Gemeenteblad van Medemblik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2015, 127932 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2015, 127932 | Verordeningen |
Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Medemblik 2015
De raad van de gemeente Medemblik;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van Medemblik d.d. 3 november 2015, IVR-15-03570;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Beheer s verordening gemeentelijke begraafplaatsen Medemblik 2015
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de gemeentelijke begraafplaats(en):
- aan de Dorpsstraat 42 in Abbekerk;
- aan de Kerkweg 1 in Abbekerk;
- de “Westerbegraafplaats” aan de Dijkweg in Andijk;
- de “Oosterbegraafplaats” aan de Weet in Andijk;
- aan het Kerkelaantje 10 in Benningbroek;
- aan het Noordeinde 28 in Lambertschaag;
- aan de Compagniesingel in Medemblik;
- “Zorgvliet” aan de Zorgvlietlaan in Medemblik;
- aan de Midwouder Dorpsstraat 16 in Midwoud;
- aan het IJsbaanpad in Nibbixwoud;
- aan de Heemraad Witweg t.o. nr. 16 in Oostwoud;
- aan het Oosteinde 44 in Oostwoud;
- aan de Almersdorperweg bij 24 in Opperdoes;
- aan de Kerkebuurt 16 in Opperdoes;
- aan de Westerstraat 42 in Sijbekarspel;
- “Nieuwe Algemene begraafplaats” aan de noordzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;
- “Oude Algemene begraafplaats” aan de zuidzijde van de NK kerk aan de Dorpsweg 121 in Twisk;
beheerder: degene die door het college met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen is belast, bevoegd is namens het college de in of krachtens deze verordening bedoelde grafrechten te vestigen en vergunningen af te geven, of degene die hem vervangt of degene die met bepaalde deeltaken is belast;
aanvrager: degene die - al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger - opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, urnenplaats of gedenkplaats verzoekt, of die vergunning aanvraagt voor een monument of grafbedekking en hiervoor de betalingsplichtige is;
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 5. Herdenkingen en plechtigheden
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Artikel 8. Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Besluit op de lijkbezorging (2013) en de Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing (2014).
Artikel 9. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. De uitgiftetermijnen worden door het college bij nadere regels vastgesteld.
Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon door overlegging aan het college van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 19. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Zolang het graf of de urnennis niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of de gebruiker het eigendom houden van de in artikel 20 (Vergunning grafbedekking) bedoelde grafbedekking en gedenkteken maar ook beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker van een algemeen graf of een urnennis te zijn aangebracht.
Artikel 22. Onderhoud door de gemeente
De beheerder van de begraafplaatsen is gerechtigd om te allen tijde, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Artikel 23. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden;
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer deze het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende.
Artikel 25. Tijdelijke verwijdering grafbedekking
Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 26. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt de beheerder (namens het college) ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van verwijdering door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Hoofdstuk 6. Opgraving, Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 28. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder gedurende 2 jaar voor het verlopen van de termijn van het grafrecht een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven of te laten cremeren respectievelijk de as te verstrooien. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
De gebruiker van een algemeen graf kan bij de beheerder gedurende 2 jaar voor het verlopen van de gebruikstermijn een aanvraag indienen om de overblijfselen of de asbus(sen) te doen verzamelen om deze elders in een ander graf te doen begraven respectievelijk te verstrooien. De gebruiker van een urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7. Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 29. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de verordening.
Hoofdstuk 9. Inrichting register
2. De administratie bevat een register van alle op de begraafplaatsen begraven lijken met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn, alsmede een register van bijgezette asbussen met de krachtens artikel 65, eerste lid, van de wet voorgeschreven gegevens. De in deze registers opgenomen gegevens zijn openbaar.
Artikel 32. Intrekking oude regeling
De verordening van de gemeente Medemblik, vastgesteld op 1 december 2008 en de verordening van de gemeente Andijk, vastgesteld op 1 januari 1999 worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de “Beheersverordening begraafplaatsen Medemblik december 2009 en Andijk 1 december 2009” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-127932.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.