GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OPENBAAR LICHAAM DUO

 

 

 

De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Diemen, Uithoorn en Ouder Amstel ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft:

Gelezen het besluit van de raad van de gemeente Diemen d.d. 30 april 2015, van de raad van de gemeente Uithoorn d.d. 30 april 2015 en van de raad van de gemeente Ouder-Amstel d.d. 30 april 2015, waarin zij toestemming hebben verleend voor het wijzigen van de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO ;

Overwegende dat:

• de betrokken gemeenten sinds 2013 de kansen verkennen voor samenwerking op bedrijfsvoering en uitvoeringstaken;

• nieuwe taken en eisen op de gemeenten afkomen, vergezeld gaande met bezuinigingen en die vragen om krachtig optreden;

• de gemeentebesturen de opgave delen om bestuurlijk en ambtelijk voldoende competent te blijven in de toekomst en vanuit deze gezamenlijke opgave elkaar willen versterken door samenwerking;

• de colleges van de betrokken gemeenten de kwetsbaarheid willen verminderen, de kwaliteit van het werk willen verhogen en kosten willen besparen;

• de colleges van de betrokken gemeenten dit willen bereiken door een intensieve, structurele ambtelijke samenwerking op bedrijfsvoerings- en uitvoeringstaken en dat zij daarvoor een nieuwe uitvoeringsorgani-satie in het leven roepen die zij voor onbepaalde tijd diensten laten verlenen;

• de colleges van de betrokken gemeenten elkaar vinden in de waarde die zij hechten aan behoud van lokale autonomie en bestuurlijke zelfstandigheid;

• daarbij geldt dat de menselijke maat hoog in het vaandel staat en dat zaken in de nabijheid van de burger georganiseerd moeten blijven;

• dat behoud van eigenheid en de couleur locale en een kernen c.q. wijkgerichte benadering uitgangspunt zijn voor de samenwerking;

• dat de gemeenteraad van Diemen op 23 januari 2014, de gemeenteraad van Uithoorn op 30 januari 2014 en de gemeenteraad van Ouder Amstel op 13 februari 2014 in dit kader besluiten heeft genomen inzake de Samenwerkingsorganisatie;

• dat de raden van de gemeente Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel in hun separate vergaderingen op 8 januari 2015, toestemming hebben verleend voor het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO ;

• dat de colleges en de burgemeesters van de gemeente Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel daarop op 8 januari 2015 hebben besloten de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO te treffen, welke regeling op 16 januari 2015 in werking is getreden;

• dat in artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling de volgende taken vermeld staan die aan DUO kunnen worden toegekend:

- ICT en informatisering

- PIOFACH- en staftaken / faciliteiten (PIOFACH: Personeel, Inkoop, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie, Huisvesting)

- Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

- Dienstverlening

- Beheer Openbare Ruimte

- Sociale Zaken

- Nieuwe uitvoeringstaken in het Sociaal Domein

• dat vervolgens de raad van de gemeente Diemen op 30 april 2015 heeft ingestemd met het collegevoorstel om naast ICT en informatisering, de taken PIOFACH- en staftaken/faciliteiten (hierna omschreven als: pakket Bedrijfsvoering) bij DUO onder te brengen, en de gemeenteraden van Uithoorn en Ouder-Amstel hebben idem ingestemd, en tevens met de voorstellen tot het onderbrengen bij DUO van de overige taken uit artikel 5 (deze taken hierna omschreven als: pakket Buurt & Burger), welke besluiten aanleiding geven om de Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam DUO te wijzigen;

• dat daarnaast de Wet gemeenschappelijke regelingen wijzigingen heeft ondergaan die op 1 januari 2015 in werking zijn getreden en die tot aanpassing van de gemeenschappelijke regeling DUO leiden.

Gelet op de toepasselijke bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Alge-mene wet bestuursrecht en de Archiefwet.

