Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Gennep

De gemeenteraad van de gemeente Gennep:

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Gennep

(Verordening reinigingsheffingen gemeente Gennep ).

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

     

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

  • 2.

    verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer;

  • 3.

    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

  • 4.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • 5.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • 6.

    grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden.

  • 7.

    gft-bedrijfsafval: gft-afval afkomstig van bedrijven en instellingen, dat aan de periodieke inzameldienst in minicontainers wordt aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kan worden meegenomen;

  • 8.

    bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, niet zijnde gft-bedrijfsafval, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, aan de periodieke inzameldienst in minicontainers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen;

  • 9.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

     

H oofdstuk II Afvalstoffenheffing

 

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

     

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

       

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

     

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting

  • 1.

    De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1, onderscheidenlijk 1.1.3 en 1.1.4 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1, onderscheidenlijk 1.1.3 en 1.1.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1, onderscheidenlijk 1.1.3 en 1.1.4 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

     

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing ter zake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde afvalstoffen

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als volgt worden betaald:

    • a.

      Bij niet automatische incasso: in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso: in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • c.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • d.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel, ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorafgaande leden gestelde termijnen.

     

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

 

Artikel 11 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn, zoals omschreven in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 14 Belastingjaar

Met betrekking tot het recht dat per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 15 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 en 2.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

 

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor het jaarlijks verschuldigde recht

  • 1.

    Het recht bedoeld in onderdeel 2.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht bedoeld in onderdeel 2.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor het recht bedoeld in onderdeel 2.1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige zich elders binnen de gemeente vestigt en aldaar het in artikel 11 bedoelde genot of gebruik voortgang vindt.

     

Artikel 17 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel als volgt worden betaald:

    • a.

      Bij niet automatische incasso: in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso: in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorafgaande leden gestelde termijnen.

     

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.

 

Artikel 19 Overgangsrecht

De 'Verordening reinigingsheffingen 2012' van 22 november 2011 (2011/4680), laatst gewijzigd op 15 december 2014 (162954) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

     

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening reinigingsheffingen gemeente Gennep'.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 december 2015.

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

 

 

 

Bijlage  

Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen gemeente Gennep (belastingjaar 2016)

 

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het

periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

 

 

 

 

Tarief 2016

 

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per jaar

 

72,00

1.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt

 

 

 

 

de belasting per lediging van een:

 

 

 

1.1.2.1

minicontainer van 25 liter, bestemd voor gft-afval

 

1,75

1.1.2.2

minicontainer van 40 liter, bestemd voor gft-afval

 

2,20

1.1.2.3

minicontainer van 80 liter, bestemd voor gft-afval

 

2,60

1.1.2.4

minicontainer van 140 liter, bestemd voor gft-afval

 

3,40

1.1.2.5

minicontainer van 40 liter, bestemd voor restafval

 

3,45

1.1.2.6

minicontainer van 80 liter, bestemd voor restafval

 

4,25

1.1.2.7

minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval

 

5,95

1.1.2.8

minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval

 

8,25

1.1.3

In afwijking van het in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2

 

 

 

 

genoemde bedraagt de belasting voor percelen die voor de

 

 

 

 

afvalverwijdering zijn aangewezen op verzamelcontainers

 

 

 

 

per perceel per jaar

 

136,20

1.1.4

Indien het perceel bij de aanvang van het belastingtijdvak

 

 

 

 

wordt gebruikt door twee of meer personen, wordt de

 

 

 

 

belasting bedoeld in onderdeel 1.1.3 per jaar vermeerderd met

 

53,40

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

 

1.2.1

 

 

 

1.2.1.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats: indien het grof huishoudelijk afval betreft, met uitzondering van

 

 

asbest, puin, grond, autobanden, grof tuinafval, bruin- en witgoed, per hoeveelheid van 2 m3 of gedeelte daarvan

 

 

12,50

1.2.1.2

indien het uitsluitend asbest, puin of grond betreft, met een maximum van 1 m3

 

