Gemeenteblad van Schouwen-Duiveland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2015, 125151 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2015, 125151 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting gemeente Schouwen - Duiveland 2016
De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting Schouwen-Duiveland 2016
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
b. kwartaal: een kalenderkwartaal;
d. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
e. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;
f. uur: een periode van 60 achtereenvolgende minuten;
g.bouwobject: (verplaatsbaar) materiaal en/of materieel ten dienste van bouw- en onderhoudswerkzaamheden of van de daartoe betrokken personen, zoals bijvoorbeeld (rol)steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, hekwerken, pompinstallaties, eco-toiletten, stenen, cement, zand en tegels.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De precariobelasting wordt geheven van degene van wie dan wel ten behoeve van wie één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a. voorwerpen, welke ingevolge een wettelijke voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;
b. voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
c. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
d. voorwerpen van het rijk, provincie, gemeente, waterschap, waarvan de aanwezigheid noodzakelijk wordt geacht voor de uitoefening van de publiekrechtelijke zaak;
e. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, A.N.W.B. en daarmee overeenkomende instellingen;
f. het hebben van borden, masten, palen, spandoeken, stands e.d. die in verband met de verkiezing van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;
g. halteborden, wachthuisjes, abri’s e.d. ten dienste van openbare middelen van vervoer;
h. vlaggenstokken en vlaggestokhouders, voor zover niet gebruikt voor reclamevlaggen;
i. voorwerpen, uitsluitend gebezigd ten behoeve van charitatieve instelling of voor het zonder winstoogmerk geven van onderwijs;
j. stoeptreden, buizen voor afvoer van hemelwater of fecaliën, draden of leidingen voor de ontvangst van radio- en televisieprogramma’s of inritten.
k. voorwerpen bij meldingsplichtige evenementen als bedoeld in artikel 1, lid d, van de Beleidsregels evenementen Schouwen-Duiveland 2012;
l. bloembakken, zitbankjes zonder reclame;
m. bouwobjecten waarbij de duur van plaatsing maximaal een aaneengesloten periode van 30 dagen bedraagt.
n. voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden, tot het toegankelijk maken van een eigendom.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6. Berekening van de precariobelasting
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
3. De oppervlakte van andere rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
4. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
1. Indien de precariobelasting naar jaartarieven wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak een maand, week of dag, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
Artikel 10. Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven. Artikel 9, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11. Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten:
a de in artikel 8, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
b de in artikel 8, tweede lid, bedoelde kennisgevingen worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in tien termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De “Verordening precariobelasting Schouwen-Duiveland 2015” van 13 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-125151.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.