Besluiten:

De gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam DUO te wijzigen, zodat de tekst komt te luiden als volgt:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam

b. Burgemeester(s) De burgemeester(s) van de deelnemende gemeenten

c. College(s) Colleges van burgemeester en wethouders van de deelne-mende gemeenten

d. Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam

e. Deelnemer(s) Aan deze regeling deelnemende gemeente(n)

f. Derde Een natuurlijk persoon of rechtspersoon, anders dan een deelnemende gemeente

g. Dienstverleningshandvest Een handvest op basis waarvan DUO taken uitvoert ten behoeve van de deelnemers

h. Dienstverleningsovereenkomst De overeenkomst die de individuele deelnemers met DUO sluiten over de uit te voeren taken en de voorwaarden waaronder dat zal gebeuren

i. Directeur De directeur van het Openbaar Lichaam

j. DUO Het openbaar lichaam opgericht bij deze regeling

k. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

l. Openbaar lichaam Het rechtspersoonlijkheid bezittend Openbaar Lichaam als bedoeld in artikel 2 van deze regeling

m. Raad/Raden De gemeenteraad/gemeenteraden van de deelnemende gemeenten

n. Regeling Deze gemeenschappelijke regeling

o. Secretaris

De secretaris van het Openbaar Lichaam.

p. Verantwoordingsprotocol Een protocol waarin de regels zijn vastgelegd omtrent informatie uitwisseling, controle door de deelnemers en verantwoording door DUO aan de deelnemers

q. Voorzitter De voorzitter van het Openbaar Lichaam

r. Wet Wet gemeenschappelijke regelingen

2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden het Openbaar Lichaam, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter in de plaats van respectievelijk de gemeente, de raad, het college en de burgemeester in die artikelen.

HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND OPENBAAR LICHAAM.

Artikel 2 Openbaar Lichaam

1. Er is een Openbaar Lichaam als bedoeld in artikel 8 van de wet, genaamd DUO .

2. Het Openbaar Lichaam is gevestigd in Ouderkerk aan de Amstel.

Artikel 3 Bestuur Openbaar Lichaam

Het bestuur van DUO bestaat uit:

• Het Algemeen Bestuur

• Het Dagelijks Bestuur

• De Voorzitter

HOOFDSTUK 3 BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4 Belangen

De regeling wordt getroffen ter uitvoering van beleid en van ondersteunende bedrijfsprocessen van de deel-nemers alsmede de sturing en toetsing daarvan. Zulks om vanuit bestuurlijke autonomie en beleidsvrijheid van de deelnemers gestalte te geven aan een toekomstbestendige, kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoe-ring van de door de deelnemers opgedragen taken.

Artikel 5 Taken

1. Aan DUO worden taken opgedragen ter behartiging van de belangen waarvoor de gemeenschappelijke regeling is getroffen. De in dit kader voor de respectievelijke Deelnemers uit te voeren taken worden door het Dagelijks Bestuur vastgelegd in een openbaar takenregister.

2. Het Algemeen Bestuur legt, bij unaniem besluit, in een dienstverleningshandvest de voorwaarden vast onder welke DUO de takenpakketten Bedrijfsvoering en Buurt & Burger, alsmede eventueel maatwerk voor de Deelnemers uitvoert.

3. De taken, de omvang van de uitvoering en de daaraan verbonden kosten per deelnemer worden in dienst-verleningsovereenkomsten tussen de individuele deelnemers en DUO vastgelegd, overeenkomstig de uit-gangspunten van de regeling en het dienstverleningshandvest.

4. Binnen de aan DUO opgedragen taken kunnen de volgende één en ondeelbare pakketten worden onder-scheiden:

Pakket Bedrijfsvoering, bestaande uit de volgende taken:

• ICT, informatisering en automatisering

• Personeel en Organisatie

• Inkoop

• Communicatie

• Financiën

• Juridische zaken

• Onderdelen van Interne Dienstverlening

Pakket Buurt & Burger, bestaande uit de volgende taken:

• Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

• Dienstverlening

• Beheer Openbare Ruimte

• Sociale Zaken

• Nieuwe uitvoeringstaken Sociaal Domein

• Resterende Onderdelen van Interne Dienstverlening

5. De gemeente Diemen draagt de uitvoering van alle taken zoals vermeld onder Pakket Bedrijfsvoering op aan DUO .

De gemeenten Ouder-Amstel en Uithoorn dragen de uitvoering van alle, onder beide pakketten vermelde taken, op aan DUO .

6. Ingeval de gemeente Diemen op enig moment het pakket Buurt & Burger wenst af te nemen is daarvoor wijziging van deze Regeling vereist.

7. Het is de deelnemers niet toegestaan opgedragen taken in te trekken dan wel te beëindigen, anders dan door uit de Regeling te treden.

