Derde wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2014

Artikel I Wijziging verordening

 

  • A.

    In artikel 2.27 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Het vierde en vijfde lid komen als volgt te luiden:

      • 4.

        Behalve op grond van de weigeringsgronden uit artikel 1.8 kan de burgemeester de evenementenvergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd intrekken of wijzigen indien naar zijn oordeel:

        • a.

          het gelet op een gebeurtenis van nationale omvang op de dag van het evenement of daags voor het evenement met een dusdanig effect op het gemeenschapsleven, niet wenselijk is dat de activiteiten worden voortgezet;

        • b.

          de vergunningvoorschriften niet worden nageleefd;

        • c.

          ten behoeve van de vergunningverlening onvolledige of onjuiste gegevens zijn verstrekt;

        • d.

          er een onevenredig beroep op de beschikbare bezetting van de hulpverleningscapaciteit wordt gedaan;

        • e.

          tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke maatregel is genomen;

        • f.

          de bescherming van een jaar- of weekmarkt nodig is;

        • g.

          het B- of C-evenement niet voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt, is ingediend;

        • h.

          een A-evenement niet ten minste vier weken voor het evenement plaatsvindt, is aangevraagd;

        • i.

          de inhoud of uitstraling van het evenement niet past in het evenementenbeleid, het imago of de belangen van de stad Vlaardingen.

      • 5.

        De burgemeester kan ter regulering van het evenement voorschriften aan de vergunning verbinden.

    • b.

      Lid 6 wordt geschrapt en vervangen door lid 7, dat wordt vernummerd naar lid 6;

    • c.

      Lid 8 wordt vernummerd naar lid 7.

       

  • B.

    In artikel 2.32a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Het eerste tot en met het vierde lid komen als volgt te luiden:

      • 1.

        Het is verboden zonder melding aan de burgemeester een 0-evenement te organiseren, toe te laten of feitelijk te leiden.

      • 2.

        Een 0-evenement voldoet aan de volgende voorwaarden:

        • a.

          het is een feest op eigen terrein of een activiteit in de open lucht;

        • b.

          er zijn niet meer dan 250 bezoekers aanwezig;

        • c.

          de activiteit vindt plaats op maandag tot en met zaterdag tussen 9.00 uur en 23.00 uur of op een zon- of feestdag tussen 13.00 en 23.00 uur;

        • d.

          de muziek tijdens de activiteit duurt niet langer dan tot 22.00 uur;

        • e.

          het geluidsniveau op een afstand van 5 meter van een geluidsbron bedraagt niet meer dan 70 dB(A);

        • f.

          voor de activiteit hoeft de weg niet te worden afgesloten;

        • g.

          er is geen extra politiecapaciteit nodig;

        • h.

          er worden kleine objecten geplaatst met een totale oppervlakte van maximaal 25 m2. Onder kleine objecten worden geen springkussens begrepen.

      • 3.

        De melding van een 0-evenement wordt tenminste vijf werkdagen voordat het evenement plaatsvindt, ingediend.

      • 4.

        Het evenement mag worden gehouden als de burgemeester de melding schriftelijk heeft bevestigd.

    • c.

      Lid 5 wordt geschrapt.

       

  • C.

    Na artikel 2.34 wordt een nieuw artikel toegevoegd:

     

    Artikel 2.34a Voorlopige exploitatievergunning openbare inrichting

    • 1.

      Zodra een aanvraag exploitatievergunning is ingediend voor de overname van een bestaande openbare inrichting die binnen dezelfde of lichtere exploitatiecategorie zal worden geëxploiteerd, kan een voorlopige exploitatievergunning worden aangevraagd.

    • 2.

      Een voorlopige exploitatievergunning kan, in aanvulling op het bepaalde in artikel 2.39, eerste, tweede en derde lid, worden geweigerd, indien:

      • a.

        overlastklachten over de huidige exploitatie van de inrichting zijn ontvangen bij de gemeente of de politie;

      • b.

        jegens de aanvrager van de voorlopige exploitatievergunning of de inrichting zelf een bestuurlijke maatregel van kracht is dan wel dat een voornemen tot het nemen van een bestuurlijke maatregel bestaat;

      • c.

        over de bestaande exploitatie bestuurlijke procedures lopen.

    • 3.

      Een voorlopige exploitatievergunning wordt niet verleend voor de exploitatie van een coffeeshop.

    • 4.

      De burgemeester stelt nadere regels vast over de stukken die bij de vergunningaanvraag moeten worden overgelegd.

       

  • D.

    Aan artikel 2.35 wordt aan het eerste lid toegevoegd:

    • g.

      een gebouw in gebruik door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in afdeling 8a van deze verordening.

       

  • E.

    In artikel 2.38 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Na het eerste lid een nieuw tweede lid toegevoegd:

      • 2.

        In afwijking van het eerste lid, beslist de burgemeester binnen vijf werkdagen na de datum waarop hij de aanvraag voor een voorlopige exploitatievergunning heeft ontvangen.

    • b.

      Lid 2 wordt vernummerd naar lid 3.

    • c.

      Na het derde lid wordt een nieuw vierde lid toegevoegd:

      • 4.

        De beslissing op een aanvraag voor een voorlopige exploitatievergunning kan gemotiveerd en met redenen omkleed eenmaal voor ten hoogste vijf werkdagen worden verdaagd.

         

  • F.

    In artikel 2.39 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      In het eerste lid wordt na de zinsnede “artikel 2.34” ingevoegd “en 2.34a”.

    • b.

      In het tweede lid wordt na de zinsnede “artikel 2.34” ingevoegd: “en 2.34a”.

    • c.

      Het vierde lid, onder e komt als volgt te luiden:

      • e.

        indien de exploitant of leidinggevende van de openbare inrichting zich schuldig maakt aan discriminatie naar ras, geslacht, seksuele geaardheid, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid of op welke grond dan ook.

         

  • G.

    In Artikel 2.41 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Het zesde en zevende lid komen als volgt te luiden:

      • 6.

        Het is de exploitant van een openbare inrichting die beschikt over een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.34, toegestaan om in afwijking van de in het eerste, vierde en vijfde lid genoemde sluitingstijden, maximaal 10 keer per jaar zijn inrichting, met uitzondering van het terras, voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers toe te laten tot 05.00 uur op maandag tot en met zondag, mits de exploitant dit op de dag waarop de afwijking sluitingstijden geldt, aan de burgemeester heeft gemeld.

      • 7.

        Het is de exploitant van een openbare inrichting die beschikt over een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.34, toegestaan om in afwijking van de in het tweede, vierde en vijfde lid genoemde sluitingstijden, maximaal 10 keer per jaar zijn inrichting, met uitzondering van het terras, voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers toe te laten tot 05.00 uur op zondag tot en met donderdag, en tot 06.00 uur op vrijdag en zaterdag, mits de exploitant dit op de dag waarop de afwijking sluitingstijden geldt, aan de burgemeester heeft gemeld.

         

    • b.

      Na het zevende lid wordt een nieuw achtste lid ingevoegd dat luidt als volgt:

      • 8.

        Een melding als bedoeld in het zesde en zevende lid kan alleen worden gedaan in combinatie met een kennisgeving incidentele festiviteit als bedoeld in artikel 4.3 van deze verordening. Nadat de melding/kennisgeving is gedaan, is het de exploitant toegestaan om:

        • -

          af te wijken van de sluitingstijden; of

        • -

          een incidentele festiviteit te houden; of

        • -

          op dezelfde dag af te wijken van de sluitingstijden en een incidentele festiviteit te houden.

    • c.

      Lid 8, 9 en 10 worden vernummerd naar lid 9, 10 en 11.

