Verordening op de heffing en invordering van logiesbelasting.

 

 

De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en invordering van logiesbelasting.

Artikel 1 Begripsbeschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of

ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde

waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze

onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden

of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

b.kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting

bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van

kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

c.vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat

ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een

seizoen of een jaar;

d.volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein

en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende

kampeermiddelen;

e.woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van

een huis of een vergelijkbaar onderkomen;

f.particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid

biedt tot verblijf;

g.particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld

voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘logiesbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf

met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen

die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn

ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter

beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf

houdt als bedoeld in artikel 2.

3.Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig

die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven voor het:

1.van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet

Toegelaten Zorginstellingen;

2.van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000,

die rechtmatig in Nederland verblijf in de zin van artikel 8, letter c, d, f, g, h, van voornoemde

wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder

verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal

overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal

nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,15.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Aanslagen van minder dan € 5,- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden

betaald binnen één maand na dagtekening van het in artikel 8 bedoelde aanslagbiljet.

2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de logiesbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de

invordering van de logiesbelasting.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening logiesbelasting 2016.

Artikel 15 Inwerkingtreding

1.De "Verordening logiesbelasting 2015" van 15 december 2014, wordt ingetrokken met ingang

van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij

van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2015,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven