Winkeltijdenverordening Utrecht 2015

(raadsbesluit van 10 december 2015)

 

Verordening van Utrecht 2015, nr. 21

 

De raad van de gemeente Utrecht gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2015 besluit vast te stellen de:

 

WINKELTIJDENVERORDENING  UTRECHT 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • -

    Werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • -

    Winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

  • -

    Afhaalzaak: winkel, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken worden verkocht.

  • -

    SBI 2008: Standaard Bedrijfsindeling 2008 (versie 2014). De Kamer van Koophandel geeft ieder bedrijf dat zich inschrijft in het handelsregister een code die de economische activiteit van het bedrijf aanduidt. Deze code wordt in de verordening als bindend beoordeeld bij bepaling van bedrijfsactiviteit en/of bepaling van hoofdproduct.

Artikel 2. Zon- en feestdagenregeling

  • 1.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, en tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 19.00 uur een algemene vrijstelling, met uitzondering van Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 2.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, geldt op zon- en feestdagen tussen 10.00 uur en 19.00 uur een vrijstelling voor afhaalzaken en winkels in de levensmiddelenbranche, getuige SBI 2008 Kamer van Koophandel:

    • 47.11 Supermarkten en dergelijke winkels met een algemeen assortiment voedings- en genotmiddelen

    • 47.21 Winkels in aardappelen, groenten en fruit

    • 47.22 Winkels in vlees en vleeswaren, wild en gevogelte

    • 47.22.1 Winkels in wild en gevogelte

    • 47.23 Winkels in vis

    • 47.24 Winkels in brood, banket, chocolade en suikerwerk

    • 47.24.1 Winkels in brood en banket

    • 47.24.2 Winkels in chocolade en suikerwerk

    • 47.29.1 Winkels in kaas

    • 47.29.2 Winkels in natuurvoeding en reformartikelen

    • 47.29.3 Winkels in buitenlandse voedingsmiddelen

    • 47.29.9 Gespecialiseerde winkels in overige voedings- en genotmiddelen n.e.g.

    De SBI 2008 wordt in deze verordening als bindend beoordeeld bij bepaling van de Bedrijfsactiviteiten en/of bepaling hoofdproduct. Indien de SBI 2008 wordt gewijzigd wordt de dan door de Kamer van Koophandel gebezigde indeling gehanteerd.

  • 3.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, kan voor zon- en feestdagen en op Goede Vrijdag en 24 december tussen 19.00 uur en 22.00 uur een ontheffing worden verleend voor afhaalzaken en winkels in de levensmiddelenbranche, getuige SBI 2008 Kamer van Koophandels, zoals genoemd in artikel 2 lid 2 van deze verordening.

  • 3a.

    Een ontheffing kan worden verleend voor de gehele periode zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel of een deel daarvan.

  • 4.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, geldt op zon- en feestdagen tussen 10.00 uur en 22.00 uur een vrijstelling voor afhaalzaken.

  • 5.

    Een ontheffing als bedoeld in artikel 2 lid 3 van deze verordening, kan worden geweigerd indien de woonsituatie, de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel of afhaalzaak op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de openstelling van de winkel of afhaalzaak.

    Weigeringsgronden met betrekking tot woonsituatie, leefsituatie, veiligheid en openbare orde zijn onder andere maar niet uitsluitend:

    • a.

      De omgeving van de winkel of afhaalzaak kan getypeerd worden als een probleemlocatie, door criminaliteit, drugsgebruik of drugshandel en openbare ordeverstoringen, of:

    • b.

      De nachtelijke openstelling van de winkel of afhaalzaak waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, zal een aanzuigende werking hebben op overlast veroorzakende groepen, of:

    • c.

      De verkeersaantrekkende werking van de winkel of afhaalzaak zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor bewoners en/of gebruikers van de nabijgelegen panden, of:

    • d.

      Het gebruik van parkeerplaatsen bij winkelbezoek tussen 19.00 uur en 22.00 uur veroorzaakt in de directe omgeving van de winkel of afhaalzaak overlast of parkeerproblematiek voor bewoners, of:

    • e.

