van gelden van DUO tegen benadeling. DUO verzekert zich tenminste tegen:

Burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor schade aan personen en goederen

Wettelijke aansprakelijkheid voor vermogensschade

Als een binnen het openbaar lichaam ontstane schade door een verzekering niet wordt gedekt dan wordt deze schade gedragen door DUO .

De artikelen 214 en 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 9 BEGROTING, FINANCIËLE KADERNOTA, REKENING EN JAARVERSLAG

Artikel 2 4 Begroting

Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op van inkomsten en uitgaven en legt deze ter besluitvorming voor aan het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur doet het Algemeen Bestuur tijdig voorstellen tot wijziging van de begroting toekomen. In afwijking op artikel 9 (vierde lid), vindt besluitvorming door het Algemeen Bestuur over de begroting plaats op basis van unanimiteit.

Het Dagelijks Bestuur zendt het ontwerp van de begroting met de daarbij behorende aanbiedingsbrief en toelichting uiterlijk op 1 juni voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de colleges en de raden, voordat deze aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. De raden worden hiermee in de gelegenheid gesteld hun zienswijze aan het Dagelijks Bestuur te doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.

Het Dagelijks Bestuur zendt het ontwerp van begrotingswijzigingen, met de daarbij behorende toelichting op een zodanig tijdstip toe aan de colleges en de raden, dat deze stukken in een normale raadscyclus kunnen worden besproken. Dit geschiedt voordat de begrotingswijzigingen aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. De gemeenteraden worden hiermee in de gelegenheid gesteld hun zienswijze via het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur te doen blijken.

Het Algemeen Bestuur stelt de begroting met het bijbehorende toelichting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

Het Dagelijks Bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

Begrotingswijzigingen die niet leiden tot hogere bijdragen voor de deelnemers kunnen door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld zonder toepassing van het derde lid. Een dergelijke wijziging wordt na vaststelling aan de deelnemers toegezonden.

Artikel 2 5 Financiële kadernota

Het Dagelijks Bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene en financiële en beleidsmatige kaders voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten. De algemene financiële en beleidsmatige kaders bevatten in ieder geval een indicatie van de bijdrage van de deelnemers aan de regeling, de beleidsvoornemens voor het volgende begrotingsjaar en de prijscompensatie.

Artikel 2 6 Rekening

Het Dagelijks Bestuur biedt jaarlijks, zo spoedig mogelijk na beëindiging van elk boekjaar, de rekening van inkomsten en uitgaven aan het Algemeen Bestuur aan. Deze aanbieding gaat vergezeld van een verantwoording en van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening.

Het Dagelijks Bestuur zendt een afschrift van de rekening voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Het Algemeen Bestuur stelt de rekening van inkomsten en uitgaven vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

Het Dagelijks Bestuur zendt de rekening binnen twee weken na vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de rekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 2 7 Jaarverslag

Het Dagelijks Bestuur draagt elk jaar voor 15 juli zorg voor de samenstelling van een verslag met betrekking tot het door het Openbaar Lichaam over het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden. Het Dagelijks Bestuur zendt een afschrift van het verslag voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 28 Verantwoordingsprotocol

Het Algemeen Bestuur stelt bij unaniem besluit een verantwoordingsprotocol vast, waarbij de informatie uitwisseling tussen deelnemers en DUO , de controlebevoegdheden van de deelnemers alsmede de wijze waarop DUO verantwoording aflegt aan de deelnemers staat omschreven.

HOOFDSTUK 10 ARCHIEF

Artikel 2 9 Zorg voor het archief en bewaarplaats

Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van DUO . Dit overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995, vast te stellen regeling (de Archiefverordening). Deze verordening wordt medegedeeld aan Gedeputeerde Staten.

Voor de door de deelnemers gemandateerde taken berust de zorg voor de desbetreffende archiefbescheiden bij deze gemeenten.

De archivaris van de deelnemers is belast met het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden van de gemandateerde taken.

De archivaris van DUO is belast met het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden van DUO .

Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de gemandateerde taken, is aangewezen de archiefbewaarplaats van de deelnemers.

Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van DUO wijst het Dagelijks Bestuur een archiefbewaarplaats aan.

HOOFDSTUK 11 GESCHILLEN, KLACHTEN

Artikel 30 Geschillen

Indien er tussen DUO en een der deelnemers een geschil ontstaat over de toepassing van deze regeling, treden het Algemeen Bestuur en het college van de deelnemer in overleg om het geschil te verkennen en op te lossen. Er is sprake van een geschil als een der partijen dat stelt.

Indien dit overleg niet binnen twee maanden tot een oplossing leidt, benoemen het Algemeen Bestuur en het college van de deelnemer elk een onafhankelijk deskundige. Gezamenlijk benoemen beide deskundigen een derde deskundige die tevens als voorzitter van de daarmee ingestelde geschillencommissie optreedt.

De geschillencommissie regelt zelf de wijze waarop zij haar advies tot stand brengt.

Na ontvangst van het advies treden partijen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Leidt dit niet tot een oplossing, dan is elk der partijen vrij het geschil overeenkomstig artikel 28 van de wet voor te leggen aan Gedeputeerde Staten, voor zover zij niet behoren tot die vermeld in artikel 112 van de Grondwet.

Artikel 3 1 Klachten

Het Algemeen Bestuur stelt, met inachtneming van titel 9.1 van de Algemene Wet bestuursrecht een interne klachtenregeling vast.

De Nationale Ombudsman is, onverminderd het bepaalde in artikel 1a, eerste lid van de Wet Nationale Ombudsman, bevoegd tot behandeling van verzoekschriften als bedoeld in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 12 TOETREDING, WIJZIGING, UITTREDING EN OPHEFFING.

Artikel 3 2 Toetreding

Toetreding tot deze regeling door burgemeesters en colleges van andere gemeenten vindt plaats bij daartoe strekkende besluiten van de burgemeesters en de colleges van alle deelnemers en nadat het Algemeen Bestuur daarmee heeft ingestemd.

Het Algemeen Bestuur kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

De toetreding gaat in op een in overleg tussen het Algemeen Bestuur en de toetredende deelnemer te bepalen tijdstip.

Artikel 3 3 Wijziging

Een voorstel tot wijziging van de regeling kan worden gedaan door het Algemeen Bestuur of door een of meerdere colleges. In het laatste geval wordt een voorstel ingediend bij het Algemeen Bestuur, die dit voorstel, vergezeld van een advies, aan de burgemeesters en de colleges van de overige deelnemers ter besluitvorming aanbiedt.

Artikel 4, artikel 5, artikel 9 lid 4, artikel 14, artikel 22, artikel 24 lid 1 en artikel 32, dit artikel en artikel 35 van de regeling kunnen slechts worden gewijzigd bij unaniem besluit van de burgemeesters en colleges van de deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

De niet in het tweede lid van dit artikel genoemde artikelen kunnen worden gewijzigd bij besluit van de meerderheid van de burgemeesters en colleges van de deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

Artikel 3 4 Uittreding

Een deelnemer kan uittreden door toezending van het daartoe strekkend besluit van haar college en burgemeester aan het Algemeen Bestuur, na verkregen toestemming van de raad van de deelnemer. Alvorens een deelnemer tot besluitvorming komt zoals hier bedoeld, wordt eerst over het voornemen overleg gepleegd met de andere deelnemers.

De algemene uitgangspunten en voorwaarden met het oog op de uittreding door een deelnemer worden geregeld in een uittredingsregeling.

Op voorstel van het Dagelijks Bestuur stelt het Algemeen Bestuur bij twee-derde-meerderheid de uittre-dingsregeling als bedoeld in het tweede lid vast. Alvorens het Dagelijks Bestuur het voorstel voor de uittre-dingsregeling ter vaststelling zendt aan het Algemeen Bestuur, zendt het Dagelijks Bestuur het voorstel voor de uittredingsregeling toe aan de raden van de deelnemers. De raden van de deelnemers kunnen gedurende acht weken hun zienswijzen over het voorstel voor de uittredingsregeling bij het Dagelijks Bestuur indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt de ingediende zienswijzen bij het voorstel voor de uittredingsregeling dat het Dagelijks Bestuur zendt aan het Algemeen Bestuur.

