|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk.In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 5.000,00 bedragen:
|
€
|
232,63
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 5.000 tot € 12.500,00 bedragen:
|
€
|
395,46
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 12.500 tot € 20.000,00 bedragen:
|
€
|
558,30
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€
|
837,45
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:
|
€
|
837,45
|
|
vermeerderd met:
|
|
3,7220%
|
|
van de bouwkosten boven € 50.000,00
|
|
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 400.000 bedragen:
|
€
|
2.698,45
|
|
vermeerderd met:
|
|
3,2878%
|
|
van de bouwkosten boven € 100.000,00
|
|
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten € 400.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
€
|
12.561,75
|
|
vermeerderd met:
|
|
1,1786%
|
|
van de bouwkosten boven € 400.000,00
|
|
|
2.3.1.1.8
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
€
|
19.633,85
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,6467%
|
|
van de bouwkosten boven € 1.000.000,00
|
|
|
2.3.1.1.9
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 10.000.000 bedragen:
|
€
|
45.501,45
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,3945%
|
|
van de bouwkosten boven € 5.000.000,00
|
|
|
2.3.1.1.10
|
indien de bouwkosten € 10.000.000 tot € 25.000.000 bedragen:
|
€
|
65.228,05
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,0614%
|
|
van de bouwkosten boven € 10.000.000,00
|
|
|
2.3.1.1.11
|
van de bouwkosten boven € 25.000.000;
|
€
|
74.440,00
|
|
vermeerderd met:
|
|
0,0432%
|
|
van de bouwkosten boven € 25.000.000,00
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.1.12
|
indien tijdens de behandeling van een aanvraag omgevingsvergunning bouwactiviteiten blijkt dat de activiteiten vergunningsvrij kunnen worden uitgevoerd, bedraagt het tarief in afwijking van 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.11
|
€
|
139,57
|
|
|
|
|
|
Extra welstandstoets
|
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is
|
€
|
148,58
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€
|
798,60
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, indien de bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met
|
|
50%
|
|
met een maximum van
|
€
|
1.000,00
|
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
€
|
93,05
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
673,19
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€
|
418,73
|
|
|
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
2.3.3.3.1
|
indien de aanvraag geen betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 4, sub 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
|
€
|
418,73
|
2.3.3.3.2
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 4, sub 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
|
€
|
930,50
|
|
|
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€
|
7.816,20
|
2.3.3.4.1
|
indien voor de procedure als bedoeld in onderdeel 2.3.3.4. een besluit tot het vaststellen van hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk is, wordt het bedrag genoemd in 2.3.3.4. verhoogd met een toeslag van
|
€
|
837,45
|
2.3.3.4.2
|
indien voor de procedure als bedoeld in onderdeel 2.3.3.4. extern advies noodzakelijk is, wordt het bedrag genoemd in 2.3.3.4 verhoogd met de kosten voor extern advies. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht in behandeling genomen, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid onder a onder 20 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
|
|
2.3.3.5.1.
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een eenmalige activiteit voor een beperkte tijd
|
€
|
418,73
|
2.3.3.5.2.
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een afwijking van het bestemmingsplan met een terugkerend karakter
|
€
|
1.302,70
|
2.3.3.5.3.
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een voortdurende afwijking van bestemmingsplan
|
€
|
5.024,70
|
|
|
|
|
2.3.3.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€
|
1.116,60
|
|
|
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project betreft waarbij de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.3.7.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.3.7.2
|
kosten die de gemeente op grond van de provinciale legesverordening verschuldigd is
|
|
|
2.3.3.7.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3.8
|
indien de aanvraag een project betreft waarbij de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.3.8.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.3.8.2
|
kosten die de gemeente op grond van de rijksregeling verschuldigd is
|
|
|
2.3.3.8.3
|
externe adviekosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.3.9
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€
|
1.116,60
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€
|
418,73
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
2.3.4.2.1
|
indien de aanvraag geen betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 4 sub 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
|
€
|
930,50
|
|
|
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€
|
7.816,20
|
2.3.4.3.1
|
indien voor de procedure als bedoeld in onderdeel 2.3.4.3 een besluit tot het vaststellen van hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk is, wordt het bedrag genoemd in 2.3.4.3 verhoogd met een toeslag van
|
€
|
837,45
|
|
|
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid onder a onder 20, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
|
|
2.3.4.4.1
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een eenmalige activiteit voor een beperkte tijd
|
€
|
418,73
|
2.3.4.4.2
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een afwijking van bestemmingsplan met een terugkerend karakter
|
€
|
1.302,70
|
2.3.4.4.3
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een voortdurende afwijking van bestemmingsplan
|
|
5.024,70
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€
|
1.116,60
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project betreft waarbij de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.4.6.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.4.6.2
|
kosten die de gemeente op grond van de provinciale legesverordening verschuldigd is
|
|
|
2.3.4.6.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project betreft waarbij de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.4.7.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.4.7.2
|
kosten die de gemeente op grond van de rijksregeling verschuldigd is
|
|
|
2.3.4.7.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€
|
1.116,60
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.5.1
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte tot en met 500 m2
|
€
|
958,48
|
2.3.5.2
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte van 501 m2 tot en met 1000 m2
|
€
|
1.084,12
|
2.3.5.3
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte van 1001 m2 tot en met 1500 m2
|
€
|
1.209,76
|
2.3.5.4
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte van 1501 m2 tot en met 2000 m2
|
€
|
1.335,40
|
2.3.5.5
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte van 2001m2 tot en met 5000 m2
|
€
|
1.461,04
|
2.3.5.6
|
voor bouwwerken met een vloeroppervlakte van 5001m2 of meer
|
€
|
1.586,68
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of Erfgoedverordening Schijndel 2010, aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of Erfgoedverordening Schijndel 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd momnument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monumen op een wijze waaardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
inden er sprake is van een rijksmonument
|
€
|
1.442,28
|
2.3.6.1.2
|
indien er sprake is van een gemeentelijk monument
|
€
|
977,03
|
2.3.6.2
|
indine de aanvraag betrekking heeft op het wijzigingen van een monument als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo waarbij de werkzaamheden vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden als bedoeld in artikel 3a van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht:
|
€
|
372,20
|
2.3.6.3.
|
indien er bij de aanvragen als bedoeld in de onderdelen 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.2 een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, worden de in die onderdelen genoemde tarieven verhoogd met
|
€
|
558,30
|
2.3.6.4
|
indien er bij de aanvragen als bedoeld in de onderdelen 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.2 een toetsing door de Monumenten- en welstandscommissie plaats vindt, worden de in die onderdelen genoemde tarieven verhoogd met
|
€
|
390,22
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.7.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder g van de Wabo of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2 eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo
|
€
|
651,35
|
2.3.7.2
|
indien er bij de aanvraag een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, wordt het tarief in onderdeel 2.3.7.1 verhoogd met
|
€
|
558,30
|
|
|
|
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
144,26
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, "Bomenverordening Schijndel" een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€
|
96,17
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd.
|
|
|
2.3.10.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd.
|
|
|
2.3.10.3
|
Indien er op grond van 2.3.10.1 of 2.3.10.2 een begroting wordt overgelegd, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.10.3.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.10.3.2
|
kosten die de gemeente op grond van ministerieële regeling verschuldigd is
|
|
|
2.3.10.3.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.11
|
Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt.Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.11.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.11.2
|
kosten die de gemeente op grond van ministerieële regeling verschuldigd is
|
|
|
2.3.11.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.12.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bestaat het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd.
|
|
|
2.3.12.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief uit de kosten zover deze voor de behandeling van de aanvraag moeten worden gemaakt. Van de kosten wordt vooraf een gespecificeerde begroting aan de aanvrager overgelegd.
|
|
|
2.3.12.3
|
Indien er op grond van 2.3.12.1 of 2.3.12.2 een begroting wordt overgelegd, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.12.3.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.12.3.2
|
kosten die de gemeente in verband met de behandeling van de aanvraag aan rijk, provincie of waterschap verschuldigd is.
|
|
|
2.3.12.3.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.13.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.13.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.14.
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.14.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€
|
186,10
|
2.3.14.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€
|
243,93
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Archeologische werkzaamheden
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor:
|
|
|
2.3.15.1
|
de beoordeling van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie
|
€
|
243,92
|
2.3.15.2
|
de beoordeling van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€
|
121,96
|
2.3.15.3
|
de beoordeling, van rapportages die voorvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek
|
€
|
365,88
|
|
|
|
|
2.3.16.
|
Advies
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting.
|
|
|
2.3.16.1
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting.
|
|
|
2.3.17.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting.
|
|
|
2.3.17.3
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1. of 2.3.17.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. In de begroting kunnen de volgende kosten worden opgenomen:
|
|
|
2.3.17.3.1
|
het geraamde aantal werkuren tegen een uurtarief van
|
€
|
93,05
|
2.3.17.3.2
|
kosten die de gemeente voor de behandeling van de aanvraag aan rijk, provincie of waterschap verschuldigd is.
|
|
|
2.3.17.3.3
|
externe advieskosten
|
|
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
2.3.18.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€
|
96,17
|
2.3.18.1.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€
|
96,17
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Teruggaaf
|
|
|
2.4.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.4.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat gedurende 6 maanden na intrekking van de aanvraag recht op teruggaaf van 50% van de leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.4.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat gedurende 6 maanden na intrekking van de vergunning aanspraak op 10% van de geheven leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.4.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, (aanleg- of sloopactiviteiten) als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat gedurende 6 maanden na de onherroepelijke weigering aanspraak op teruggaaf 30 % van de geheven leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.4
|
Teruggaaf als gevolg van het buitenbehandeling stellen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.4.4.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3,1. 2.3.2 2.3.6. of 2.3.7 buiten behandeling wordt gesteld bestaat gedurende 6 maanden na verzending van de buiten behandeling stelling, aanspraak op teruggaaf van 50% van de geheven leges
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5
|
Legestarieven waarop de teruggaaf betrekking heeft
|
|
|
|
De teruggaaf van leges als bedoeld in 2.4.1 tot en met 2.4.4.1 heeft enkel betrekking op de leges die op grond van de onderdelen 2.3.1. tot en met 2.3.1.1.11, 2.3.2.1, 2.3.6. tot en met 2.3.6.3, 2.3.7 tot en met 2.3.7.2 zijn geheven.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
|
2.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€
|
93,05
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen
|
|
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€
|
7.816,20
|
|
|
|
|
2.6.2
|
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening
|
€
|
2.233,20
|
|
|
|
|
2.6.3
|
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, onder b van de Wet ruimtelijke ordening
|
€
|
5.583,00
|
|
|
|
|
2.6.4
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.6.1 tot en met 2.6.3 bedraagt het tarief indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die onderdelen bedoelde aanvraag een advies van de agrarisch commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€
|
798,60
|
|
|
|
|
2.6.5
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.6.1 tot en met 2.6.3. bedraagt het tarief indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in die onderdelen bedoelde aanvraag het vaststellen van hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk is
|
€
|
837,45
|