      De mogelijkheid van het ontstaan van hinder door overlast veroorzakende groepen in de uren tussen 19.00 uur en 22.00 uur voor direct omwonenden wordt beoordeeld als een reëel risico, of:

    • f.

      De winkel of afhaalzaak valt binnen een door het college aangegeven gebied van een gebiedsgerichte aanpak.

  • 6.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, en tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, geldt op zon- en feestdagen tussen 10.00 uur en 22.00 uur en op Goede Vrijdag en 24 december tussen 19.00 uur en 22.00 uur een vrijstelling voor het te koop aanbieden en verkopen van maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • 7.

    De in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden gelden niet op zon- en feestdagen voor:

    • Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor het zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen;

    • Winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of lunchroom;

    • Gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, alsmede het te koop aanbieden van goederen die daarbij rechtstreeks verband houden, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of evenement tot een uur na afloop daarvan;

    • Winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, alsmede het in of op het terrein te koop aanbieden en verkopen van goederen die daarbij rechtstreeks verband houden, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen;

    • Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen, tijdschriften, bloemen en planten plegen te worden verkocht, alsmede het in of op het terrein te koop aanbieden en verkopen daarvan;

    • Het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats of op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan;

    • Het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen op de zondag waarop carnaval wordt gevierd;

    • Het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 3. Incidentele openstelling tussen 22.00 uur en 06.00 uur

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden.

  • 2.

    In het geval van een speciale verkoopactie van een of meerdere winkels kan ontheffing worden verleend voor opening tussen 22.00 en 24.00 uur. Een dergelijke heffing geldt voor elke winkel afzonderlijk en wordt maximaal 10 keer per kalenderjaar verleend.

  • 3.

    In het geval van een speciale verkoopactie van een of meerdere winkels kan ontheffing worden verleend voor opening tussen 22.00 en 6.00 uur. Een dergelijke ontheffing geldt voor elke winkel afzonderlijk en wordt maximaal 2 keer per kalenderjaar verleend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen de ontheffing weigeren indien de woon- of leefsituatie, de veiligheid en/of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 5.

    Aan een ontheffing kunnen naast het al bepaalde in de verordening andere voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 4. Permanente openstelling tussen 22.00 uur en 02.00 uur (nachtwinkels)

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, met uitzondering van 4 mei na 19.00 uur.

  • 2.

    Een ontheffing geldt tussen 22.00 uur en 02.00 uur.

  • 2a.

    Een ontheffing kan worden verleend voor de gehele periode zoals genoemd in het 2e lid van dit artikel of een deel ervan.

  • 3.

    Een ontheffing wordt verleend aan winkels indien deze uitsluitend levensmiddelen (met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet) verkopen.

  • 4.

    In de nachtwinkel mag geen gelegenheid tot nuttigen ter plaatse worden gegeven.

  • 5.

    Een ontheffing wordt niet verleend aan slijterijen.

  • 6.

    Een ontheffing wordt niet verleend aan winkels waar uitsluitend maaltijden en alcoholvrije dranken voor directe consumptie worden verkocht (afhaalzaken).

  • 7.

    Een ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie, de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de openstelling van de winkel.

    Weigeringsgronden met betrekking tot woonsituatie, leefsituatie, veiligheid en openbare orde zijn onder andere maar niet uitsluitend:

    • a.

      De omgeving van de winkel kan getypeerd worden als een probleemlocatie, door criminaliteit, drugsgebruik en drugshandel en openbare ordeverstoringen, of:

    • b.

      De nachtelijke openstelling van de winkel waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, zal een aanzuigende werking hebben op overlast veroorzakende groepen, of:

    • c.

      De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor bewoners en/of gebruikers van nabijgelegen panden, of:

    • d.

      Het gebruik van parkeerplaatsen bij winkelbezoek tussen 22.00 uur en 02.00 uur veroorzaakt in de directe omgeving van de winkel overlast of parkeerproblematiek voor bewoners, of:

    • e.

      De mogelijkheid van het ontstaan van hinder door overlast veroorzakende groepen in de uren tussen 22.00 uur en 02.00 uur voor direct omwonenden wordt beoordeeld als een reëel risico, of:

    • f.

      De winkel valt binnen een door college aangegeven gebied van een gebiedsgerichte aanpak.

  • 8.

    Een ontheffing wordt verleend voor een periode van 2 jaar.

  • 9.

    Een exploitant of leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

  • 10.

    Een ontheffing is perceels- en persoonsgebonden.

Artikel 5. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen van ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    Verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken;

  • c.

    De exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de openbare orde, veiligheid, de woonsituatie of het leefklimaat ter plaatse; Er is onder andere sprake van een onaanvaardbare aantasting als zich een van de omstandigheden voordoet genoemd in artikel 4.

  • d.

    De aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    Van de ontheffing na verlening binnen 6 maanden geen gebruik wordt gemaakt;

  • f.

    De houder dit verzoekt.

Artikel 7. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de gemeentelijke toezichthouders.

Artikel 8. Intrekking voorgaande regeling

De Winkeltijdenverordening Utrecht 2012 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de Winkeltijdenverordening Utrecht 2015 in werking treedt.

Artikel 9. Overgangsbepaling

Een krachtens de Winkeltijdenverordening Utrecht 2012 verleende ontheffing blijft van kracht tot dat deze zijn geldigheid verliest of wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op <datum>

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Utrecht 2015

     

De griffier,

M. van Hall

De burgemeester,

J. van Zanen

TOELICHTING WINKELTIJDENVERORDENING UTRECHT 2015

 

Algemene toelichting

Op 1 juli 2013 is de gewijzigde Winkeltijdenwet in werking getreden. Op grond van de Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon- , feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of- en in hoeverre- zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn komen te vervallen.

 

Artikel 2.

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3 van de Winkeltijdenwet met betrekking tot de winkelopening op zon- en feestdagen.

 

Eerste lid

Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b,  en tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 19.00 uur een algemene vrijstelling. Op Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag, eerste Kerstdag en op Goede Vrijdag na 19.00 uur, 4 mei na 19.00 uur en 24 december na 19.00 uur geldt de vrijstelling niet.

Tweede lid

Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, en tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 22.00 uur en op Goede Vrijdag en 24 december tussen 19.00 uur en 22.00 uur een vrijstelling voor afhaalzaken en winkels in de levensmiddelenbranche. Op 4 mei na 19.00 uur geldt de vrijstelling niet.

Vierde lid

De hier genoemde uitzonderingen komen voort uit het feit dat deze specifieke situaties niet meer opgenomen zijn in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Voor deze situaties kan openstelling / verkoop op zondagen en álle feestdagen wenselijk zijn. Een aantal verkoopmogelijkheden zijn niet opgenomen in de winkeltijdenverordening omdat die al zijn opgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden. In het Vrijstellingenbesluit zijn blijven staan: de verkopen in apotheken, ziekenhuizen en verpleeghuizen, stations, luchthavens, benzinestations (incl. winkels) wegrestaurants, beroepsscheepvaart en nieuwsbladen en tijdschriften.

 

De eigenaar/exploitant kan een ontheffing aanvragen voor de duur waarvoor de winkel geopend is op zon- en feestdagen en op Goede Vrijdag en 24 december tussen 19.00 uur en 22.00 uur. De toetsing conform artikel 2, onder 5 van de Winkeltijdenverordening Utrecht 2015 (leefbaarheidstoets) ziet enkel op de periode van openstelling die genoemd wordt in de aanvraag tot ontheffing. Het is de eigenaar/exploitant niet toegestaan om op zon- en feestdagen en op Goede Vrijdag en 24 december tussen 19.00 uur en 22.00 uur de winkel buiten de in de ontheffing opgenomen periode geopend te hebben.

 

Artikel 3.

Tweede lid

Aan winkels die gebruik willen maken van een eenmalige/incidentele actie, bijvoorbeeld een extra koopavond, kan op grond van dit artikel ontheffing worden verleend. Daarbij zijn openingstijden tussen 22.00 en 24.00 uur mogelijk. Voor dit soort tijdelijke acties worden per winkel maximaal tien ontheffingen per jaar verleend.

Derde lid

Aan winkels die gebruik willen maken van een eenmalige/incidentele actie, bijvoorbeeld een 24-uurs actie of de verkoop van een nieuw spel in nachtelijke uren, kan op grond van dit artikel ontheffing worden verleend. Daarbij zijn openingstijden tussen 22.00 en 06.00 uur mogelijk. Voor dit soort tijdelijke acties worden per winkel maximaal 2 ontheffingen per jaar verleend.

 

Artikel 4.

Een ontheffing voor wat wel wordt genoemd een nachtwinkel, wordt geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de openstelling van de winkel. Bij iedere aanvraag vindt een belangenafweging plaats. Het belang van de aanvrager wordt afgewogen tegen het belang van de leefbaarheid en veiligheid voor de omwonenden en publiek op straat. Het bewaken van de avond/nachtrust voor omwonenden weegt hierbij zwaar mee. De ondernemer is verantwoordelijk voor het bewaren van de rust in de directe omgeving van de winkel. Per situatie zal verschillen hoe ruim die omgeving reikt. Alvorens te beslissen op een aanvraag worden de politie en gemeentelijke afdelingen als het wijkbureau, veiligheid en toezicht- en handhaving geraadpleegd.

Een leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Deze eis is opgenomen omdat de persoon van leidinggevende het personeel en de bezoekers moet kunnen aanspreken op hun gedrag. Hierbij zal het eigen gedrag van de leidinggevende een grote rol spelen. Gedragingen die in ieder geval worden meegenomen in de beoordeling van het levensgedrag zijn: betrokkenheid bij geweldsdelicten, witwaspraktijken, gebruik en/of handel in drugs, rijden onder invloed, discriminatie, eerdere weigering van een ontheffing vanwege levensgedrag en dergelijke. In beginsel zullen gedragingen en veroordelingen die in een periode van vijf jaar voorafgaand aan het besluit hebben plaatsgevonden, worden meegenomen in de beoordeling omtrent het levensgedrag. Dit om te voorkomen dat iemand levenslang wordt achtervolgd door in het verleden gemaakte fouten. Indien er wel gedraging(en) en/of veroordeling(en) in de vijf jaar voorafgaand aan het besluit hebben plaatsgevonden, die leiden tot een beoordeling van het levensgedrag, kunnen gedragingen en/of veroordelingen langer dan vijf jaar voorafgaand aan het besluit in de beoordeling worden betrokken. Burgemeester en wethouders weigeren de aanvraag voor een vergunning indien gedraging(en) en/of veroordeling(en) getuigen dat de leidinggevende van slecht levensgedrag is.

De eigenaar/exploitant kan een ontheffing aanvragen voor de duur waarvoor de nachtwinkel geopend is. De toetsing conform artikel 4, onder 7 van de Winkeltijdenverordening Utrecht 2015 (leefbaarheidstoets) ziet enkel op de periode van openstelling die genoemd wordt in de aanvraag tot ontheffing. Het is de eigenaar/exploitant niet toegestaan om de nachtwinkel buiten de in de ontheffing opgenomen periode geopend te hebben.

 

Artikel 6.

Een ontheffing kan worden ingetrokken indien de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de openbare orde, veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse.

 

Artikel 9.

Ontheffingen die zijn verleend op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenverordening Utrecht 2012 zijn verleend voor een periode van 2 jaar en zijn op het moment van het bereiken van de vervaltermijn niet meer rechtsgeldig.

 

Bijlage:

Winkeltijdenwet:

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Winkeltijdenwet, de artikelen 2 en 3, luiden per 1 juli 2013 als volgt:

 

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    • a.

      Op zondag;

    • b.

      Op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    • c.

      Op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

 

Artikel 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

 

Naar boven