Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016 en tarieventabel 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "gebruik maken": gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede lid en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel genoemde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang het verschuldigde bedrag door middel van automatische incasso van het International Bank Account Number (IBAN) van de belastingplichtige kan worden afgeschreven, dat de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel bedoelde belasting moet worden betaald in twaalf (12) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt tussen de 24e en de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Elk van de volgende termijnen steeds een maand later (eveneens tussen de 24e en de laatste dag van de maand).

  • 3.

    Indien het verschuldigde bedrag tweemaal achtereen niet door middel van automatische incasso van het International Bank Account Number (IBAN) kan worden afgeschreven, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betalingstermijnen, zoals genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in hoofdstuk 2 van de tarieventabel genoemde belasting in een termijn betaald worden, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting wordt geen kwijtschelding verleend voor de in hoofdstuk 2 van de tarieventabel genoemde belastingen (in bruikleen hebben van extra container).

 

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

De "verordening afvalstoffenheffing 2012" van 08-11-2011, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "verordening afvalstoffenheffing 2016".

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 10-11-2015.

 

 

 

 

, de voorzitter

, de griffier

Tarieventabel 2016

 

Behorende bij de "verordening afvalstoffenheffing 2016"

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tarieventabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd zijn. De tarieven gelden voor belastbare feiten die zich voordoen, of hebben voorgedaan, in de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.

 

Hoofdstuk 1 Tarieven afvalstoffenheffing

1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 223,56.

1.2 Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt bij de aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon, bedraagt de belasting in afwijking van het eerste lid per perceel per belastingjaar € 112,80.

 

Hoofdstuk 2 Tarieven extra container

De belasting bedraagt voor het op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra container (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

2.1 Per container van 240 liter (bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen): € 116,05.

2.2 Per container van 240 liter (bestemd voor groente-, fruit en tuinafval): € 0,00.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 10-11-2015.

 

, de voorzitter

 

 

, de griffier

Naar boven