Gemeente Nijkerk - Wijzigingsverordening belastingen en tarieven, december 2015

Raadsbesluit nummer 2015-052-A

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 10 november 2015;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Wijzigingsverordening belastingen en tarieven, december 2015

Artikel 1 - Wijziging Verordening OZB 2014

De Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 5 komt te luiden als volgt.

Artikel 5. Belastingtarieven

• 1. Het tarief van de belasting is een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:

  a.	de gebruikersbelasting	0,1488%
  b.	de eigenarenbelasting
  	1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen	0,1187%
  	2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen	0,2003%

• 2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

• 3. Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

B

De artikelen 7 en 9 worden vervangen door:

Artikel 7 Termijnen van betaling

• 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

• 2. Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

• 3. Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

• 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.

C

Artikel 8 vervalt.

Artikel 2. Wijziging kwijtscheldingsbepaling in diverse verordeningen

In de hieronder vermelde verordeningen komen de daarbij vermelde artikelen te vervallen

Verordening afvalstoffenheffing:	artikel 9 vervalt
Legesverordening 2014:	artikel 8 vervalt
Verordening forensenbelasting 2014:	artikel 10 vervalt
Verordening hondenbelasting 2014:	artikel 11 vervalt
Verordening precariobelasting:	artikel 11 vervalt
Verordening rioolheffing 2014:	artikel 12 vervalt
Verordening toeristenbelasting 2014:	artikel 11 vervalt

Artikel 3. Wijziging Verordening afvalstoffenheffing

De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing wordt als volgt gewijzigd.

In de “Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing, tarieven per 1-1-2016” komen de onderdelen 2.6 tot en met 2.6.9 als volgt te luiden:

2.6	De belasting bedraagt voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor:
2.6.1	grond en zoden, per 10 kilo	€ 0,21
2.6.2	gasflessen, per stuk	€ 15,83
2.6.3	hout, per 10 kilo	€ 1,15
2.6.4	asbest, per 10 kilo	€ 2,01
2.6.5	puin, per 10 kilo	€ 0,21
2.6.6	autobanden met velg, per stuk	€ 2,01
2.6.7	brandbaar restafval, per 10 kilo	€ 2,01
2.6.8	stortbaar restafval, per 10 kilo	€ 2,01
2.6.9	ongesorteerd afval, per 10 kilo	€ 2,01

Artikel 4. Inwerkingtreding

Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in het elektronische gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 17 december 2015,

de griffier, de heer O. van Kolck.

de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema.