Gemeente Goeree-Overflakkee - 1e Wijziging verordening bezoldigingsregeling

 

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

 

gelet op ; artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

 

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg, d.d. 14-07-2015;

 

b e s l u i t e n :

 

vast te stellen de volgende regeling: Wijziging van de Bezoldigingsregeling gemeente Goeree-Overflakkee (1e wijziging).

 

Artikel I

A. Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6 Salaris bij benoeming / inpassing

Lid 1

Bij indiensttreding wordt de medewerker in principe ingedeeld in de op zijn functie betrekking hebbende aanloopschaal. In welke periodiek in de aanloopschaal de medewerker wordt ingedeeld is afhankelijk van:

het hebben van aantoonbare relevante werkervaring;

geschiktheid voor de functie;

de aansluiting van het aangetoond salaris van de vorige dienstbetrekking ten opzichte van de huidige dienstbetrekking.

Lid 2

De medewerker blijft in de aanloopschaal ingeschaald tot hij aan de voorwaarden voldoet waarbij recht ontstaat op inschaling in de functieschaal.

Lid 3

In afwijking van het gesteld in het eerste en tweede lid, kan de medewerker worden ingedeeld in een schaal gelegen lager dan de op zijn functie betrekking hebbende aanloopschaal. Door middel van training, coaching en begeleiding wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld zicht te ontwikkelen in de functie, met als uiteindelijk doel een volledige functievervulling met plaatsing in de functionele schaal.

Artikel 6 Vaststelling salaris

Lid 1

Het college stelt het salaris van een ambtenaar vast aan de hand van zijn functieschaal, op grond van zijn ervaring, geschiktheid en bekwaamheid. Het salaris wordt vastgesteld met aanduiding van een periodiek in de functieschaal.

 

 

 

Lid 2

Als een ambtenaar in een functie wordt benoemd zonder dat hij reeds voldoet aan alle daarvoor geldende eisen ten aanzien van opleiding, ervaring en bekwaamheid, kan zijn salaris overeenkomstig de eerste lagere salarisschaal dan de functieschaal worden vastgesteld.

 

B. Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Het salaris van de medewerker wordt bij gebleken voldoende functioneren binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag. Gebleken voldoende functioneren wordt bepaald aan de hand van personeelsbeoordeling. Als de personeelsbeoordeling niet heeft plaatsgevonden wordt automatisch een periodieke verhoging toegekend.

Lid 2

Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing op de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal reeds heeft bereikt.

Lid 3

De periodieke verhoging wordt toegekend voor de eerste maal me ingang van 1 januari van het jaar volgend op de aanstelling en nadien telkens op 1 januari van het volgende jaar.

Lid 4

In afwijking van het gestelde in lid 3 vindt bij indiensttreding of bevordering op of na 1 oktober, per 1 januari daaropvolgend geen periodieke verhoging plaats.

Lid 5

De diensttijd die als medewerker in tijdelijk dienst wordt doorgebracht en die onmiddellijk gevolgd wordt door een aanstelling of arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, komt in aanmerking voor een beoordeling en de daaruit vloeiende salarisconsequentie als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Lid 6

Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht, kan de werkgever bepalen, dat niet kan worden vastgesteld of sprake is van voldoende functioneren in de zin van lid 1. De volgende tijd kan aangemerkt worden als het niet verrichten van arbeid:

a.tijd doorgebracht met verlof zonder bezoldiging, indien het verlof is verleend uitsluitend in het belang van de medewerker, dan wel is verleend onder voorwaarde, dat bedoelde tijd niet zal meetellen voor de vaststelling van diensttijd;

b.tijd doorgebracht met verlof zonder bezoldiging, voor zover deze een tijdvak van een half jaar te boven gaat;

c.tijd gedurende welke de medewerker in de uitoefening van zijn functie is geschorst:

bij wijze van disciplinaire straf;

van rechtswege, behoudens in geval van plaatsing of in bewaarstelling in een instelling voor psychiatrie of een daarmee gelijk te stellen inrichting;

op grond van het feit, dat een strafrechtelijke vervolging ter zake een misdrijf tegen hem is ingesteld, of hem het voornemen tot oplegging van de straf is aangezegd, dan wel hem die straf is opgelegd;

omdat het belang van de dienst de schorsing vorderde, tenzij het tot schorsen bevoegd gezag het tegendeel bepaald.

Lid 7

Indien vaststaat, dat een schorsing, als bedoeld in lid 6 sub c van deze regeling, niet door het ten uitvoer leggen van een straf is gevolgd noch zal worden gevolgd, telt de tijd van deze schorsing alsnog mee voor de vaststelling van de diensttijd.

Lid 8

In afwijking van het bepaalde in lid 6 sub b van dit artikel kan, indien de medewerker in het algemeen belang verlof zonder bezoldiging geniet voor een tijdvak van langer dan een half jaar, dit tijdvak volledig in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de diensttijd.

Artikel 7 Salarisverhoging

Lid 1

Aan een ambtenaar wordt een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.de ambtenaar functioneert voldoende;

b.de ambtenaar heeft het maximum van de functieschaal nog niet bereikt;

c.er zijn twaalf maanden verstreken sinds zijn aanstelling of zijn laatste periodieke salarisverhoging.

Lid 2

Het college kan aan toekenning van een periodieke salarisverhoging aanvullende voorwaarden stellen.

Lid 3

Het college kan een ambtenaar een extra periodieke salarisverhoging toekennen.

Lid 4

In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, kan het college voor de ambtenaren of voor groepen ambtenaren een vaste verhogingsdatum vaststellen.

  •  

  • C.

    Artikel 8 Geen periodieke verhoging komt te vervallen.

  •  

  • D.

    Artikel 10 Toepassing 3-rangenstelsel komt te vervallen.

  •  

  • E.

    Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

     

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 11 Gratificatie

Aan een medewerker die een uitstekende individuele prestatie of extra inspanning heeft verricht, kan een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 CAR-UWO worden toegekend, een en ander vastgesteld op basis van een personeelsbeoordeling.

Artikel 11 Functioneringstoelagen

Lid 1

Het college kan aan een ambtenaar die meerdere jaren zeer goed of uitstekend heeft gefunctioneerd of bijzondere prestaties heeft geleverd, en die het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt, een functioneringstoelage, ontwikkel/opleidingstraject of werk gerelateerde incentive toekennen.

Lid 2

De toelage wordt voor maximaal een jaar toegekend. Bij het voortduren van de gronden waarop de toelage is toegekend, kan deze opnieuw worden toegekend.

Lid 3

De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.

F.Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 12 Groepsgratificatie

Aan een groep medewerkers die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 CAR-UWO worden toegekend, een en ander vastgesteld op basis van een personeelsbeoordeling.

Artikel 12 Beloning uitstekend functioneren of bijzondere prestaties

Het collega kan aan een ambtenaar of een groep ambtenaren eenmalig een geldbedrag toekennen voor uitstekend functioneren of geleverde bijzondere prestaties.

  • G.

    Artikel 13 Extra periodieke verhoging van het salaris komt te vervallen.

     

  • H.

    Artikel 14 Persoonlijke toelage komt te vervallen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 december 2015

 

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris, burgemeester,

 

drs. B. Marinussen mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Naar boven