       

  • H.

    In artikel 2.48 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt:

      • 2.

        In afwijking van het bepaalde in het eerste lid vervalt een voorlopige exploitatievergunning op de dag van beslissing op de aanvraag exploitatievergunning.

    • b.

      Lid 2, 3 en 4 worden vernummerd naar lid 3, 4 en 5.

       

  • I.

    In Artikel 2.49c worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Het derde en vierde lid worden vervangen door:

      • 3.

        Het is de exploitant van een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.49b, eerste tot en met het vierde lid en het zesde lid, toegestaan maximaal 6 keer per jaar zijn inrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers toe te laten tot maximaal 01.00 uur op maandag tot en met donderdag en zondag en tot maximaal 02.00 uur op vrijdag en zaterdag ten behoeve van een bijzondere aan de instelling gerelateerde activiteit overeenkomstig de statutaire doelstelling of bestemming, mits de exploitant dit op de dag waarop de afwijking sluitingstijden geldt, aan de burgemeester heeft gemeld.

      • 4.

        Het is de exploitant van een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.49 b, vijfde lid, toegestaan maximaal 6 keer per jaar zijn inrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers toe te laten tot maximaal 02.00 uur op maandag tot en met donderdag en zondag en tot maximaal 05.00 uur op vrijdag en zaterdag ten behoeve van een bijzondere aan de instelling gerelateerde activiteit overeenkomstig de statutaire doelstelling of bestemming, mits de exploitant dit op de dag waarop de afwijking sluitingstijden geldt, aan de burgemeester heeft gemeld.

    • b.

      Na het vierde lid wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd dat luidt als volgt:

      • 5.

        Een melding als bedoeld in het zesde en zevende lid kan alleen worden gedaan in combinatie met een kennisgeving incidentele festiviteit als bedoeld in artikel 4.3 van deze verordening. Nadat de melding/kennisgeving is gedaan, is het de exploitant toegestaan om:

        • -

          af te wijken van de sluitingstijden; of

        • -

          een incidentele festiviteit te houden; of

        • -

          op dezelfde dag af te wijken van de sluitingstijden en een incidentele festiviteit te houden.

    • c.

      Lid 5 en 6 worden vernummerd naar lid 6 en 7.

       

  • J.

    Artikel 4.3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Het is een inrichting, niet zijnde een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon, toegestaan maximaal 10 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting het college op de dag waarop de festiviteit plaatsvindt, daarvan in kennis heeft gesteld.

    • 2.

      Het is een inrichting, niet zijnde een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon, toegestaan om tijdens maximaal 10 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid van het

      Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting het college op de dag waarop de festiviteit plaatsvindt, daarvan in kennis heeft gesteld.

    • 3.

      Het is een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting het college uur op de dag waarop de festiviteit plaatsvindt, daarvan in kennis heeft gesteld.

    • 4.

      Het is een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting het college op de dag waarop de festiviteit plaatsvindt, daarvan in kennis heeft gesteld.

    • 5.

      Op de dagen bedoeld in het eerste en derde lid wordt het ten gehore brengen van muziek waarop de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn en met een hoger geluidsniveau dan is toegestaan in de nadere regels op grond van artikel 4.5 van deze verordening, uiterlijk om 02.00 beëindigd.

    • 6.

      Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

       

  • K.

    In artikel 4.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • a.

      Er wordt een nieuw lid 2 ingevoegd dat luidt als volgt:

      • 1.

        Het verbod geldt niet voor 0-evenementen.

    • b.

      Lid 2 en 3 worden vernummerd naar lid 3 en 4.

       

  • L.

    Aan de Inhoudsopgave wordt na artikel 2.34 ingevoegd: Artikel 2.34a Voorlopige exploitatievergunning openbare inrichtingen.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 15 december 2015

De griffier

drs. E.W.K. Meurs

De voorzitter,

A.B. Blase

Naar boven