 

12,50

1.2.1.3

indien het uitsluitend grof tuinafval betreft, per hoeveelheid van 2 m3 of gedeelte daarvan

 

 

5,00

1.2.1.4

indien het autobanden met velg betreft, per autoband

3,00

1.2.1.5

indien het overig huishoudelijk afval betreft, met uitzondering

 

 

 

van bruin- en witgoed, verpakkingsglas, oud papier

 

 

 

en karton, textiel en gedragen kleding, metalen, alsmede klein

 

 

 

gevaarlijk afval, per hoeveelheid van 40 liter of een gedeelte daarvan

3,00

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en onderdeel 1.2.1

 

 

 

bedraagt de belasting voor het op afroep aan huis inzamelen:

 

 

1.2.2.1

van koelkasten en diepvriezers, per eenheid

12,50

1.2.2.2

van grof tuinafval, per 2 m³

12,50

1.2.2.3

van ander grof huishoudelijk afval dan bedoeld in onderdeel

1.2.2.1 en 1.2.2.2 voor een hoeveelheid van ten hoogste 2 m3,

 

 

 

per perceel

17,50

1.2.2.4

en onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.2.2.2 voor elke 2 m3 afval of gedeelte daarvan meer

 

 

12,50

1.2.2.5

en onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.2.2.3. voor

 

 

 

elke 2 m3 afval of gedeelte daarvan meer

17,50

Hoofdstuk 2

 

2.1

Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

 

Het recht bedraagt per bedrijfspand of zelfstandig gebruikt

 

 

gedeelte daarvan per jaar

72,00

2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt

 

 

 

het recht per lediging van een:

 

 

2.2.1

minicontainer van 25 liter, bestemd voor gft-afval

1,75

2.2.2

minicontainer van 40 liter, bestemd voor gft-afval

2,20

2.2.3

minicontainer van 80 liter, bestemd voor gft-afval

2,60

2.2.4

minicontainer van 140 liter, bestemd voor gft-afval

3,40

2.2.5

minicontainer van 40 liter, bestemd voor restafval

3,45

2.2.6

minicontainer van 80 liter, bestemd voor restafval

4,25

2.2.7

minicontainer van 140 liter, bestemd voor restafval

5,95

2.2.8

minicontainer van 240 liter, bestemd voor restafval

8,25

2.3

Indien over de rechten bedoeld in dit hoofdstuk omzetbelasting

 

 

 

is verschuldigd, worden deze verhoogd met het daarvoor geldende

 

 

 

wettelijke percentage.

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 7 december 2015, Afd. Publiekszaken, nr. 190104 De griffier van de gemeente Gennep,

 

Bijlage  

Bijlage B, behorende bij en deel uitmakende van het raadsvoorstel tot het vaststellen van het belastingbeleid en belastingverordeningen 2016, d.d. 7 december 2015, afd. Publiekszaken,

nr. 190104

 

Berekening limietopbrengst reinigingsheffingen

Onderstaand zijn aangegeven de in de Beheersbegroting 2016 – 2019 voor het begrotingsjaar 2016 geraamde lasten van het product huisvuilinzameling en verwijdering en de baten aan reinigingenheffingen met het kostendekkingspercentage.

 

lasten: (inclusief BTW)

Grootboek-

Nummer:

Activiteit

Geraamd bedrag 2016

47210.000

Huisvuilinzameling en verwijdering

 

34349

Containermanagement

24.200

34353

Inzameling GFT en restafval (variabele kosten)

181.500

34361

Verwerking GFT (variabele kosten)

66.550

34362

Verwerking restafval (variabele kosten)

266.200

34511

Inzameling en verwerking PMD

217.800

34561

Hoogbouw inzameling en verwerking

27.225

34373

Overige kosten

15.125

61000

Kapitaallasten

10

62202

Interne doorbelastingen Leefomgeving

25.380

 

Subtotaal 1

823.990

47210.100

Overige vuilinzameling

 

31000

Elektriciteit / gas

3.025

34351

Grof restafval

21.175

34352

Inzameling en verwerking glas

15.125

34354

Inzameling grof tuinafval

3.025

34355

Inzameling kca

30.250

34358

Restafval rommelmarkten

1.210

34381

Verzekeringspremie kca

119

34479

Luier- en incontinentieafval

33.275

34562

Inzameling en verwerking PMD (containers)

14.520

62202

Interne doorbelastingen Leefomgeving

11.675

 

Subtotaal 2

133.399

47210.200

Huisvuilinzameling: Milieustraat

 

34373

Onderhoudskosten Milieustraat

6.050

34480

Exploitatiekosten Milieustraat

133.100

34510

Verwerkingskosten milieustation

133.100

61000

Kapitaallasten gemeente tbv krediet

43.297

62202

Interne doorbelastingen Leefomgeving

3.046

 

Subtotaal 3

318.593

47210.300

Huisvuilinzameling: zwerfafval

 

34348

Containers en vuilnisbakken

21.175

34533

Opruimen zwerfafval - Intos

152.460

34482

Opruimen zwerfafval op verharding

60.500

34305

Plusproject algemeen

24.200

62202

Interne doorbelastingen Leefomgeving

13.705

62203

Interne doorbelastingen Publiek

11.366

 

Subtotaal 4

283.406

47210.600

Huisvuilinzameling: heffing en inning

 

34331

Drukwerk

15.125

34389

Diensten derden

20.000

62202

Interne doorbelastingen Leefomgeving

1.015

62203

Interne doorbelastingen Publiek

1.015

 

Subtotaal 5

37.155

 

 

 

Raming totale lasten huisvuilinzameling en verwijdering (subtotaal 1 t/m 5)

 

1.596.543

 

baten:

Grootboek-

nummer

Activiteit

Geraamd bedrag 2016

87210.000

Opbrengsten huisvuil

 

42213

Bijdrage regio

10.000

42306

Inkomsten vanuit Besluit beheer verpakkingen

340.000

 

Subtotaal 1

350.000

87210.100

Overige vuilinzameling

 

34037

Opbrengsten oud papier

60.000

34035

Opbrengsten luiercontainers

1.500

 

Subtotaal 2

61.500

87210.200

Poortopbrengsten

 

34031

Opbrengsten Milieustraat

85.000

34040

WEB

6.000

 

Subtotaal 3

91.000

87210.300

Zwerfafval

 

42306

Uitkering Afvalfonds

20.000

 

Subtotaal 4

20.000

87250.000

Opbrengsten afvalstoffenheffing

 

34016

Variabele afvalstoffenheffing

531.764

34017

Vastrecht

507.364

 

Subtotaal 5

1.039.128

7250.100

Overige opbrengsten

 

34005

Opbrengsten grof hh-afval

500

34032

Opbrengsten snoeiafval

200

34007

Opbrengsten WEB

50

 

Subtotaal 6

750

Raming totale baten huisvuilinzameling en verwijdering

(subtotaal 1 t/m 6)

 

1.562.378

 

 

 

4614.0000

42200

Gemeentelijk minimabeleid:

Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing (schatting)

 

40.000

 

 

 

 

Totale netto-raming opbrengst afvalstoffenheffing

1.522.378

 

Kostendekkingspercentage exclusief kwijtscheldingen: 97,86 %

Kostendekkingspercentage inclusief kwijtscheldingen:  95,35 %

 

Conclusie:

Uit het vorenstaande blijkt dat op basis van de ramingen in de Beheersbegroting 2016-2019 de geraamde baten van de reinigingsheffingen de geraamde lasten voor het begrotingsjaar 2016 niet overschrijden. Aan de opbrengstlimiet bedoeld in artikel 15.33 Wet Milieubeheer en artikel 229b van de Gemeentewet wordt voldaan. 

 

 

Naar boven