Het Algemeen Bestuur besluit binnen zes maanden na ontvangst van het besluit zoals bedoeld in het eerste lid over de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding door een deelnemer in een uittredingsplan.

Het Algemeen Bestuur stelt de datum van uittreding vast. Deze datum ligt niet eerder dan na twee kalenderjaren vanaf de datum waarop het besluit tot uittreding van het college en burgemeester van de deelnemer aan het Algemeen Bestuur bekend is gemaakt.

Artikel 3 5 Opheffing

De regeling wordt opgeheven bij daartoe strekkend unaniem besluit van de colleges en de burgemeesters van alle deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

Het Algemeen Bestuur stelt een datum vast waarbij de opheffing van toepassing wordt.

Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de opheffing en stelt daartoe op basis van unanimiteit een liquidatieplan vast. De gevolgen van de liquidatie worden per deelnemer berekend naar evenredigheid van de omvang van het afgenomen takenpakket, de bijdrage aan de regeling, en het beslag op de personeelsformatie. Het plan bevat tevens een personeelsplan.

Alle rechten en verplichtingen van de regeling die resteren na uitvoering van het liquidatieplan gaan bij vereffening over naar de deelnemers, naar evenredigheid van de grootte van hun bijdrage aan de regeling in het jaar voorafgaande aan de opheffing.

Artikel 3 6 E valuatie

Het functioneren van het openbaar lichaam wordt periodiek geëvalueerd. Het Dagelijks Bestuur bepaalt de wijze waarop dit plaatsvindt en stuurt het evaluatierapport ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur. De evaluatie vindt voor het eerst plaats voor het einde van 2018 en vervolgens om de vijf jaar.

HOOFDSTUK 13 SLOTBEPALINGEN

Artikel 3 7 slotbepaling

De regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

De regeling wordt aangehaald onder de titel “Gemeenschappelijke regeling DUO “

Burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel zenden de gewijzigde regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ;

Bekendmaking geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, lid 2 van de wet.

De gewijzigde regeling treedt in werking een dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Diemen d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

J.D. de Kort. E. Boog.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

de Vries. D.H. Oudshoorn-Tinga.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

L.J. Heijlman. M.T.J. Blankers-Kasbergen.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Diemen d.d.

Boog.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Uithoorn d.d.

D.H. Oudshoorn-Tinga.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Ouder-Amstel d.d.

M.T.J. Blankers-Kasbergen.

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling

Inleiding:

Op 18 januari 2015 is de gemeenschappelijke regeling DUO als samenwerkingsverband van de gemeenten Diemen, Ouder Amstel en Uithoorn in werking getreden.

Op 30 april 2015 hebben de raden van Diemen, Ouder Amstel en Uithoorn een besluit genomen over de in te brengen taken. Deze besluiten zijn niet identiek. Alle drie de gemeenten brengen Bedrijfsvoering in, Ouder Amstel en Uithoorn brengen ook taken in op het terrein van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, Dienstverlening, Beheer Openbare Ruimte, Sociale Zaken en Nieuwe uitvoeringstaken in het sociaal domein, hierna genoemd Buurt & Burger.

De op 8 januari 2015 vastgestelde gemeenschappelijke regeling DUO voorziet niet in deze uitkomst van de besluitvorming. Deze moet dus gewijzigd worden en er zijn aanvullende afspraken nodig om de consequenties van deze besluitvorming goed te accommoderen. Belangrijk element daarin is te voorkomen dat Diemen invloed krijgt in de besluitvorming over de taken die Diemen niet inbrengt en (als keerzijde) Diemen mee moet delen in de kosten, risico’s en aansprakelijkheden die verbonden zijn aan de uitvoering van de taken door DUO op het terrein van Buurt & Burger. Onderzoek naar de vraag hoe dat het beste kan worden geregeld heeft geleid tot de conclusie dat de oplossing te vinden is in wijziging van de gemeenschappelijke regeling in combinatie met het vastleggen van (bestuurlijke) afspraken in enkele andere documenten: het dienstverleningshandvest, de dienstverleningsovereenkomst en de bijdrageverordening. Het levert de volgende set aan documenten op.