8. Het college van een deelnemer kan het initiatief nemen tot het indienen van een verzoek bij het Dagelijks Bestuur tot structurele uitbreiding van één van beide, of beide vermelde pakketten. Het Dagelijks Bestuur stuurt naar aanleiding van het verzoek de colleges van de overige deelnemers ter goedkeuring een voorstel tot uitbreiding van het betreffende pakket van DUO . Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens, bij unaniem besluit, over de uitbreiding van het pakket Bedrijfsvoering en / of het pakket Buurt & Burger en geeft na een positief besluit het Dagelijks Bestuur opdracht het takenregister met de nieuwe taak of taken aan te vullen. Het Algemeen Bestuur neemt daarbij de procedures en de termijnen als beschreven in het dienstverleningshand-vest in acht. Deelnemers zijn verplicht de structurele uitbreiding af te nemen, met dien verstande dat dit niet voor de gemeente Diemen geldt indien het een uitbreiding van het pakket Buurt & Burger betreft.

9. Ieder van de Deelnemers kan DUO verzoeken tot het leveren van maatwerk. Onder maatwerk wordt ver-staan werkzaamheden die voortvloeien uit taken, niet behorende tot één van beide hierboven vermelde pakketten. Het dagelijks bestuur beslist over het verzoek op de wijze als opgenomen in het dienstverlenings-handvest.

10. De uitvoering van de in het vierde lid en het takenregister aangegeven taken start volgens een door het Algemeen Bestuur vastgestelde planning. De implementatie van taken kan worden gefaseerd. Het Algemeen Bestuur laat het Dagelijks Bestuur de planning vastleggen in het takenregister.

11. Het Algemeen Bestuur kan op verzoek besluiten tot het uitvoeren van werkzaamheden voor derden. Zij zal daarbij acht slaan op de uit het aanbestedingsrecht voortvloeiende beperkingen, alsmede op de gevolgen, voortvloeiende uit overige wet- en regelgeving.

Artikel 6 Algemene bevoegdheidstoedeling

De daartoe bevoegde bestuursorganen van de deelnemers bepalen in afzonderlijke mandaatbesluiten welke bevoegdheden die samenhangen met de taken zoals vermeld in artikel 5 van de regeling, worden opgedragen aan de directeur.

Artikel 7 Kwaliteitsborging

1. DUO draagt zorg voor een zorgvuldige en hoogwaardige uitvoering van de taken zoals vermeld in artikel 5 van deze regeling en zoals overeengekomen in het dienstverleningshandvest, alsmede in de dienstverlenings-overeenkomsten.

2. Ter borging van de kwaliteit van de uitvoering worden door het Algemeen Bestuur in overleg met de deel-nemers kwaliteitsnormen vastgesteld.

HOOFDSTUK 4 ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 8 Samenstelling

1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit de voltallige Colleges.

2. De zittingsduur van de leden van het Algemeen Bestuur is gelijk aan die van de Colleges. De leden van het Algemeen Bestuur blijven na het verstrijken van de in de vorige zin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip dat de leden van de nieuwe colleges door hun respectievelijke raden als zodanig zijn benoemd.

3. In het geval dat een lid van een college binnen de zittingstermijn als bedoeld in lid 2 aftreedt of wordt ont-slagen, vervalt met gelijke ingang het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur. De desbetreffende deelnemer voorziet in de ontstane vacature.

Artikel 9 Werkwijze

1. Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts als de Voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt, dan wel ten minste één van de leden van het Algemeen Bestuur dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.

2. De gemeentesecretarissen van de deelnemers wonen de vergaderingen van het Algemeen Bestuur bij. Zij hebben daarin een adviserende stem.

3. Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

4. Voor zover bij of krachtens deze regeling niet anders is bepaald, worden besluiten van het Algemeen Bestuur bij gewone meerderheid genomen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur heeft elke deelnemer één stem.

5. Op de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn de artikelen 28 tot en met 32 Gemeentewet van over-eenkomstige toepassing.

Artikel 10 Bevoegdheden

1. Aan het Algemeen Bestuur komen alle bevoegdheden toe die in deze regeling niet zijn opgedragen aan het Dagelijks Bestuur of aan de Voorzitter.

