Beleidsregels standplaatsen

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep:

 

gelet op:

 

de Algemene wet bestuursrecht, de Winkeltijdenwet, de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gennep, de Beleidsregels standplaatsen en het Wijzigingsbesluit beleidsregels standplaatsen;

overwegende dat:

 

op grond van artikel 4:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht er beleidsregels kunnen worden vastgesteld;

 

op grond van artikel 1:4, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gennep voorschriften en beperkingen aan een vergunning kunnen worden verbonden;

 

op grond van artikel 1:8, sub a en b en artikel 5:18, lid 3, sub a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gennep gronden tot weigering van een vergunning voor een standplaats zijn geformuleerd;

 

er behoefte bestaat deze weigeringsgronden nader te specificeren in gemotiveerde en toetsbare criteria voor het verlenen van een vergunning voor een standplaats en dit in beleidsregels te vervatten;

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende geactualiseerde “Beleidsregels standplaatsen”.

 

Artikel 1 Juridisch kader

In dit beleid wordt verstaan onder:

  • 1.

    De verordening: Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gennep.

  • 2.

    De wet: Winkeltijdenwet.

 

Artikel 2 V aste standplaats

Een vergunning om als vergunninghouder een vaste standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Onder een “vaste standplaats” wordt verstaan: een standplaats als bedoeld in artikel 5:17 van de verordening, gesitueerd op een vaste locatie die door verschillende commerciële vergunninghouders gedurende één of meerdere dag(del)en per week mag worden ingenomen.

  • 2.

    De activiteiten zoals benoemd in artikel 3 van dit beleid vallen buiten de reikwijdte van een vaste standplaats.

  • 3.

    Er zijn drie vaste standplaatsen in de kern Gennep.

  • 4.

    Er zijn twee vaste standplaatsen in de kernen Heijen, Milsbeek, Ottersum en Ven-Zelderheide.

     

A rtikel 3 Incidentele standplaats

Een vergunning om als vergunninghouder een incidentele standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Onder een “incidentele standplaats” wordt verstaan: een standplaats als bedoeld in artikel 5:17 van de verordening, gesitueerd op een niet-vaste locatie die onder nader gelimiteerde omstandigheden door verschillende commerciële danwel niet-commerciële vergunninghouders mag worden ingenomen.

  • 2.

    Een incidentele standplaats mag slechts voor nader gelimiteerde commerciële activiteiten worden ingenomen.

  • 3.

    Er zijn vijf incidentele standplaatsen in de gemeente Gennep, slechts één in elke kern en slechts ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen”.

  • 4.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel, geldt dat een incidentele standplaats ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” niet door commerciële vergunninghouders mogen worden ingenomen.

     

Artikel 4 Voorzieningenniveau

Een vergunning om als vergunninghouder een standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien dit tot aantasting van het voorzieningenniveau voor de consument ter plaatse leidt:

  • 1.

    Voor de vaste standplaatsen en de incidentele standplaats ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” in de kern Gennep mag het assortiment van de vergunninghouder niet overeenkomen met:

    • a.

      het assortiment van de gevestigde speciaalzaak, voor zover de afstand van de betreffende standplaats tot de gevel van de gevestigde speciaalzaak minder dan 100 meter betreft.

    • b.

      het assortiment van een gelijktijdig vigerende standplaats, voor zover de afstand tussen de betreffende standplaatsen minder dan 100 meter betreft.

  • 2.

    Voor de vaste standplaatsen en de incidentele standplaatsen ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” in de kernen Heijen, Milsbeek, Ottersum en Ven-Zelderheide mag het assortiment van de vergunninghouder niet overeenkomen met:

    • a.

      het assortiment van een gevestigde speciaalzaak in de betreffende kern.

    • b.

      het assortiment van een gelijktijdig vigerende standplaats in de betreffende kern.

       

A rtikel 5 Dagen/tijden

Een vergunning om als vergunninghouder een standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan de volgende dagen/tijden wordt voldaan:

  • 1.

    Die volgens artikel 2 en artikel 3 van de wet zijn toegestaan.

  • 2.

    Niet tijdens markten, kermissen en/of evenementen die gelijktijdig op de betreffende locatie plaatsvinden.

  • 3.

    Voor de incidentele standplaatsen ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” geldt de nadere beperking, dat deze slechts één dag per week per incidentele standplaats mag worden ingenomen.

Artikel 6 Locatie

Een vergunning om als vergunninghouder een standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan de daarvoor aangewezen locatie wordt voldaan:

  • 1.

    Voor de vaste standplaatsen en de incidentele standplaatsen ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” betreffen het exact bepaalde locaties.

  • 2.

    De exact bepaalde locaties zijn op bijgevoegde kaarten verbeeld.

 

Artikel 7 Ruimtelijke kwaliteit

Een vergunning om als vergunninghouder een standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan redelijke mate van ruimtelijke kwaliteitseisen wordt voldaan.

 

Artikel 8 Vergunning

Een vergunning om als vergunninghouder een standplaats in te mogen nemen, kan worden geweigerd, indien niet aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Een vergunning wordt op volgorde van binnenkomst verleend.

  • 2.

    Een vergunning wordt voor de duur van ten hoogste één jaar verleend:

    • a.

      Voor een vaste standplaats kan op verzoek een optie voor een additioneel tweede jaar worden toegekend.

    • b.

      Voor een incidentele standplaats gelden geen opties.

  • 3.

    Een vergunning wordt ten hoogste één jaar voor de beoogde ingangsdatum aangevraagd.

  • 4.

    Een vergunning heeft slechts op één standplaats betrekking.

  • 5.

    Een vergunning heeft slechts op een afgebakende dag/periode betrekking:

    • a.

      Voor een vaste standplaats geldt één dag danwel één dagdeel per week.

    • b.

      Voor een incidentele standplaats geldt de nader beperkte dag danwel periode zoals benoemd in artikel 5 van dit beleid.

  • 6.

    Er geldt een maximaal aantal vergunningen dat aan één vergunninghouder wordt verleend:

    • a.

      Voor een vaste standplaats wordt ten hoogste twee vergunningen per kalenderjaar verleend.

    • b.

      Voor een incidentele standplaats ten behoeve van de activiteit “lokale verenigingen” wordt ten hoogste drie vergunningen per kalenderjaar verleend.

  • 7.

    Een verleende vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien er op drie achter een volgende keren geen gebruik van wordt gemaakt.

  • 8.

    Een verleende vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien er niet redelijkerwijs alle mogelijke maatregelen worden getroffen ter voorkoming dat de gemeente danwel derden tengevolge van het gebruik van de vergunning hinder ondervinden of schade lijden.

     

Artikel 9 Overgangsbepaling

Een reeds verleende vergunning, die geheel danwel gedeeltelijk met dit beleid in strijd is, valt onder het overgangsrecht en blijft onverkort van kracht.

 

Artikel 1 0 Inwe rkingtreding

Dit beleid zal op 1 januari 2016 in werking treden.

 

Artikel 1 1 Citeertitel

Dit beleid kan als “Beleidsregels standplaatsen” worden aangehaald.

 

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep van 1 december 2015.

 

Burgemeester en Wethouders van Gennep

 

De secretaris, De burgemeester,

Naar boven