gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 6 oktober 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en op de verordening tot regeling van het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaats “De Stille Hof” te Hoogezand;
besluit vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
BEGRAFENISRECHTEN OP DE
GEMEENTELIJKE
BEGRAAFPLAATS "DE STILLE HOF"
201
6
AARD VAN DE HEFFING
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
a.begraafplaats: begraafplaats De Stille Hof;
b.eigen graf/ particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen,
waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
-het doen begraven en begraven houden van lijken;
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen
-het doen verstrooien van as;
c.algemeen graf: een graf waarop geen uitsluitend recht rust en waarbij
de gemeente de beschikking en de rechten over het graf houdt en
primair bestemt voor degene die geen voorzieningen heeft getroffen.
d.eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor
voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend
tot:
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
-het doen verstrooien van as;
e.urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is
verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of
urnen;
f.urnenamfitheater: een bouwwerk waar op consoles vaste urnen
kunnen worden aangebracht;
g.asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
h.urn: een voorwerp ter berging van de as van één of meer personen;
i.verstrooiingsplaats: de permanente groenvoorzieningen van de
begraafplaats en de eigen graftuinen waarop as wordt verstrooid.
BELASTBAAR FEIT
Artikel 2
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
BELASTINGPLICHT
Artikel 3
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
MAATSTAF VAN HEFFING EN BELASTINGTARIEF
Artikel 4
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.
BELASTINGJAAR
Artikel 5
1.Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2.Met betrekking tot de rechten genoemd onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
WIJZE VAN HEFFING
Artikel 6
1.De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
2.Andere rechten dan die bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
3.Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in het eerste lid bedoelde bescheiden vast.
SLUITING BEGRAAFPLAATS
Artikel 7
Bij sluiting van de begraafplaats zal geen restitutie van betaalde rechten plaatsvinden over nog niet verstreken tijdvakken.
ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG VOOR DE JAARLIJKS VERSCHULDIGDE RECHTEN
Artikel 8
1.De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD VOOR DE OVERIGE RECHTEN
Artikel 9
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
TIJDSTIP
EN TERMIJNEN
VAN BETALING
Artikel 10
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
2.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving.
3.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
4.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
KWIJTSCHELDING
Artikel 11
Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Artikel 12
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
OVERGANGSRECHT
Artikel 13
De "Verordening begrafenisrechten De Stille Hof 2015" van
10 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
INWERKINGTREDING
Artikel 14
1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
CITEERTITEL
Artikel 15
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begrafenisrechten De Stille Hof 2016”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2015.
De Raad voornoemd,
|