De onderdelen uit deze vier stukken die te maken hebben met de verschillen tussen de gemeenten op het punt van de dienstverlening en de consequenties die dat heeft worden hierna toegelicht.

Uitwerking construct

Gemeenschappelijke regeling

In de gemeenschappelijke regeling, het basisdocument, ligt vast welke taken DUO voor welke gemeente uitvoert. De nadere omschrijving ervan staat in het takenregister. De drie gemeenten willen met elkaar een duurzame samenwerking tot stand brengen. De gemeenschappelijke regeling wordt daarom voor onbepaalde tijd aangegaan. Hieruit vloeit logischerwijs voort, dat ook de afspraken over de taken die DUO op basis van de raadsbesluiten voor de 3 gemeenten gaat uitvoeren voor onbepaalde tijd worden aangegaan. Dit waarborgt zowel de belangen van de drie gemeenten als van DUO . Daarbij wordt de startsituatie die volgt uit de resp. raadsbesluiten vast gezet; er is dus gekozen voor een gesloten systeem. Dat heeft de volgende consequenties:

De dienstverlening op het terrein van zowel Bedrijfsvoering als Buurt & Burger zijn integrale pakketten; er kunnen niet bepaalde delen van deze pakketten worden afgenomen.

Wanneer de drie gemeenten meer taken door DUO willen laten uitvoeren moet de gemeenschappelijke regeling op het punt van de taken (artikel 5) worden gewijzigd; dit vereist een unaniem besluit van de drie colleges, die daarvoor de voorafgaande toestemming nodig hebben van hun Raad.

Wanneer Diemen in de toekomst ook Buurt & Burger door DUO wil laten uitvoeren moet de gemeenschappelijke regeling op het punt van de taken (artikel 5) worden gewijzigd; dit vereist een unaniem besluit van de drie colleges, die daarvoor voorafgaande toestemming nodig hebben van de Raden.

Wanneer een andere, vierde gemeente wil toetreden tot DUO vergt dat een wijziging van de gemeenschappelijke regeling en geldt het unanimiteits- en goedkeuringsvereiste opnieuw.

Wanneer een gemeente de dienstverlening door DUO wenst te beëindigen moet deze gemeente uit de gemeenschappelijke regeling treden en de daardoor ontstane gevolgschade voor DUO of de beide andere gemeenten compenseren.

De drie gemeenten staan dus samen aan het roer bij belangrijke beslissingen en colleges en raden hebben daarin elk een eigen rol en verantwoordelijkheid.

De bestuurlijke afspraak dat Diemen niet mee beslist over de dienstverlening op het terrein van Buurt & Burger wordt geaccommodeerd door voor deze dienstverlening met portefeuillehoudersoverleggen in de vorm van adviescommissies aan het algemeen bestuur van DUO te gaan werken. Hier worden feitelijk de afspraken gemaakt; om formeel juridische redenen worden deze vervolgens bekrachtigd in het algemeen bestuur, waarbij Diemen zich afzijdig houdt. De taak van de adviescommissie wordt nader uitgewerkt in het instellingsbesluit.

Bijdrageverordening, begroting

De bestuurlijke afspraak is ook, dat Diemen niet mee betaalt of mee deelt in de risico’s en eventuele tekorten op de dienstverlening op het terrein van Buurt & Burger. Dit is vastgelegd in de bijdrageverordening. Daarin is een splitsing gemaakt in de verschuldigde vergoeding voor het pakket Bedrijfsvoering en het pakket Buurt & Burger en is een vrijwaringsclausule voor Diemen opgenomen voor kosten, risico’s en aansprakelijkheden op het pakket Buurt & Burger. De hoogte van de verschuldigde vergoeding volgt uit de begroting van DUO .

Dienstverleningshandvest, dienstverleningsovereenkomst

Omdat de condities waaronder en de manier waarop DUO de dienstverlening voor de drie gemeenten verzorgt identiek is, wordt gewerkt met een dienstverleningshandvest waarin deze afspraken worden vastgelegd. Deze afspraken gelden voor alle drie de gemeenten. Omdat de taken die worden uitgevoerd voor de drie gemeenten en de intensiteit waarmee dat gebeurt verschillen worden deze vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst die DUO met elke gemeente afsluit.

Juridische basis DUO

De samenwerking is juridisch vormgegeven in een gemeenschappelijke regeling. De gemeenten roepen hiermee een openbaar lichaam in het leven dat via een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur collegetaken en burgemeesterstaken uitvoert. Het voordeel daarvan is dat deze samenwerking als rechtspersoon zelfstandig kan functioneren in het maatschappelijk en bestuurlijk verkeer. Op grond van deze rechtsvorm kan de gemeenschappelijke regeling bijvoorbeeld zelf medewerkers in dienst nemen en contracten sluiten.

De uitvoering van taken vindt plaats via mandaat, niet doormiddel van de delegatiefiguur. Gebruikmaking van mandaat houdt in dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van taken uiteindelijk blijft liggen bij de verschillende colleges en burgemeesters. Als gevolg daarvan kunnen de gemeenteraden de colleges ook blijven aanspreken op hun (in mandaat) genomen besluiten.

In de gemeenschappelijke regeling zijn geen raadsbevoegdheden ingebracht. In de regeling zijn wel enkele bepalingen opgenomen die de raden van de deelnemende gemeenten een formele positie geven. Beleidssturing controle en beïnvloeding door de gemeenteraden zijn hiermee gewaarborgd.

Voor het treffen van deze regeling hebben de gemeenteraden toestemming geven. Deze toestemming is ook nodig voor de wijzigingen die in de gemeenschappelijke regeling worden aangebracht. Die toestemming kan alleen worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Dat impliceert een beperkte toetsing. Die toetsing is wel nodig omdat met het aan gaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling de gemeente er een verbonden partij bij krijgt. De financiële gevolgen daarvan worden in de begroting van de gemeente opgenomen als verplichte uitgaven. Dat heeft gevolgen voor het budgetrecht van de gemeenteraad. Het is daarom juist dat de gemeenteraad bij het aangaan van de regeling in de gelegenheid is om hierover een standpunt in te nemen.

Wettelijk kader.

Op deze gemeenschappelijke regeling is de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing zoals deze luidt op vanaf 1 januari 2015.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel

Toelichting

1. In de begripsbepalingen zijn , zoals gebruikelijk, de meest van belang zijnde begrippen vermeld.

Ook wordt aangegeven hoe de bestuursorganen in de gemeenschappelijke regeling geduid worden in relatie tot andere wetgeving die in de regeling genoemd is.

2. De naam van het Openbaar Lichaam is DUO . De keuze van de vestigingsplaats van het Openbaar Lichaam is bepalend voor welk provinciebestuur toezichthouder is, welke bestuursrechter bevoegd is, welke gemeente de bekendmaking dient te verzorgen enz. Het is geen fysieke vestigingsplaats. Het Openbaar Lichaam of zijn diensten kunnen elders gehuisvest zijn.

Gekozen is voor Ouderkerk aan de Amstel als vestigingsplaats, liggend binnen de gemeente Ouder-Amstel – geografisch gezien - het centrum van het samenwerkingsgebied

3. Dit artikel noemt de bestuursorganen van het Openbaar Lichaam: het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter.

4. In deze bepaling wordt specifiek het belang genoemd op grond waarvan de regeling in het leven wordt geroepen.

5. De precieze taken die worden uitgevoerd zijn nog niet bekend en passen qua detailniveau ook niet in een gemeenschappelijke regeling. De gebieden waarbinnen de taken vallen zijn wel bekend. Daarom zijn de verschillende gebieden genoemd.

Daadwerkelijke toekenning van taken vindt plaats door middel van een specifiek besluit van de deelnemers. De deelnemers kunnen daarnaast besluiten om gaandeweg tot verdere uitbreiding van taken te komen. Daarvoor is unanimiteit nodig.

