Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

 

Nr. 595

 

De raad van de gemeente Oldenzaal;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015, nr. 42/5, reg.nr. INTB-15-02314;

 

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald:

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 gemeente Oldenzaal (Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg) voor zover de aanvraag betrekking heeft op het aanbrengen van spandoeken, driehoeksborden en sandwichborden op de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen;

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 gemeente Oldenzaal (Evenement) voor zover de aanvraag betrekking heeft op een optocht;

  • f.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 gemeente Oldenzaal (Inzameling van geld of goederen);

  • g.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 gemeente Oldenzaal (Organiseren van een snuffelmarkt) voor zover de aanvraag betrekking heeft op het organiseren van een snuffelmarkt op de bij besluit van de burgemeester aangewezen plaatsen en tijden;

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen (loterij) voor zover de aanvraag betrekking heeft op een gelegenheid op de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen en tijden;

  • i.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover die aanvraag betrekking heeft op bouwactiviteiten met betrekking tot een monument dat is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, dan wel een zaak of terrein waaromtrent de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge artikel 3 van deze wet het voornemen tot opname in het hiervoor genoemde monumentenregister heeft kenbaar gemaakt, dan wel een zaak die of een terrein dat is opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in artikel 7 van de Erfgoedverordening 2010;

  • j.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het intrekken van een bouwvergunning als bedoeld in de Woningwet dan wel een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover die vergunning betrekking heeft op bouwactiviteiten;

  • k.

    maximaal vijf exemplaren van de verslagen van de raadsvergadering, de stukken behorende bij de raadsvergadering en de overige stukken behorende bij het Politiek Forum, bij afhaling door plaatselijke politieke groeperingen, plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen, wijkorganisaties, de plaatselijke pers, alsmede de Stichting Openbare Bibliotheek Oldenzaal;

  • l.

    een exemplaar van het verslag van de raadsvergadering, de stukken behorende bij de raadsvergadering en de overige stukken behorende bij het Politiek Forum, bij afhaling door scholen voor voortgezet onderwijs;

  • m.

    een exemplaar van de programmabegroting en de programmarekening, bij afhaling door de plaatselijke pers, plaatselijke politieke groeperingen, plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen, wijkorganisaties, adviesorganen door het gemeentebestuur ingesteld dan wel aan een van deze organen gelijkwaardige positie innemend en de Stichting Openbare Bibliotheek Oldenzaal;

  • n.

    maximaal vijf exemplaren van de programmabegroting, bij afhaling door plaatselijke politieke groeperingen en plaatselijke afdelingen van landelijke politieke partijen

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 gemeente Oldenzaal (verbod vuur te stoken) voor zover het paasvuren betreft.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt tot vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Het bedrag van de heffing op grond van Titel 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges als bedoeld in titel 1, hoofdstuk 1 tot en met 7, hoofdstuk 9 en 10 en hoofdstuk 18, onder 1.18.3, 1.18.4 en 1.18.5 van de in artikel 2 genoemde tarieventabel, worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    De leges voor zover niet genoemd in het eerste lid van dit artikel worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

    • c.

      digitaal wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges die worden geheven bij wege van aanslag worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen).

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening leges 2015 van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening leges 2016.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2015,

 

de griffier, de voorzitter,

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening leges 2016

Indeling tarieventabel

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het kiezersregister

 

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

Hoofdstuk 11

Gereserveerd

 

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 

Hoofdstuk 13

Gemeentegarantie en door gemeente verstrekte geldlening

 

Hoofdstuk 14

Marktstandplaatsen

 

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

 

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

 

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

 

Hoofdstuk 19

Diverse

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 4

Vermindering

 

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

Hoofdstuk 9

Vervallen

 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

 

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

 

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

 

Hoofdstuk 5

Brandbeveiligingsverordening

 

Hoofdstuk 6

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

TITEL 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van

 

 

een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in

 

 

een huwelijk:

 

1.1.1.1

in de trouwzaal van het stadhuis op:

 

1.1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag van 08.30 uur tot en met 15.30 uur

€ 294,30

1.1.1.1.2

zaterdag van 08.30 uur tot en met 15.30 uur

€ 999,10

1.1.1.1.3

zondag van 08.30 uur tot en met 15.30 uur

€ 1.425,15

1.1.1.1.4

buiten de in de onderdelen 1.1.1.1.1, 1.1.1.1.2 en 1.1.1.1.3 genoemde uren

€ 1.851,20

1.1.1.2

in of bij door de gemeente Oldenzaal aangewezen buitenlocaties

€ 294,30

 

(Deze leges zijn exclusief de kosten van de trouwlocatie zelf)

 

1.1.1.3

in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1,

 

 

van het Burgerlijk Wetboek

€ 294,30

1.1.1.4

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1.2 en 1.1.1.3 bedraagt het tarief voor het in

 

 

behandeling nemen van een eenmalig aan te wijzen locatie

€ 100,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap

 

 

in een huwelijk in een spreekkamer van het stadhuis

€ 40,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of een

 

 

partnerschapboekje

€ 18,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de

 

 

burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 14,00

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een

 

 

stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het

 

 

tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.6

Het tarief ter zake van het op verzoek benoemen van een buitengewoon

 

 

ambtenaar burgerlijke stand voor één dag bedraagt

€ 150,00

 

Het tarief voor ambtenaren van de gemeente die op verzoek optreden als getuige

 

 

volgens artikel 1:63 BW bij de voltrekking van een huwelijk of registratie

 

 

van een partnerschap bedraagt

€ 27,00

 

 

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,40

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,40

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,45

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

 

1.2.7

Het tarief als genoemd in 1.2.6 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1 tot en met 1.2.5, slechts één keer per document berekend

 

1.2.8

Indien documenten, genoemd bij 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden verstrekt in verband met vermissing van de oorspronkelijk afgegeven documenten worden de bij die artikelen genoemde tarieven verhoogd met een bedrag van:

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 35,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering

 

 

vermeerderd met

€ 34,10

 

 

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,35

1.4.3

In afwijking van het voorgaande onderdeel bedraagt het tarief voor het in

 

 

behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens

 

 

als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit

 

 

basisregistratie personen

€ 7,50

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de

 

 

basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,20

 

 

 

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager

 

 

als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 7,60

 

 

 

Hoofdstuk 6

Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, als het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina's, per pagina

€ 0,23

 

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina's

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders op papier

€ 5,00

1.6.1.3

een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking,

 

 

moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.2

Als voor het bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3

 

 

meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste

 

 

gevraagd.

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet

 

 

als bedoeld in artikel 40 van Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

 

 

 

Hoofdstuk 7

Bestuursstukken

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting of rekening, per pagina

€ 0,07

1.7.1.2

een uittreksel van het in de onderdeel 1.7.1.1 bedoelde, per pagina of pdf

€ 0,12

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van een afschrift van het verslag van een raadsvergadering,

 

 

de stukken behorende bij een raadsvergadering of de overige stukken

 

 

behorende bij een Politiek Forum, per pagina of pdf

€ 0,12

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van door de gemeente vervaardigde statistische of sociologische

 

 

rapporten, verslagen en (beleids)nota's, voor zover de voorraad strekt,

 

 

per pagina of pdf

€ 0,12

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van een afschrift van een verordening, de toelichting op een

 

 

verordening, bijlagen en tabellen bij een verordening, per pagina of pdf

€ 0,12

1.7.5

Het overeenkomstig de onderdelen 1.7.1, 1.7.2, 1.7.3 en 1.7.4 berekende

 

 

bedrag wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 0,50.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

verstrekking van vastgoedinformatie, per kadastraal perceel

€ 34,00

 

 

 

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen

€ 41,35

1.9.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 7,35

1.9.3

tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening

€ 5,85

1.9.4

tot het verstrekken van een andere verklaring omtrent een persoon

€ 7,35

 

 

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het

 

 

gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 15,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verstrekken van:

 

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

 

1.10.2.1.1

per pagina op papier van A4 formaat

€ 0,30

1.10.2.1.2

per pagina op papier van A3 formaat

€ 0,50

1.10.2.2

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustende kaart

 

 

of tekening:

 

1.10.2.2.1

per pagina op papier van A4 formaat

€ 4,05

1.10.2.2.2

per pagina op papier van A3 formaat

€ 4,90

1.10.2.2.3

per pagina op papier van elk ander formaat tot een m²

€ 6,75

1.10.2.2.4

vermeerderd met

€ 4,20

 

voor elke m² waarmee de oppervlakte van de kaart of tekening de een m²

 

 

te boven gaat;

 

1.10.2.3

een afdruk van de readerprinter, per afdruk

€ 0,50

1.10.2.4

een scan van een of meer foto's of andere documenten, per scan

€ 1,00

 

 

 

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet gereserveerd

 

 

 

 

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande

 

 

woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 55,72

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte

 

 

als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 13

Gemeentegarantie en door de gemeente verstrekte geldlening

 

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.13.1

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie:

0,258%

 

van het te garanderen bedrag met een maximum van

€ 291,72

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente

 

 

gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 84,21

1.13.3

tot het verstrekken van een geldlening:

0,643%

 

van het te verstrekken bedrag met een maximum van

€ 583,42

 

 

 

Hoofdstuk 14

Marktstandplaatsen

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

 

 

standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening

 

 

Oldenzaal 2012

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet ivm nieuwe Winkeltijdenwet:

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet,

€ 19,27

1.15.2

tot wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 19,27

 

 

 

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de

 

 

Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten:

 

1.16.1.2.1

voor de eerste kanspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2.2

voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor een periode korter of langer dan twaalf maanden:

 

 

het naar tijdsevenredigheid van het onder 1.16.1.1 of 1.16.1.2 berekende

 

 

bedrag.

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de

 

 

kansspelen (loterijvergunning)

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband

 

 

met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van

 

 

uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de

 

 

Telecommunicatiewet

€ 375,00

1.17.1.1

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen

 

 

gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het

 

 

netwerk, verhoogd met

€ 180,94

1.17.1.2

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling

 

 

van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet,

 

 

verhoogd met

€ 180,94

1.17.1.3

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel

 

 

plaatsvindt, verhoogd met het voorafgaand aan het in behandeling nemen van

 

 

de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting

 

 

die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.17.2

Als een begroting als bedoeld in 1.17.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in

 

 

behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting

 

 

aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze werkdag

 

 

schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het

 

 

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

 

1.18.1.1

geldig voor een periode van ten hoogste drie dagen

€ 18,90

1.18.1.2

geldig voor een periode van meer dan drie dagen en ten hoogste 30 dagen

€ 56,72

1.18.1.3

geldig voor een periode van meer dan 30 dagen

€ 94,54

1.18.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de

 

 

Regeling voertuigen

€ 30,00

1.18.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel

 

 

49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 41,10

1.18.4

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe

 

 

gehandicaptenparkeerplaats (bord E6 uit bijlage I RVV 1990 kentekenbord)

 

 

aanleg gehandicaptenparkeerplaats

€ 140,00

1.18.5

het verplaatsen van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats binnen de

 

 

gemeente Oldenzaal bij verhuizing

€ 50,00

1.18.6

tot het verkrijgen van een ontheffing van de aangewezen route voor transport

 

 

van gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet vervoer

 

 

gevaarlijke stoffen (Wvgs):

 

1.18.6.1

geldig voor een periode van meer dan een dag

€ 135,00

1.18.6.2

geldig voor een dag

€ 135,00

1.18.6.3

geldig voor een periode van meer dan een dag volgend op de periode als

 

 

bedoeld onder 1.18.6.1

€ 90,00

1.18.7

tot het verkrijgen van een parkeervergunning als bedoeld in onderdeel i van

 

 

de Parkeerverordening 1993 of een opvolger daarvan, geldig voor een periode

 

 

van langer dan een dag

€ 20,00

1.18.8

tot het verkrijgen van een vervangende vergunning als hiervoor bedoeld

 

 

onder 1.18.7 bij verlies, diefstal, wijziging van het in de vergunning

 

 

genoemde kenteken of een andere wijziging

€ 20,00

 

 

 

Hoofdstuk 19

Diversen

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de

 

 

APV 2015 of een opvolger daarvan (standplaatsvergunning):

 

1.19.1.1.1

geldig voor een dag

€ 19,06

1.19.1.1.2

geldig voor een periode van meer dan een dag en ten hoogste 30 dagen

€ 37,51

1.19.1.1.3

geldig voor een periode van meer dan 30 dagen

€ 57,65

1.19.1.2

tot het verkrijgen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor

 

 

niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief

 

 

is opgenomen

€ 55,72

 

 

 

 

 

 

TITEL 2

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/

 

 

OMGEVINGSVERGUNNING

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

bouwkosten:

 

 

het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto-inhoud

 

 

respectievelijk oppervlakte respectievelijk lengte van het bouwwerk conform

 

 

de bij deze tarieventabel behorende bijlage. Voor bouwwerken die niet pas-sen

 

 

binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten geldt dat onder

 

 

de bouwkosten wordt verstaan:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste

 

 

lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken

 

 

en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren

 

 

werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief

 

 

omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699 uitgave 2013, of zoals

 

 

dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

 

Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid

 

 

geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan

 

 

een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het

 

 

tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven,

 

 

hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven en

 

 

die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een

 

 

ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat

 

 

wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg

 

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

vooroverleg

10,00%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een

 

 

omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld met een

 

 

minimum van

€ 76,00

2.2.2

Als voor de in onderdeel 2.2.1 bedoelde aanvraag een welstandstoets

 

 

noodzakelijk is, worden de op grond van dat onderdeel berekende leges

 

 

vermeerderd met

€ 25,00

 

 

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde

 

 

leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project

 

 

geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en

 

 

de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de

 

 

aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en

 

 

overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze

 

 

titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of

 

 

andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

 

 

bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1

als de bouwactiviteit betrekking heeft op een woning:

 

2.3.1.1.1.1

als de bouwkosten minder dan € 3.000,00 bedragen

€ 157,25

2.3.1.1.1.2

als de bouwkosten € 3.000,00 tot € 100.000,00 bedragen

€ 157,25

 

vermeerderd met

2,10%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 3.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.1.3

als de bouwkosten € 100.000,00 bedragen of meer

€ 2.194,25

 

vermeerderd met

2,36%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 100.000,00 te boven gaan.

 

2.3.1.1.2

als de bouwactiviteit betrekking heeft op een niet-woning:

 

2.3.1.1.2.1

als de bouwkosten minder dan € 3.000,00 bedragen

€ 157,25

2.3.1.1.2.2

als de bouwkosten € 3.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 100.000,00

€ 157,25

 

vermeerderd met

2,62%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 3.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.3

als de bouwkosten € 100.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 5.000.000,00

€ 2.698,65

 

vermeerderd met

2,88%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.4

als de bouwkosten € 5.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 7.500.000,00

€ 143.818,65

 

vermeerderd met

2,6%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 5.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.5

als de bouwkosten € 7.500.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 10.000.000,00

€ 208.818,65

 

vermeerderd met

1,3%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 7.500.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.6

als de bouwkosten € 10.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 12.500.000,00

€ 241.318,65

 

vermeerderd met

1,0%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 10.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.7

als de bouwkosten € 12.500.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 15.000.000,00

€ 266.318,65

 

vermeerderd met

0,8%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 12.500.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.8

als de bouwkosten € 15.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 20.000.000,00

€ 286.318,65

 

vermeerderd met

0,7%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 15.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.9

als de bouwkosten € 20.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 30.000.000,00

€ 321.318,65

 

vermeerderd met

0,5%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.10

als de bouwkosten € 30.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 40.000.000,00

€ 371.318,65

 

vermeerderd met

0,4%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 30.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.11

als de bouwkosten € 40.000.000,00 bedragen of meer doch minder dan

 

 

€ 50.000.000,00

€ 411.318,65

 

vermeerderd met

0,2%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 40.000.000,00 te boven gaan;

 

2.3.1.1.2.12

als de bouwkosten € 50.000.000,00 bedragen of meer

€ 431.318,65

 

vermeerderd met

0,1%

 

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000.000,00 te boven gaan.

 

 

 

 

 

Welstandstoets en extra welstandstoets

 

2.3.1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, als een

 

 

welstandstoets noodzakelijk is, naar boven afgerond op een veelvoud van

 

 

€ 1,00, met een minimum van

€ 25,00

 

3 0/00 van het deel van de bouwkosten tot en met € 230.000,00 plus

 

 

0,5 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 230.000,00 tot

 

 

en met € 455.000,00 plus

 

 

0,25 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 455.000,00

 

 

tot en met € 680.000,00 plus

 

 

0,125 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 680.000,00.

 

2.3.1.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, als

 

 

zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag

 

 

wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe

 

 

welstandstoets noodzakelijk is

€ 25,00

 

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, als

 

 

krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag

 

 

een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen aan de

 

 

aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het

 

 

college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

Als de begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling

 

 

genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de

 

 

aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde

 

 

werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,

 

 

bedraagt het tarief

€ 84,00

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,

 

 

en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,

 

 

eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het

 

 

bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(binnenplanse afwijking)

€ 131,00

2.3.3.2

als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking)

€ 131,00

2.3.3.3

als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(buitenplanse afwijking)

1%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een

 

 

minimum van

€ 2.000,00

2.3.3.4

als artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(tijdelijke afwijking)

€ 350,00

2.3.3.5

als artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van exploitatieplan)

€ 350,00

2.3.3.6

als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in

 

 

strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van

 

 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo

 

 

wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

1%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een

 

 

minimum van

€ 2.000,00

2.3.3.7

als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in

 

 

strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van

 

 

de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo

 

 

wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

1%

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een

 

 

minimum van

€ 2.000,00

2.3.3.8

als artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast

 

 

(afwijking van voorbereidingsbesluit)

€ 131,00

 

 

 

2.3.4

Vervallen

 

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot

 

 

brandveiligheid

 

2.3.5.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,

 

 

bedraagt het tarief

€ 500,00

2.3.5.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

om overschrijving van een verleende vergunning op naam van een ander dan

 

 

degene op wiens naam de vergunning is gesteld als bedoeld in artikel 10.3

 

 

van de Bouwverordening

€ 60,00

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of

 

 

dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel

 

 

2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel

 

 

2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens

 

 

provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2009 aangewezen monument,

 

 

waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 11, eerste lid, van

 

 

die gemeentelijke verordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een

 

 

monument

€ 120,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een

 

 

wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 240,00

2.3.6.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen

 

 

van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in

 

 

artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of het slopen van een bouwwerk

 

 

in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2009

 

 

aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,

 

 

van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of

 

 

van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing

 

 

is vereist, bedraagt het tarief

€ 240,00

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads-

 

 

of dorpsgezicht

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

 

 

slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,

 

 

beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in

 

 

artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 120,00

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

 

 

aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg

 

 

van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale

 

 

verordening of de APV 2015 of een opvolger daarvan

 

 

een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,

 

 

aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 76,00

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

 

 

maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg

 

 

waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de

 

 

APV 2015 of een opvolger daarvan een vergunning of ontheffing is vereist, als

 

 

bedoeld in artikel 2.2,eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het

 

 

tarief

€ 76,00

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen

 

 

of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een

 

 

provinciale verordening of artikel 4.11 van de APV 2015 of een opvolger daarvan

 

 

een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,

 

 

aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.10.1

als de aanvraag digitaal wordt ingediend

€ 56,00

2.3.10.2

als de aanvraag analoog wordt ingediend

€ 76,00

 

 

 

2.3.11

Reclame

 

2.3.11.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken

 

 

van een reclame, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale

 

 

verordening of artikel 4.16 van de APV 2015 of een opvolger daarvan

 

 

een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,

 

 

aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 123,00

2.3.11.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als een

 

 

welstandstoets noodzakelijk is, naar boven afgerond op een veelvoud van

 

 

€ 1,00, met een minimum van

€ 25,00

 

3 0/00 van de kosten van de reclame.

 

2.3.11.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als

 

 

zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het plan

 

 

plan van het maken van de reclame en daarvoor een nieuwe

 

 

welstandstoets noodzakelijk is

€ 25,00

 

 

 

2.3.12

Opslag van roerende zaken

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag

 

 

van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente

 

 

Oldenzaal, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening

 

 

of de APV 2015 of een opvolger daarvan, een vergunning of ontheffing is vereist,

 

 

bedraagt het tarief

€ 55,72

 

 

 

2.3.13

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

 

 

1998

 

2.3.13.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op

 

 

handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn

 

 

voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de

 

 

dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de

 

 

Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief

€ 55,72

2.3.13.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

 

 

realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor

 

 

habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en

 

 

Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid,

 

 

van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief

€ 55,72

 

 

 

2.3.14

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

 

 

handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en

 

 

Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 55,72

 

 

 

2.3.15

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het

 

 

verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande

 

 

onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen

 

 

categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke

 

 

leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo,

 

 

bedraagt het tarief

€ 55,72

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed

 

 

kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede

 

 

lid, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 55,72

 

 

 

2.3.16

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen

 

 

plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo,

 

 

bedraagt het tarief:

 

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met

 

 

betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van

 

 

de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor

 

 

de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met

 

 

betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van

 

 

de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor

 

 

de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit

 

 

hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de

 

 

in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

als de oppervlakte van het perceel dat onderzocht is:

 

2.3.17.1

minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt digitaal aangeleverd

€ 148,50

2.3.17.2

minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt analoog aangeleverd

€ 222,00

2.3.17.3

2.000 m² is of meer en het rapport wordt digitaal aangeleverd

€ 292,00

2.3.17.4

2.000 m² is of meer en het rapport wordt analoog aangeleverd

€ 444,00

 

 

 

2.3.18

Advies

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit

 

 

hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschriftalgemene maatregel

 

 

van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen

 

 

bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de

 

 

aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een

 

 

omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo:

 

 

het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de

 

 

aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde

 

 

kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester

 

 

en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een

 

 

aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop

 

 

de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag

 

 

voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

 

 

 

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit

 

 

hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wet of algemene

 

 

maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van

 

 

geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan

 

 

worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.19.1.1

als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 120,00

2.3.19.1.2

als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen

 

 

moet afgeven

€ 120,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

2.4.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door

 

 

een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de

 

 

eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het

 

 

vooroverleg geheven leges, met uitzondering van de geheven leges voor de

 

 

welstandstoets en de extra welstandstoets, in mindering gebracht op de

 

 

leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag

 

 

omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan

 

 

vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering

 

 

van de geheven leges voor de welstandstoets en de extra welstandstoets,

 

 

adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen

 

 

2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.18 en 2.3.19.