2. Het Algemeen Bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschap-pen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel tot de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan. Het Algemeen Bestuur maakt van deze bevoegdheid geen gebruik dan nadat de raden een ontwerp is toegezonden en zij in de gelegenheid zijn gesteld wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het Algemeen Bestuur.

3. Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden overdragen met uitzondering van:

• Het vaststellen dan wel wijzigen van de begroting.

• Het vaststellen van de jaarrekening.

• Het vaststellen van de financiële beheers- en de controleverordening zoals omschreven in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet.

• Het vaststellen van de kadernota voor de bedrijfsvoering

• Het vaststellen van de bijdrageverordening

• Het vaststellen van het dienstverleningshandvest

• Het vaststellen van het model voor de dienstverleningsovereenkomst

• Het vaststellen van de producten- en dienstencatalogus

• Het vaststellen van beleid inzake reservevorming

• Het vaststellen van het verantwoordingsprotocol

• Het vaststellen van de uittredingsregeling.

Artikel 11 Informatie- en verantwoordingsplicht

1. Het Algemeen Bestuur geeft, voor zover het hun bevoegdheid betreft, aan de colleges van de deelnemers op een voor de deelnemer gebruikelijke wijze desgevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde beleid nodig is.

2. Een lid van het Algemeen Bestuur is aan het College dat het lid heeft aangewezen, verantwoording verschul-digd voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. Hij verschaft op de bij de deelnemer gebruikelijke wijze het college alle inlichtingen die door dit orgaan of één of meer leden daarvan worden verlangd.

3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt ook ten aanzien van de raad van de gemeente door wiens College het lid van het Algemeen Bestuur is aangewezen.

4. Het Algemeen Bestuur geeft zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen twee maanden aan de raden en de colleges de door één of meer leden van die raden of colleges schriftelijk gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het algemeen belang.

HOOFDSTUK 5 DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 12 Samenstelling

1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit één lid per deelnemer. De leden worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen.

2. De leden van het Dagelijks Bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling.

3. De leden van het Dagelijks Bestuur treden af als lid van dat bestuur met ingang van de dag waarop de lid-maatschap van het Algemeen Bestuur eindigt. Zij blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop het Algemeen Bestuur een nieuw Dagelijks Bestuur heeft aangewezen.

Artikel 13 Werkwijze

1. Ieder lid in het Dagelijks Bestuur, inclusief de voorzitter, heeft één stem in het Dagelijks Bestuur.

2. De gemeentesecretarissen van de deelnemers wonen de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur bij. Zij hebben daarin een adviserende stem.

3. Het Dagelijks Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.

4. Het Dagelijks Bestuur kan zijn werkzaamheden verdelen over de leden. Deze verdeling wordt aan het Alge-meen Bestuur mede gedeeld.

5. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig achten.

6. Op de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 54 tot en met 59 Gemeentewet van over-eenkomstige toepassing.

Artikel 14 Bevoegdheden

1. Tot de bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur behoren:

a. Het voorbereiden van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd.

b. Het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen Bestuur.

c. Het beheer van de financiën van DUO .

d. De zorg voor de controle op het financieel beheer en de financiële administratie van DUO , voor zover dat niet aan anderen toekomt.

e. Te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van DUO , met uitzondering van de in het twee-de lid van artikel 10 genoemde rechtshandelingen.

f. Het zo nodig nemen van conservatoire maatregelen zowel in als buiten rechte en het nemen van maatregelen ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit, alsmede te besluiten tot het voeren van bezwaarprocedures, administratief beroepsprocedures en rechtsgedingen.

g. Het houden van toezicht op alles wat DUO aangaat.

h. Het vaststellen van de rechtspositionele regelingen

i. Het vaststellen van kaders voor de organisatie in de vorm van een organisatieregeling

j. De benoeming, schorsing en het ontslag van de directeur en het overige personeel.

2. De voorbereiding en uitvoering van de hiervoor onder c tot en met g en j genoemde bevoegdheden worden door het Dagelijks Bestuur middels een vast te stellen directiestatuut opgedragen aan de di-recteur, dit behoudens de benoeming, schorsing en het ontslag van de directeur.

Artikel 15 Informatie- en verantwoordingsplicht

1. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn, tezamen en afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur verantwoording schuldig voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde beleid.