In verband met de verschillende rollen van Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur ten opzichte van de uitvoeringsorganisatie en de lijn die het Algemeen Bestuur heeft met de moederorganisaties ligt het voor de hand dat het Algemeen Bestuur de planning (inclusief tempo en fasering) vaststelt.

6. Gelet op de intentie van de samenwerking past daarbij niet het delegatiemodel. Bij delegatie is namelijk sprake van overdracht van bevoegdheden inclusief de verantwoordelijkheden van de betrokken bestuursorganen. Mandaat is een bevoegdheidstoedeling waarbij het oorspronkelijke bestuursorgaan verantwoordelijk blijft.

Mandaat wordt uitdrukkelijk opgedragen aan de directeur (ondermandaat is mogelijk). Daarmee kan couleur locale ook tot uitdrukking komen: de directeur tekent namens de desbetreffende deelnemer.

7. DUO moet zorgen voor een zorgvuldige en hoogwaardige uitvoering van de taken. In dat verband worden door het Algemeen Bestuur kwaliteitsnormen vastgesteld.

8. Er is voor gekozen om de voltallige colleges het Algemeen Bestuur te doen vormen. In verband met de doorontwikkeling van de samenwerking geeft dit voldoende houvast voor het benodigde draagvlak van DUO .

9. De gemeentesecretarissen zijn als ambtelijk opdrachtgever bij de formele besluitvorming in het AB als adviseurs aanwezig.

Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Daarin kunnen onder andere bepalingen met betrekking tot openbaarheid worden opgenomen. Hierbij zijn de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet leidend.

Besluitvorming binnen het Algemeen Bestuur vindt plaats via gewone meerderheid van stemmen, tenzij de regeling bepaalt dat besluitvorming op basis van unanimiteit plaatsvindt. Elke deelnemer – in de AB-vergadering de voltallige colleges –heeft één stem.

10. In dit artikel is de bevoegdheidsverdeling tussen Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur geregeld. Het Algemeen Bestuur krijgt alle bevoegdheden die in de regeling niet aan andere organen zijn opgedragen. Een aantal besluiten – ondermeer van financiële aard – kunnen niet worden overgedragen.

De mogelijkheid om deel te nemen in stichtingen enz. geeft flexibiliteit bij uitvoering van taken binnen DUO . De gemeenteraden kunnen bij een voornemen daartoe, wensen en bedenkingen indienen

11. In dit artikel is de informatieplicht en verantwoordingsplicht van Algemeen Bestuur naar de verschillende colleges en gemeenteraden geregeld.

Er is voor gekozen in dit stadium van de samenwerking geen specifieke procedure in verband met informatie- en verantwoordingsplicht te regelen. Het heeft de voorkeur de binnen de verschillende deelnemers gebruikelijke procedures te gebruiken.

12. Het Dagelijks Bestuur bestaat op grond van deze bepaling uit in totaal drie leden die uit en door het Algemeen Bestuur worden aangewezen.

13. Besluitvorming binnen het Dagelijks Bestuur vindt plaats via gewone meerderheid van stemmen. Ieder lid heeft één stem. Als de stemmen staken wordt opnieuw gestemd. Staken de stemmen andermaal, dan beslist de stem van de voorzitter. Het Dagelijks Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Daarin kunnen onder andere bepalingen met betrekking tot openbaarheid worden opgenomen. Hierbij zijn de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet leidend. De gemeentesecretarissen zijn als ambtelijk opdrachtgever bij de formele besluitvorming in het Dagelijks Bestuur als adviseurs aanwezig.

14. In dit artikel worden de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur geregeld. Voorbereiding en uitvoering van bevoegdheden wordt opgedragen aan de directeur van DUO .

15. Dit artikel regelt de informatie- en verantwoordingsplicht van het Dagelijks bestuur aan het Algemeen Bestuur. Ook wordt geregeld dat de DUO organisatie alle benodigde informatie ter beschikking stelt indien een Rekenkamer(commissie) onderzoek wordt georganiseerd.

16. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen. De voorzitter van het Algemeen Bestuur is tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur; dit volgt uit de Wet gemeenschappelijke regelingen.

17. De functie van secretaris van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur wordt vervuld door de Directeur van DUO .

