Gemeenteblad van Leidschendam-Voorburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2015, 123255 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2015, 123255 | Verordeningen |
Gemeente Leidschendam-Voorburg – Verordening precariobelasting 2016
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening en bijbehorende tarieventabel verstaat onder:
sleuflengte: dat deel van de openbare gemeentegrond dat aaneengesloten wordt ingenomen door kabel(s) en/of leiding(en) ten behoeve van één en dezelfde nuts¬voorziening. Er is sprake van een sleuf als één of meerdere kabel(s) en/of leiding(en) voor dezelfde nutsvoorziening direct naast elkaar liggen zonder dat kabel(s) of leiding(en) voor andere nutsvoorzieningen ertussen liggen. Indien tussen de kabel(s) en/of leiding(en) voor een bepaalde nutsvoorziening andere kabel(s) en/of leiding(en) voor een andere nutsvoorziening liggen, is er sprake van meerdere sleuven.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemd gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
voorwerpen die tijdelijk en zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van activiteiten die een cultureel, sociaal of een voor de gemeente promotioneel karakter hebben. Hieronder zijn niet begrepen rommelmarkten, vlooienmarkten of andere markten die worden gehouden op de daartoe bij besluit van Burgemeester en Wethouders aangewezen evenemententerreinen of terreinen die voor het evenement worden afgebakend, door middel van hekken, linten of andere soortgelijke materialen.
Artikel 5 – Maatstaf van heffing en tarieven
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 - Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 12 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 – Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening precariobelasting 2015”, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg
d.d. 10 november 2015.
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluijs
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE PRECARIOVERORDENING 2016
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-123255.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.