 

 

De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

10%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

15%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor

 

 

bouwactiviteiten/niet verder in behandeling genomen aanvraag

 

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een

 

 

project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten

 

 

als bedoeld in onderdeel 2.3.1

 

 

intrekt voordat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de

 

 

Algemene wet bestuursrecht dan wel dat de aanvraag niet verder in

 

 

behandeling wordt genomen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet

 

 

bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven

 

 

leges. De teruggaaf bedraagt

75%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit

 

 

verschuldigde leges.

 

2.5.1.2

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een

 

 

project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiveiten

 

 

als bedoeld in onderdeel 2.3.1

 

 

intrekt nadat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de

 

 

Algemene wet bestuursrecht doch voor het verlenen van de vergunning,

 

 

bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges.

 

 

De teruggaaf bedraagt

50%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit

 

 

verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor

 

 

bouwactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project

 

 

dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als

 

 

bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag

 

 

van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel

 

 

van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden

 

 

na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik

 

 

is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit

 

 

verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

 

voor bouwactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of

 

 

gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in

 

 

onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op

 

 

teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit

 

 

verschuldigde leges. Hierbij moet onherroepelijk vaststaan dat de vergunning

 

 

niet wordt verleend.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan

 

 

een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij een

 

 

onherroepelijk vaststaande rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 76,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel welstandstoets en extra welstandstoets, advies,

 

 

beoordeling bodemrapport en verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2,

 

 

2.3.16, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als

 

 

bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel

 

 

2.5.2 van toepassing is

€ 25,00

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de

 

 

omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 76,00

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste

 

 

lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.000,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste

 

 

lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.665,00

 

 

 

Hoofdstuk 9 Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 55,72

 

 

 

 

 

 

TITEL 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en

 

 

Horecawet

€ 117,81

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als

 

 

bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 58,90

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en

 

 

Horecawet

€ 58,90

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het verkrijgen van een andere dan onder 3.1.1 bedoelde vergunning of een

 

 

onder 3.1.3 bedoelde ontheffing op grond van de Drank- en horecawet of een

 

 

vergunning, ontheffing of verlof op grond van de Drank- en Horecaverordening

 

 

2013

€ 58,90

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

het wijzigen van verkregen als onder 3.1.1, 3.1.3 en 3.1.4 bedoelde vergunning,

 

 

ontheffing of verlof

€ 58,90

 

 

 

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

 

 

een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in

 

 

artikel 2:25, eerste lid, van de APV 2015 of een opvolger daarvan, als

 

 

het betreft:

 

3.2.1.1

een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel

€ 55,72

3.2.1.2

een herdenkingsplechtigheid

€ 55,72

3.2.1.3

een braderie

€ 55,72

3.2.1.4

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg

€ 55,72

3.2.1.5

een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg

€ 55,72

3.2.1.6

een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25,

 

 

derde lid, van de APV 2015 of een opvolger daarvan

€ 55,72

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

 

 

vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 2:25

 

 

van de APV 2015 of een opvolger daarvan

€ 55,72

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

 

 

vergunning voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 2:25

 

 

van de APV 2015 of een opvolger daarvan

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning

 

 

als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de APV 2012 of een opvolger daarvan,

 

 

anders dan bedoeld in onderdeel 3.3.2:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 55,72

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 55,72

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een

 

 

wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld

 

 

in artikel 3.15, tweede lid, van de APV 2012 of een opvolger daarvan:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 55,72

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 22 van

 

 

de Huisvestingswet 2014

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 5

Brandbeveiligingsverordening

 

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

 

 

verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van

 

 

een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de

 

 

Brandbeveiligingsverordening

€ 55,72

 

 

 

Hoofdstuk 6

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

 

 

andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere

 

 

beschikking

€ 55,72

 

 

 

 

 

 

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Oldenzaal van 14 december 2015, nr. 595

 

 

Mij bekend,

 

 

De griffier,

 

 

 

 

 

Naar boven