Eerste wijziging belastingenverordeningen 2016

 

Raadsbesluit 2015 registratienummer: 2015-34854

 

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders nr. 2015-34851, d.d. 3 november 2015;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de verordeningen onroerende-zaakbelastingen 2016, reinigingsheffingen 2016, rioolheffing 2016, hondenbelasting 2016, lijkbezorgingsrechten 2016 en forensenbelasting 2016 (1e wijziging).

 

Artikel I

Artikel 7 van de verordening onroerende-zaakbelastingen 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel II

Artikel 9 van de verordening reinigingsheffingen 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel III

Artikel 16 van de verordening reinigingsheffingen 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel IV

Artikel 9 van de verordening rioolheffing 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel V

Artikel 10 van de verordening hondenbelasting 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid geldt dat indien de belasting bij wege van elektronische kennisgeving wordt geheven, de belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel VI

Artikel 10 van de verordening lijkbezorgingsrechten 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt dat indien op het aanslagbiljet uitsluitend belasting is vermeld die betrekking heeft op het jaarlijks onderhoudsrecht als bedoeld in onderdeel 4.3 van de tarieventabel, deze moet worden betaald overeenkomstig het eerste lid.

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt dat indien een of meerdere aanslagen jaarlijks onderhoudsrecht als bedoeld in onderdeel 4.3 van de tarieventabel op een aanslagbiljet wordt gecombineerd met een of meer andere aanslagen, niet zijnde lijkbezorgingsrechten, de mogelijkheden voor gespreide betaling via automatische betalingsincasso voor die andere aanslagen op overeenkomstige wijze van toepassing zijn op de aanslag(en) jaarlijks onderhoudsrecht.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel VII

Artikel 8 van de verordening forensenbelasting 2016 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel VIII

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

 

Epe, 10 december 2015

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

Ir. H. van der Hoeve MPA. V. Smit.

Toelichting eerste wijziging belastingverordeningen

 

Hieronder worden alleen de afwijkingen ten opzichte van de harmonisatie toegelicht.

 

Hondenbelasting

Bij de hondenbelasting is voorgesorteerd op de mogelijkheid om in de toekomst direct bij de elektronische aangifte ook betaling te verlangen. Dit blijkt uit het afwijkende derde lid aldaar.

 

Lijkbezorgingsrechten

Tot en met 2015 bestond voor de lijkbezorgingsrechten geen mogelijkheid van gespreide betaling via automatische incasso. Vanaf 2016 is die mogelijkheid geïntroduceerd omdat voor nieuwe gevallen of nieuwe verlengingen het onderhoud in één keer in rekening wordt gebracht. De mogelijkheid voor een jaarlijkse aanslag is daarmee komen te vervallen. Dit leidt tot een hogere aanslag ineens en om betalingsmoeilijkheden zoveel mogelijk te voorkomen is voor die gevallen gespreide betaling via automatische incasso toegestaan. Anders dan bij de groot-kohier belastingen, worden deze aanslagen het hele jaar door opgelegd, omdat het belastbare feit zich in de loop van het jaar voordoet. Het onverkort werken met het harmonisatievoorstel zou ertoe leiden dat mensen die later in het jaar een aanslag ontvangen, minder betaaltermijnen overhouden. Dat is, zoals hiervoor aangegeven, juist niet de bedoeling bij deze belasting. Hier krijgt men dus altijd 12 maandelijkse termijnen.

 

De gespreide betaalmogelijkheid is niet bedoeld voor bestaande gevallen die nog een jaarlijkse aanslag voor het onderhoud krijgen, gelet op de hoogte van het bedrag. Die mensen hebben al gekozen voor jaarlijkse spreiding van de betaling. In de gevallen waarin alleen een aanslagbiljet wordt verzonden voor het jaarlijks onderhoud, is deze uitgesloten van maandelijkse betaling. Het kan evenwel voorkomen dat deze aanslag (in de toekomst) wordt gecombineerd met de groot-kohier aanslagen. Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, kan in dat geval ook voor die aanslag meegelift worden met de maandelijkse termijnen van het groot-kohier.

Naar boven