Legesverordening 2016 Gemeente Zwartewaterland

 

 

De raad van de gemeente Zwartewaterland;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2016

(Legesverordening 2016)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag word aangemerkt;

  • 2.

    b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    c. maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • 4.

    d. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 5.

    e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • 1.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten,

  • 2.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitaties) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • 3.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • 4.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.16.2, 1.19.1.1 tot en met 1.19.1.3 en onderdeel 3.2.1.1 tot en met 3.2.1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een algemeen nut beogende instelling of non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard (en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers).

 

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • 2.

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • 3.

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving wordt genoemd.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn.

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

1.  onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3.  hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

5.  hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

6. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

7. hoofdstuk 16 (kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

  

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

  Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt de ‘Verordening op de heffing en invordering leges 2015’ van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2014 met bij behorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd 21 januari 2015, ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het eerste lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het tweede lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2016’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zwartewaterland van 26 november 2015.

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

ing. H.W. Schotanus – Schutte   ing. E.J. Bilder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven