Gemeenteblad van Vaals
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vaals | Gemeenteblad 2015, 126649 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vaals | Gemeenteblad 2015, 126649 | Verordeningen |
Financiële verordening gemeente Vaals (artikel 212 Gemeentewet)
In deze verordening wordt verstaan onder:
1.De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 4. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de in de begroting opgenomen nieuwe investeringen. Incidentele lasten en baten met een omvang groter dan € 10.000 worden per programma aangegeven en toegelicht.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet ter vaststelling aan de raad voor. Daarbij worden de aspecten uit lid 3 opgenomen.
Artikel 6. Waardering en afschrijving vaste activa
1.Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota activabeleid aan. De raad stelt de nota vast. Deze nota stelt de kaders en richtlijnen hoe dient te worden omgegaan met waardering en afschrijving van vaste activa.
Artikel 7. Reserves en voorzieningen
1.Het college biedt de raad eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. Deze nota stelt de kaders en richtlijnen omtrent de reserves- en voorzieningenportefeuille.
Artikel 10. Financieringsfunctie
Het college biedt de raad eens in de vier jaar het treasurystatuut aan. De raad stelt het statuut vast. Het treasurystatuut stelt de kaders hoe te handelen bij het uitoefenen van de financieringsfunctie.
In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 11b. Weerstandsvermogen
In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, het weerstandsvermogen of anderszins. Tevens wordt in de paragraaf weerstandsvermogen de gewenste weerstandscapaciteit bepaald.
Artikel 11c. Onderhoud kapitaalgoederen
De onderhoudsplannen worden financieel en inhoudelijk vertaald in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, waarbij opgave wordt gedaan van de in het komende boekjaar uit te voeren werkzaamheden en de mate waarin de financiële consequenties en het kwaliteitsniveau van de onderhoudsplannen zijn doorvertaald in de onderhoudsbudgetten van de begroting.
Het college verschaft in de paragraaf treasury in de begroting en jaarstukken inzicht in de financieringsfunctie, waarbij wordt ingegaan op de voortgang van het treasurystatuut als bedoeld in artikel 10.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 11f. Verbonden partijen
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 14. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘financiële verordening gemeente Vaals 2013’.
B e k e n d g em a a k t i n h e t V aa l s er W e e kb l a d en o p d e g e m e e n t e l i j k e w e b s i t e d . d. x x. x x. x xx x . Inw erk i n gs d atum: 1 j an u ari 2 014.
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Fido, het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.
Dit artikel bevat bepalingen over de inrichting van de begroting en de jaarstukken. De indeling van de programma’s worden bij aanvang van iedere raadsperiode door de raad vastgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.
Op grond van artikel 189 Gemeentewet berust het budgetrecht bij de raad. De raad neemt uiteindelijk de beslissing welke bedragen zij voor taken en activiteiten in de begroting beschikbaar stelt. Gedurende het begrotingsjaar kan de raad op grond van artikel 192 Gemeentewet besluiten nemen tot wijziging van de begroting. De gemeente kan slechts uitgaven doen voor de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht (vierde lid artikel 189 Gemeentewet).
Overigens bepaalt het artikel niet dat elke nieuwe raadsperiode de gehele begroting en jaarstukken overhoop moeten worden gehaald. In de meeste gevallen is dat niet raadzaam. Als de indeling en gebruikte indicatoren de vorige raadsperiode goed zijn bevallen, kunnen deze ongewijzigd opnieuw worden vastgesteld. In andere gevallen zijn (kleine) bijstellingen of wijzigingen meestal voldoende.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
In dit artikel zijn in aanvulling op het BBV bepalingen opgenomen voor de inrichting van de begroting. Zo wordt onder andere in het tweede en derde lid de verplichting in het BBV om in de begroting aandacht te besteden aan de investeringen nader uitgewerkt door te bepalen dat er bij de uiteenzetting van de financiële positie een overzicht van de investeringen wordt gegeven.
Artikel 4. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Artikel 4 bevat nadere regels voor de autorisatie van de begroting en investeringskredieten. Voor begrotingswijzigingen doet het college gedurende het jaar voorstellen aan de raad (zie lid 2).
Naast lopende uitgaven doet een gemeenten investeringen. Ook uitgaven voor investeringen moeten worden geautoriseerd. De autorisatie van deze investeringskredieten wordt meegenomen bij de begrotingsbehandeling (lid 3). Het bedrag voor een dergelijke investering blijft wel op de begroting staan als voorziene uitgaaf, maar de raad autoriseert de uitgaaf nog niet. Het college is nog niet bevoegd verplichtingen voor de investering aan te gaan.
In lid 2 staan de spelregels voor overschrijdingen van geautoriseerde budgetten of investeringskredieten beschreven. Meestal komen gedurende het begrotingsjaar nieuwe investeringsvoornemens op tafel die bij het opstellen van de
ontwerp-begroting nog niet waren voorzien. Het laatste lid van het artikel regelt de autorisatie van de investeringskredieten voor deze investeringen.
Artikel 5. Tussentijdse rapportage
Een belangrijk onderdeel van de planning- en controlcyclus voor de raad zijn de tussentijdse rapportages, de bestuursrapportages. Op basis van deze bestuursrapportages wordt de raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en investeringskredieten en de voortgang van de uitvoering van het beleid.
Artikel 6. Waardering en afschrijving vaste activa
In het tweede lid van artikel 212 Gemeentewet is onder letter a de uitdrukkelijke bepaling opgenomen dat de financiële verordening in elk geval de regels voor waardering en afschrijving van activa bevat. Hieraan is in artikel 6 invulling gegeven.
Artikel 7. Reserves en voorzieningen
Artikel 7 gaat in op de reserves en voorzieningen. Het artikel bepaalt dat het college minstens eens in de vier jaar een
nota over de reserves en voorzieningen aan de raad aanbiedt. Met het vaststellen van deze nota stelt de raad de kaders vast voor de vorming van reserves en voorzieningen.
Artikel 8. Kostprijsberekening
Artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, sub b dat de verordening in ieder geval bevat de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht. In artikel 8 van de verordening staan de kaders voor de bepaling van de kostprijzen van de gemeentelijke diensten. Lid 1 van het artikel bepaalt dat de kostprijs bestaat uit de directe kosten en de indirecte kosten die direct met de dienst samenhangen.
Het tweede lid bepaalt dat onder de indirecte kosten ook worden verstaan bijdragen aan voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van betrokken activa en de compensabele BTW. Hiermee wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die artikel 229b Gemeentewet biedt.
De kaders in het artikel vormen de basis waarbinnen het college haar systematiek van kostentoerekening kan vormgeven en de kostenverdeelsleutels voor de toerekening van indirecte kosten kan vaststellen.
Artikel 9. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad, die niet kan worden gedelegeerd (artikel 156 Gemeentewet). Het eerste lid van het artikel bepaalt dat de raad de tarieven voor de belastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, etc. jaarlijks vaststelt.
Het tweede lid bepaalt dat de raad eens in de vier jaar de nota grondbeleid ter vaststelling ontvangt, waarin de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen staan opgenomen.
Artikel 10. Financieringsfunctie
Artikel 10 gaat in op de financieringsfunctie. De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelbeheer. Dit is uitgebreid beschreven in het door de raad vastgestelde treasurystatuut.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 10 welke informatie de paragraaf lokale heffingen in elk geval moet bevatten. Daarnaast is het wenselijk ook nog de aangegeven informatie in deze paragraaf op te nemen.
Artikel 11b. Weerstandsvermogen
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 11 welke informatie de paragraaf weerstandsvermogen in elk geval moet bevatten.
Artikel 11c. Onderhoud kapitaalgoederen
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 12 welke informatie de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen in elk geval moet bevatten.
De leden 2 en 3 bevatten daarnaast de bepaling dat het college in de paragrafen van de begroting en de jaarstukken de beleidskaders vastlegt van de kapitaalgoederen, waarbij tevens de financiële doorvertaling en het kwaliteitsniveau daarvan wordt aangegeven zoals opgenomen in de begroting.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 13 welke informatie de paragraaf Financiering in elk geval moet bevatten.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 14 welke informatie de paragraaf Bedrijfsvoering in elk geval moet bevatten. Daarnaast is het wenselijk als informatiewaarde voor de raad ook informatie op te nemen over de kosten, de opbouw en het verloop van het personeelsbestand, de huisvestingskosten
Artikel 11f. Verbonden partijen
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 15 welke informatie de paragraaf Verbonden partijen in elk geval moet bevatten.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 16 welke informatie de paragraaf Grondbeleid in elk geval moet bevatten. Het eerste lid bepaalt dat het college eens in de vier jaar aan de raad een nota grondbeleid aanbiedt. Met de nota kan de raad de kaders voor het toekomstig grondbeleid vaststellen.
Onder artikel 12 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen. Daarnaast geeft artikel 12 de uitgangspunten voor de financiële organisatie. Volgens het eerste lid letter a van artikel 160 Gemeentewet is het college bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente.
De accountant toetst jaarlijks van de gemeenterekening of deze een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen. Artikel 13 draagt het college op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of vooraf aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig (zijn) verlopen.
Artikel 14. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Artikel 14 bepaalt dat in gemeentelijke regelingen en werkprocedures voldoende maatregelen worden getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen te beperken. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het treffen van voldoende verificatiemaatregelen vooraf van de antecedenten van een aanvrager van een gemeentelijke subsidie, zodat subsidies wel daadwerkelijk worden verstrekt aan rechthebbenden. Het treffen van afdoende beleid op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik maakt deel uit van het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-126649.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.