18. Er kunnen door het Algemeen Bestuur adviescommissie worden ingesteld om het Algemeen Bestuur bij te staan. Hierbij wordt met name gedacht aan adviescommissies bestaande uit de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten die de taken uit het pakket Buurt & Burger bij DUO hebben ondergebracht.

19. De directeur is hoofd van de ambtelijke DUO organisatie.

20. Conform dit artikel worden de taken en bevoegdheden van de directeur vastgelegd in het directiestatuut dat door het Dagelijks bestuur wordt vastgesteld. De samenwerkingsrelatie tussen de gemeentesecretarissen als ambtelijke opdrachtgevers en de directeur wordt daarin eveneens aangegeven.

21. Benoeming, schorsing en ontslag van personeelsleden van DUO behoort tot de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur.

22. Dit artikel bevat een aantal algemene financiële bepalingen.

De regeling geeft aan dat de deelnemers door een eenmalige financiële inbreng een startkapitaal voor DUO vormen.

Het artikel beschrijft de twee componenten waaruit de bijdrage van de deelnemers maximaal bestaat, afhankelijk van het ondergebrachte takenpakket.

Het Algemeen Bestuur stelt een bijdrageverordening vast waarin dit nader wordt uitgewerkt..

23. Voor het financieel beleid, financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop worden specifieke regels vastgesteld.

24. Dit artikel beschrijft de gang van zaken rondom de voorbereiding en de vaststelling van de begroting van DUO . De termijn van indiening van de ontwerpbegroting of – wijziging is afgestemd op de wijziging dienaangaande in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de notitie Planning en Controlfunctie SSO.

25. Op grond van een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient een gemeenschappelijke regeling jaarlijks zijn algemene en financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten voor te leggen.

26. Jaarrekening. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

27. Jaarverslag Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

28. Verantwoordingsprotocol. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

29. In dit artikel wordt geregeld wie belast is met de zorg en bewaring voor de archiefbescheiden van DUO en de archiefstukken met betrekking tot de gemandateerde taken.

30. De procedure voor geschillenbehandeling bestaat uit een getrapte regeling. Bij een geschil wordt eerst minnelijk getracht tot een oplossing te komen. Daarna volgt consultatie van een geschillencommissie bestaande uit drie onafhankelijke deskundigen. Sluitstuk is het voorleggen van het geschil aan Gedeputeerde Staten. Gelet op de zwaarte en omvang van de gemeenschappelijke regeling heeft dit de voorkeur boven het inschakelen van een mediator.

31. Aangezien de bestaande klachtenregelingen van de verschillende deelnemers niet gelden voor de DUO medewerkers moet het Algemeen Bestuur een klachtenregeling vaststellen. De Nationale Ombudsman wordt aangewezen als externe klachtbehandelaar.

32. Deze bepaling regelt dat burgemeesters en colleges van andere gemeenten tot de regeling kunnen toetreden. Dat vereist besluitvorming van alle deelnemers. Aan het Algemeen Bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten wordt in dergelijk geval instemming gevraagd.

33. De regeling beoogt zo volledig mogelijk te zijn. Gewijzigde omstandigheden kunnen echter aanleiding geven om de regeling te wijzigen. Daarvoor is een voorziening getroffen. Afhankelijk van het belang van de wijziging wordt unaniem dan wel met meerderheid van stemmen over aan de orde zijnde wijziging besloten.

34. Een deelnemende gemeente kan uit de regeling treden. Daarvoor is toestemming vereist van de desbetreffende gemeenteraad.

Het Algemeen Bestuur regelt de financiële verplichtingen. In een nadere regeling zal ondermeer worden bepaald hoe de procedure is met betrekking tot schadeloosstelling en/of doorbetaling van exploitatielasten. Het Algemeen Bestuur stelt ook de datum vast per wanneer de gemeente kan uittreden.

35. Dit artikel regelt de opheffing van de regeling en de gevolgen daarvan.

36. Het functioneren van het openbaar lichaam wordt periodiek geëvalueerd.

37. In deze slotbepaling wordt ondermeer de inwerkingtreding van de regeling genoemd.

Naar boven