Gemeenteblad van Landgraaf
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2015, 125870 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2015, 125870 | Verordeningen |
Gemeente Landgraaf - Afvalstoffenverordening gemeente Landgraaf 2015
De raad der gemeente Landgraaf;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
overwegende dat het wenselijk is een nieuwe afvalstoffenverordening vast te stellen;
vast te stellen de Afvalstoffenverordening gemeente Landgraaf 2015:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu;
4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen, Lex silencio positivo) is niet van toepassing.
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
1. De inzameling kan plaatsvinden via:
a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;
b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;
c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;
d. een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen
1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.
2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.
3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in artikel 7 gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
1. Het is de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen of van gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel of betreffende inzamelvoorziening of brengvoorziening.
2. Het is andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.
3. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.
4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats(en) en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.
5. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.
6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.
2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
2. Het college kan van het verbod als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen.
3. Het verbod is niet van toepassing op:
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover hogere wet- of regelgeving voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 17 Achterlaten van straatafval
1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten of te deponeren zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
1. Voor anderen dan de inzameldienst of andere inzamelaars dan wel toezichthouders is het verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.
2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen of anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder of leidinggevende van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
a. een afvalbak, -mand of een soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;
b. zorg te dragen dat die afvalbak, -mand of een soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of dat soortgelijk voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;
c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.
2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:
a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.
Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 17 Achterlaten van straatafval
Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen en/of inzamelmiddelen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie.
2. Op de dag van de inwerkingtreding als vermeld in het eerste lid wordt de “Afvalstoffenverordening van de gemeente Landgraaf 2005” ingetrokken.
1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
4. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de daarvoor geldende bezwaar- cq. beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
5. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-125870.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.