Gemeente Dordrecht – 23 december 2015- Nr. 1502610 – II - Verordening tot wijziging van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs (eerste wijziging)

 

 

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 oktober 2015, kenmerk SO/1494189;

gezien het verslag van het gevoerde op overeenstemming gerichte overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 102 en 104 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 en 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m en 96 g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Verordening tot wijziging van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs (eerste wijziging)

Artikel I

De verordening materiele financiële gelijkstelling onderwijs wordt als volgt gewijzigd.

  • A.

    Na ondertekening van de verordening worden de woorden in de titel 'Bijlage Voorzieningen' gewijzigd in 'Bijlagen Voorzieningen'.

  • B.

    De subtitel van de bijlage 'Voorziening exploitatie en beheer van schoolgebouwen door de gemeente' wordt genummerd tot eerste bijlage en komt als volgt te luiden:

Bijlage 1 – Voorziening exploitatie en beheer van schoolgebouwen door de gemeente

C.Na Bijlage 1 – Voorziening exploitatie en beheer van schoolgebouwen door de gemeente wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 2 - Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs

I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening

Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:

  • a.

    basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en

  • b.

    speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra,

dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.

II Aanduiding van de voorziening

Een voorziening kan het volgende inhouden:

  • a.

    aanpassing, bestaande uit:

    • 1.

      het realiseren van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en het ontbreken hiervan belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs;

    • 2.

      wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:

  • A.

    de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt; en

  • B.

    het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;

    • 3.

      voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;

    • 4.

      vervangen van olie gestookte verwarmingsinstallaties;

  • b.

    onderhoud,bestaande uit:

    • 1.

      vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;

    • 2.

      vervangen buitenberging of dak buitenberging;

    • 3.

      vervangen rijwielstalling of rijwielstaanders;

    • 4.

      vervangen brandtrap;

    • 5.

      vervangen erfscheiding;

    • 6.

      Vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;

    • 7.

      vervangen binnen kozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

    • 8.

      vervangen buitenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

    • 9.

      vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;

    • 10.

      vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;

    • 11.

      vervangen boeiboorden.

III Criteria voor het toekennen van een voorziening

  • 1.

    De noodzaak van een voorziening:

    • a.

      maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;

    • b.

      maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;

    • c.

      ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;

    • d.

      eisen voortkomend uit wet- en regelgeving blijkt als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;

    • e.

      blijkt uit het feit dat de olie gestookte verwarmingsinstallatie in een zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is;

    • f.

      onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:

  • 1.

    ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767; en

  • 2.

    regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.

  • 2.

    De voorzieningen als opgenomen onder II komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van deverordening voorzieningen huisvesting onderwijs gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.

IV Datum indienen aanvraag

De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:

  • a.

    een leerlingenprognose, en

  • b.

    een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of

  • c.

    een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en

  • d.

    een offerte van de kosten.

V Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.

VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

  • 1.

    De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte.

  • 2.

    Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.

  • 3.

    Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijk richtlijnen voor het opvragen van offertes.

VII Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.

D.Na Bijlage 2 – Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 3 - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Algemeen

Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.

Basisschool

Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule

G = (A + B + C + D):

A =

0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

B =

0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder dat op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

C =

1,5642 – (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in artikel  4, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul.

D =

0,0179 x het schoolgewicht, bedoeld in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO, waarbij als teldatum wordt aangemerkt de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.

Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.

De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.

Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5 -jarigen

Aantal gymgroepen 6/12 -jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

46

14

32

47

14

33

48

15

33

49

15

34

50

15

35

Speciale school voor basisonderwijs

In bijlage III, deel B, onder 1.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs

In bijlage III, deel B, onder 2.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

Tabel 2. N-factor per onderwijssoort

Cluster

Onderwijssoort

N-factor

so

N-factor

vso

1

Visueel gehandicapte leerlingen (VISG)

12

7

 

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) die ook visueel gehandicapt zijn

7

7

2

Dove kinderen (DO)

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

6

6

 

Slechthorende kinderen (SH)

12

7

 

Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (ESM)

12

7

 

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

7

7

3

Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG)

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

12

7

 

Langdurig zieke kinderen (LZ) met een lichamelijke handicap

13

7

 

Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK)

12

12

 

Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps

7

71

4

Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK)

12

7

 

Langdurig zieke kinderen (LZ) anders dan met een lichamelijke handicap

13

7

 

Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten (PI)

10

7

Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs

De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, voor zover dit onderhoud niet valt onder het onderhoud als bedoeld in de bijlage - Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs van deVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.

Tabel 3. Bekostigingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs

Stichtingsjaar en omvang

Vast bedrag

Variabel bedrag

Tot 1987

 

 

< 90 m2

€ 2.868,37

€ 348,52

90-130 m2

€ 3.680,59

€ 441,02

130-170 m2

€ 4.024,44

€ 475,93

170-190 m2

€ 3.840,59

€ 520,72

190-230 m2

€ 3.678,27

€ 573,68

> 230 m2

€ 4.162,94

€ 641,75

Vanaf 1987

 

 

≥ 252 m2

€ 3.305,32

€ 583,58

Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van:

  • -

    een andere school;

  • -

    de gemeente, of

  • -

    een commerciële exploitant.

Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

  • a.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente wordt dit lokaal door het college om niet aan de school in gebruik gegeven;

  • b.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het college het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • c.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs voortgezet speciaal onderwijs] gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

  • d.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;

  • e.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor basisonderwijs[, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • f.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor voortgezet onderwijs vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het andere bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;

  • g.

    als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding;

  • h.

    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancieerd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de stichtingskosten en het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs vergoedt aan de commerciële exploitant de vergoeding materiële instandhouding.

Artikel II

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening materiele financiële gelijkstelling onderwijs (eerste wijziging).

Artikel III

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2015.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster A.A.M. Brok

Naar boven