2. De leden van het Dagelijks Bestuur geven, gevraagd en ongevraagd, aan het Algemeen Bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het gevoerde en te voeren beleid noodzakelijk is.

3. De leden van het Dagelijks Bestuur geven tezamen dan wel afzonderlijk aan het Algemeen Bestuur, indien dit bestuur dan wel een of meer leden daarvan daarom verzoeken, binnen acht weken alle gevraagde inlichtingen, een en ander voor zover dit niet in strijd is met het algemeen belang.

4. Het Dagelijks Bestuur stelt de rekenkamer(commissie)s van de deelnemers afzonderlijk en in samenwerking met elkaar in de gelegenheid alle informatie te verkrijgen die voor de wettelijke taakuitoefening nodig is, onverminderd het bepaalde in artikel 184 Gemeentewet.

5. De wijze waarop door het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur inlichtingen worden verstrekt dan wel verantwoording voor het gevoerde beleid dient te worden afgelegd, wordt nader geregeld in het reglement van orde van het Dagelijks Bestuur als bedoeld in artikel 13 derde lid.

HOOFDSTUK 6 VOORZITTER EN SECRETARIS

Artikel 16 Voorzitter

1. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden door en uit het Algemeen Bestuur aangewezen. Het Algemeen Bestuur kan bepalen dat het voorzitterschap periodiek rouleert onder de deelnemers.

2. De voorzitter is tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur.

3. De voorzitter vertegenwoordigt DUO in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

4. De voorzitter tekent de stukken die van het Algemeen en Dagelijks Bestuur uitgaan.

5. Indien de deelnemer van waaruit de voorzitter afkomstig is partij is in een geding waarbij DUO betrokken is, neemt de plaatsvervangend voorzitter de plaats in van de voorzitter in alle zaken die met het geding te maken hebben.

Artikel 17 Secretaris

1. De directeur van DUO fungeert als secretaris van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Hij wordt in zijn functie als secretaris benoemd, geschorst en ontslagen door het Algemeen Bestuur.

2. De secretaris woont de vergaderingen van het Algemeen en Dagelijks Bestuur bij. Hij is het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur behulpzaam bij de vervulling van hun taak. Hij heeft in de vergadering van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur een adviserende stem.

3. Alle stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan, worden door hem mede ondertekend.

4. Het Algemeen Bestuur stelt in een instructie nadere regels over de taak en de bevoegdheden van de secre-taris.

5. Het Algemeen en Dagelijks Bestuur kunnen bepalen dat de secretaris bij bepaalde (onderdelen van) vergade-ringen niet aanwezig zal zijn.

Artikel 18 Adviescommissies

1. Het Algemeen Bestuur kan op voorstel van het Dagelijks Bestuur commissies van advies instellen als bedoeld in artikel 24 lid 2 van de wet om het Algemeen Bestuur te adviseren omtrent de aansturing en de kwaliteit en wijze van de uitvoering van het takenpakket Buurt & Burger dan wel onderdelen daarvan.

2. Het Algemeen Bestuur legt in een instellingsbesluit de samenstelling en werkwijze van de commissies van advies vast.

HOOFDSTUK 7 ORGANISATIE, DIRECTIE EN PERSONEEL

Artikel 19 Organisatie

1. DUO heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd een directeur.

2. Het Dagelijks Bestuur stelt – binnen de uitgangspunten van de Regeling- de kaders en structuur vast voor de organisatie van DUO .

Artikel 20 De directeur

1. De dagelijkse leiding van de organisatie berust bij de directeur.

2. De directeur wordt benoemd en ontslagen door het Dagelijks Bestuur. Dit bestuur kan de directeur ook schorsen.

3. De taken en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een Directiestatuut dat door het Dagelijks Bestuur wordt vastgesteld.

4. De directeur informeert minimaal eenmaal per kwartaal het Dagelijks Bestuur over de organisatie van DUO .

5. De directeur evalueert periodiek de doeltreffendheid en doelmatigheid van de organisatiestructuur en rapporteert daarover aan het Dagelijks Bestuur.

Artikel 21 Personeel

1. De benoeming, schorsing en ontslag van personeelsleden van DUO als ambtenaar, dan wel volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, geschiedt door het Dagelijks Bestuur met inachtneming van de door het Dagelijks Bestuur vastgelegde organisatorische kaders en de door het Algemeen Bestuur vastgestelde financiële kaders.

2. Op het personeel van DUO is de rechtspositie voor gemeenteambtenaren van overeenkomstige toepassing.

3. Het Dagelijks Bestuur stelt een regeling vast omtrent de ambtelijke organisatie van DUO .

HOOFDSTUK 8 FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 22 Algemene financiële bepalingen

1. De deelnemers zorgen er voor dat DUO te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

2. Het startkapitaal van DUO wordt gevormd door een eenmalige inbreng door de deelnemers, volgens een nader te bepalen verdeelsleutel.

3. De kosten van DUO worden gedekt uit de bijdragen van de deelnemers, die –afhankelijk van het afgenomen takenpakket- uit twee componenten bestaan:

- de vergoeding voor het pakket Bedrijfsvoering

- de vergoeding voor het pakket Buurt & Burger

4. In een door het Algemeen Bestuur vast te stellen bijdrageverordening wordt nader uitgewerkt hoe de hoogte van de bijdrage voor de respectievelijke pakketten en wordt berekend en hoe de betaling ervan geschiedt.

5. Indien het Algemeen Bestuur constateert dat een deelnemer weigert de uitgaven zoals bedoeld in dit artikel op de begroting te plaatsen, doet het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van artikel 194 en 195 van de Gemeentewet.

Artikel 23 Financiële voorschriften

1. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast voor het financieel beleid, alsmede het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Artikel 212 van de Gemeentewet is hierbij van toepassing.

2. Het Algemeen Bestuur stelt regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. Artikel 213 van de Gemeentewet is hierbij van toepassing.

3. Het Algemeen Bestuur stelt een regeling vast omtrent de verzekering van gelden van DUO tegen benade-ling. DUO verzekert zich tenminste tegen:

• Burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor schade aan personen en goederen

• Wettelijke aansprakelijkheid voor vermogensschade

Als een binnen het openbaar lichaam ontstane schade door een verzekering niet wordt gedekt dan wordt deze schade gedragen door DUO .

4. De artikelen 214 en 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 9 BEGROTING, FINANCIËLE KADERNOTA, REKENING EN JAARVERSLAG

Artikel 24 Begroting

1. Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op van inkomsten en uitgaven en legt deze ter besluitvorming voor aan het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur doet het Algemeen Bestuur tijdig voor-stellen tot wijziging van de begroting toekomen. In afwijking op artikel 9 (vierde lid), vindt besluitvorming door het Algemeen Bestuur over de begroting plaats op basis van unanimiteit.

2. Het Dagelijks Bestuur zendt het ontwerp van de begroting met de daarbij behorende aanbiedingsbrief en toelichting uiterlijk op 1 juni voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de colleges en de raden, voordat deze aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden. De raden worden hiermee in de gelegenheid gesteld hun zienswij-ze aan het Dagelijks Bestuur te doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze ziens-wijze is vervat bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.

3. Het Dagelijks Bestuur zendt het ontwerp van begrotingswijzigingen, met de daarbij behorende toelichting op een zodanig tijdstip toe aan de colleges en de raden, dat deze stukken in een normale raadscyclus kunnen worden besproken. Dit geschiedt voordat de begrotingswijzigingen aan het Algemeen Bestuur worden aange-boden. De gemeenteraden worden hiermee in de gelegenheid gesteld hun zienswijze via het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur te doen blijken.

4. Het Algemeen Bestuur stelt de begroting met het bijbehorende toelichting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

5. Het Dagelijks Bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten.

6. Begrotingswijzigingen die niet leiden tot hogere bijdragen voor de deelnemers kunnen door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld zonder toepassing van het derde lid. Een dergelijke wijziging wordt na vaststelling aan de deelnemers toegezonden.

Artikel 25 Financiële kadernota

Het Dagelijks Bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene en financiële en beleidsmatige kaders voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten. De algemene financiële en beleidsmatige kaders bevatten in ieder geval een indicatie van de bijdrage van de deelnemers aan de regeling, de beleidsvoornemens voor het volgende begrotingsjaar en de prijscompensatie.

Artikel 26 Rekening

1. Het Dagelijks Bestuur biedt jaarlijks, zo spoedig mogelijk na beëindiging van elk boekjaar, de rekening van inkomsten en uitgaven aan het Algemeen Bestuur aan. Deze aanbieding gaat vergezeld van een verantwoording en van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening.

Het Dagelijks Bestuur zendt een afschrift van de rekening voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

2. Het Algemeen Bestuur stelt de rekening van inkomsten en uitgaven vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

3. Het Dagelijks Bestuur zendt de rekening binnen twee weken na vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de rekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 27 Jaarverslag

Het Dagelijks Bestuur draagt elk jaar voor 15 juli zorg voor de samenstelling van een verslag met betrekking tot het door het Openbaar Lichaam over het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden. Het Dagelijks Bestuur zendt een afschrift van het verslag voor zienswijze aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 28 Verantwoordingsprotocol

Het Algemeen Bestuur stelt bij unaniem besluit een verantwoordingsprotocol vast, waarbij de informatie uitwisseling tussen deelnemers en DUO , de controlebevoegdheden van de deelnemers alsmede de wijze waarop DUO verantwoording aflegt aan de deelnemers staat omschreven.

HOOFDSTUK 10 ARCHIEF

Artikel 29 Zorg voor het archief en bewaarplaats

1. Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van DUO . Dit over-eenkomstig een door het Algemeen Bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995, vast te stellen regeling (de Archiefverordening). Deze verordening wordt medegedeeld aan Gedeputeerde Staten.

2. Voor de door de deelnemers gemandateerde taken berust de zorg voor de desbetreffende archiefbeschei-den bij deze gemeenten.

3. De archivaris van de deelnemers is belast met het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbeschei-den van de gemandateerde taken.

4. De archivaris van DUO is belast met het toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden van DUO .

5. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de gemandateerde taken, is aangewezen de archiefbewaarplaats van de deelnemers.

6. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en artikel 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van DUO wijst het Dagelijks Bestuur een archiefbewaarplaats aan.

HOOFDSTUK 11 GESCHILLEN, KLACHTEN

Artikel 30 Geschillen

1. Indien er tussen DUO en een der deelnemers een geschil ontstaat over de toepassing van deze regeling, treden het Algemeen Bestuur en het college van de deelnemer in overleg om het geschil te verkennen en op te lossen. Er is sprake van een geschil als een der partijen dat stelt.

2. Indien dit overleg niet binnen twee maanden tot een oplossing leidt, benoemen het Algemeen Bestuur en het college van de deelnemer elk een onafhankelijk deskundige. Gezamenlijk benoemen beide deskundigen een derde deskundige die tevens als voorzitter van de daarmee ingestelde geschillencommissie optreedt.

3. De geschillencommissie regelt zelf de wijze waarop zij haar advies tot stand brengt.

4. Na ontvangst van het advies treden partijen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Leidt dit niet tot een oplossing, dan is elk der partijen vrij het geschil overeenkomstig artikel 28 van de wet voor te leggen aan Gedeputeerde Staten, voor zover zij niet behoren tot die vermeld in artikel 112 van de Grondwet.

Artikel 31 Klachten

1. Het Algemeen Bestuur stelt, met inachtneming van titel 9.1 van de Algemene Wet bestuursrecht een interne klachtenregeling vast.

2. De Nationale Ombudsman is, onverminderd het bepaalde in artikel 1a, eerste lid van de Wet Nationale Ombudsman, bevoegd tot behandeling van verzoekschriften als bedoeld in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 12 TOETREDING, WIJZIGING, UITTREDING EN OPHEFFING.

Artikel 32 Toetreding

1. Toetreding tot deze regeling door burgemeesters en colleges van andere gemeenten vindt plaats bij daartoe strekkende besluiten van de burgemeesters en de colleges van alle deelnemers en nadat het Algemeen Bestuur daarmee heeft ingestemd.

2. Het Algemeen Bestuur kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

3. De toetreding gaat in op een in overleg tussen het Algemeen Bestuur en de toetredende deelnemer te bepalen tijdstip.

Artikel 33 Wijziging

1. Een voorstel tot wijziging van de regeling kan worden gedaan door het Algemeen Bestuur of door een of meerdere colleges. In het laatste geval wordt een voorstel ingediend bij het Algemeen Bestuur, die dit voorstel, vergezeld van een advies, aan de burgemeesters en de colleges van de overige deelnemers ter besluitvorming aanbiedt.

2. Artikel 4, artikel 5, artikel 9 lid 4, artikel 14, artikel 22, artikel 24 lid 1 en artikel 32, dit artikel en artikel 35 van de regeling kunnen slechts worden gewijzigd bij unaniem besluit van de burgemeesters en colleges van de deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

3. De niet in het tweede lid van dit artikel genoemde artikelen kunnen worden gewijzigd bij besluit van de meerderheid van de burgemeesters en colleges van de deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

Artikel 34 Uittreding

1. Een deelnemer kan uittreden door toezending van het daartoe strekkend besluit van haar college en burge-meester aan het Algemeen Bestuur, na verkregen toestemming van de raad van de deelnemer. Alvorens een deelnemer tot besluitvorming komt zoals hier bedoeld, wordt eerst over het voornemen overleg gepleegd met de andere deelnemers.

2. De algemene uitgangspunten en voorwaarden met het oog op de uittreding door een deelnemer worden geregeld in een uittredingsregeling.

3. Op voorstel van het Dagelijks Bestuur stelt het Algemeen Bestuur bij twee-derde-meerderheid de uittre-dingsregeling als bedoeld in het tweede lid vast. Alvorens het Dagelijks Bestuur het voorstel voor de uittre-dingsregeling ter vaststelling zendt aan het Algemeen Bestuur, zendt het Dagelijks Bestuur het voorstel voor de uittredingsregeling toe aan de raden van de deelnemers. De raden van de deelnemers kunnen gedurende acht weken hun zienswijzen over het voorstel voor de uittredingsregeling bij het Dagelijks Bestuur indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt de ingediende zienswijzen bij het voorstel voor de uittredingsregeling dat het Dagelijks Bestuur zendt aan het Algemeen Bestuur.

4. Het Algemeen Bestuur besluit binnen zes maanden na ontvangst van het besluit zoals bedoeld in het eerste lid over de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding door een deelnemer in een uittredingsplan.

5. Het Algemeen Bestuur stelt de datum van uittreding vast. Deze datum ligt niet eerder dan na twee kalender-jaren vanaf de datum waarop het besluit tot uittreding van het college en burgemeester van de deelnemer aan het Algemeen Bestuur bekend is gemaakt.

Artikel 35 Opheffing

1. De regeling wordt opgeheven bij daartoe strekkend unaniem besluit van de colleges en de burgemeesters van alle deelnemers, na verkregen toestemming van de raden.

2. Het Algemeen Bestuur stelt een datum vast waarbij de opheffing van toepassing wordt.

3. Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de opheffing en stelt daartoe op basis van unanimiteit een liquidatieplan vast. De gevolgen van de liquidatie worden per deelnemer berekend naar evenredigheid van de omvang van het afgenomen takenpakket, de bijdrage aan de regeling, en het beslag op de personeelsformatie. Het plan bevat tevens een personeelsplan.

4. Alle rechten en verplichtingen van de regeling die resteren na uitvoering van het liquidatieplan gaan bij vereffening over naar de deelnemers, naar evenredigheid van de grootte van hun bijdrage aan de regeling in het jaar voorafgaande aan de opheffing.

Artikel 36 Evaluatie

Het functioneren van het openbaar lichaam wordt periodiek geëvalueerd. Het Dagelijks Bestuur bepaalt de wijze waarop dit plaatsvindt en stuurt het evaluatierapport ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur. De evaluatie vindt voor het eerst plaats voor het einde van 2018 en vervolgens om de vijf jaar.

HOOFDSTUK 13 SLOTBEPALINGEN

Artikel 37 slotbepaling

1. De regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

2. De regeling wordt aangehaald onder de titel “Gemeenschappelijke regeling DUO “

3. Burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel zenden de gewijzigde regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ;

4. Bekendmaking geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, lid 2 van de wet.

5. De gewijzigde regeling treedt in werking een dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Diemen d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

J.D. de Kort. E. Boog.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

K. de Vries. D.H. Oudshoorn-Tinga.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel d.d. …..

De secretaris, De burgemeester,

L.J. Heijlman. M.T.J. Blankers-Kasbergen.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Diemen d.d.

E. Boog.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Uithoorn d.d.

D.H. Oudshoorn-Tinga.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Ouder-Amstel d.d.

M.T.J. Blankers-Kasbergen.

Namens deze,

Naar boven