Eerste wijziging van de Verordening IOAW en IOAZ 2015 gemeente Barneveld

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 15-100;

 

Overwegende dat de gemeenteraad bij verordening op grond van het bepaalde in

artikel 35, eerste lid, onderdeel a van de IOAW en de IOAZ en artikel 7, eerste lid onderdeel a van de Participatiewet en artikel 35, eerste lid, onderdeel b van de IOAW en IOAZ en artikel 35, eerste lid onderdeel c van de IOAW en de IOAZ verplicht is om regels te stellen;

besluit:

 

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening IOAW en IOAZ 2015 gemeente Barneveld

 

Artikel I
  • A.

    De aanhef van artikel 20 komt als volgt te luiden:

    Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting op grond van de artikelen 37 en 38 van de IOAW of de artikelen 37 en 38 van de IOAZ niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

     

  • B.

    Artikel 20 onderdeel c komt als volgt te luiden

c. derde categorie:

  •  

    het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in de artikelen 36, eerste lid, en 37, eerste lid, onderdeel e, van de IOAW en de artikelen 36, eerste lid, en 37, eerste lid, onderdeel e, van de IOAZ, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening.

 

  • C.

    Artikel 26, eerste en tweede lid komen als volgt te luiden:

    1. Als een belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege een gedraging als bedoeld in artikel 21, onder b en c, van deze Verordening opnieuw schuldig maakt aan eenzelfde verwijtbare gedraging, wordt telkens de duur van de oorspronkelijke verlaging verdubbeld.

    2. Als een belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege een gedraging als bedoeld in de artikelen, 21, onder a, of 23 van deze Verordening opnieuw schuldig maakt aan eenzelfde verwijtbare gedraging, wordt telkens de hoogte van de oorspronkelijke verlaging verdubbeld.

     

  • D.

    Na artikel 27 een nieuw hoofdstuk 3a in te voegen dat luidt als volgt:

 

HOOFDSTUK 3a TEGENPRESTATIE

 

Artikel 28 Begrippen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

- mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

 

Artikel 29 Inhoud van een tegenprestatie

1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

a. naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

b. niet zijn bedoeld als re-integratie instrument;

c. worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

d. niet leiden tot verdringing.

 

Artikel 30 Het opdragen van een tegenprestatie

1. Het college kan iedere belanghebbende een tegenprestatie opdragen.

2. Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

a. de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

b. de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overweging worden genomen;

c. als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden;

 

Artikel 31 Duur en omvang van een tegenprestatie

De tegenprestatie wordt opgedragen naar vermogen in de vorm van maatwerk.

 

Artikel 32 Mantelzorg

Mantelzorg geldt als tegenprestatie.

 

Artikel 33 Geen werkzaamheden voorhanden

Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

 

  • E.

    De artikelen 28 tot en met 39 worden vernummerd naar 34 tot en met 45.

     

  • F.

    Artikel 45, derde lid komt als volgt te luiden:

    3. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening IOAW en IOAZ gemeente Barneveld

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2015.

De Raad voornoemd,

de griffier,

 

de voorzitter,

Naar boven