Verordening reclamebelasting 2016 gemeente Amersfoort

De raad van de gemeente Amersfoort;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2015, DIR/BEL (nr. 5089788),

 

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening reclamebelasting 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen, logo, of kleuren, of een combinatie daarvan, of een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

  • c.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • d.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • f.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • g.

    jaar: een kalenderjaar

  • h.

    belastingtijdvak: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het aangewezen gebied van de gemeente Amersfoort, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart. Het totale gebied waarop de reclame belasting betrekking heeft, wordt begrensd door de spoorlijn, het water aan de binnenzijde van de straten Schimmelpenninckkade, Scheltussingel, Flierbeeksingel en Stadsring alsmede de binnenzijde van de Stadsring zelf vanaf waterpoort De Monnikendam tot aan de spoorlijn. De Utrechtsestraat, Langestraat, Varkensmarkt en het Jorisplein worden daarin aangemerkt als ‘Zone A’, de overige straten binnen het gebied worden aangemerkt als ‘Zone B’.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt onder de in de bij deze verordening behorende tarieventabel gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn aangebracht in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per vestiging naar de oppervlakte van een reclameobject, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging, worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 3.

    Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

  • 4.

    Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:

    • a.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de zijde van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • b.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtigen een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp;

    • c.

      indien de openbare aankondiging bestaat uit het reclamevoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van het denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • d.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit;

    • e.

      indien sprake is van een voorziening voor het doen van de aankondiging, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de voorziening. Indien de voorziening niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorziening omsluit.

  • 3.

    Indien het reclameobject slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald op het van de openbare weg zichtbare gedeelte van het reclameobject.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd naar het maandtarief voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar vermenigvuldigd met het maandtarief.

  • 5.

    Indien vermindering van de oppervlakte van de openbare aankondigingen in de loop van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een andere tariefklasse, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

  • 6.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige verhuist en binnen het aangewezen gebied een andere vestiging, waarvan de grootte van de openbare aankondigingen tot dezelfde tariefklasse behoort, in gebruik neemt.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Belastingaanslagen met een totaalbedrag van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

    Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • d.

    op parasols en terrasafscheidingen welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • e.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of citymanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het citymanagement;

  • f.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • h.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • i.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;

  • j.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • k.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • l.

    posters die geen directe verwijzing inhouden naar de vestiging waaraan zij zijn aangebracht, inloopmatten en menukaarten.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening reclamebelasting 2015’ van 11 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2016’.

     

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2015

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel

 

Het tarief bedraagt voor het hebben van één of meerdere reclameobject(en), per vestiging, per:

 

Zone A (Utrechtsestraat, Langestraat, Varkensmarkt, Jorisplein):

 

 

 

Tijdvak

Maand

a.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten minder is dan

0,1 m²:

€ 0,00

€ 0,00

b.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 0,1 m² of meer bedraagt, maar minder dan 0,5 m²

€ 224,40

€ 18,70

c.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 0,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 2,5 m²

€ 448,80

€ 37,40

d.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 2,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 5 m²

€ 561,00

€ 46,75

e.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 10 m²

€ 897,60

€ 74,80

f.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 10 m² of meer bedraagt, maar minder dan 20 m²

€ 1122,00

€ 93,50

g.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 20 m² of meer bedraagt

€ 1346,40

€ 112,20

 

 

Zone B:

 

 

 

Tijdvak

Maand

a.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten minder is dan

0,1 m²:

€ 0,00

€ 0,00

b.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 0,1 m² of meer bedraagt, maar minder dan 0,5 m²

€ 193,80

€ 16,15

c.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 0,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 2,5 m²

€ 387,60

€ 32,30

d.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 2,5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 5 m²

€ 484,80

€ 40,40

e.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 5 m² of meer bedraagt, maar minder dan 10 m²

€ 775,20

€ 64,60

f.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 10 m² of meer bedraagt, maar minder dan 20 m²

€ 969,00

€ 80,75

g.

indien de oppervlakte van de reclameobjecten 20 m² of meer bedraagt

€ 1162,80

€ 96,90

 

Bijlage 2: Kaart van het afgebakende gebied

 

Naar boven