Gemeenteblad van Zwartewaterland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwartewaterland | Gemeenteblad 2015, 120605 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwartewaterland | Gemeenteblad 2015, 120605 | Verordeningen |
Verordening afvalstoffenheffing 2016
De raad van de gemeente Zwartewaterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2016
(Verordening afvalstoffenheffing 2016)
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
2. GFT-afval: groente-, fruit- en tuinafval;
3. Restafval:huishoudelijk afval, niet zijnde GFT-afval;
4. Minicontainer: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, waaronder city-bins, onderverdeeld in de verschillende volumes;
5. Verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste ondergrondse verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;
6. Grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrijkomen, van een zodanig gewicht en/of omvang zodat deze niet op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst kunnen worden aangeboden;
7. Grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een huishouden vrij komt, van een zodanig gewicht en/of omvang zodat dit niet op dezelfde wijze als GFT-afval aan de inzameldienst kan worden aangeboden.
Artikel 2 – Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag dan wel schriftelijk gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.
3. Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.
Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belasting bedoeld in onderdeel 1.1.1 van Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.2.1 tot en met 1.1.2.11 van Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.
3. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 1.1.1. van Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat belastingjaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1. van Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
6. Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
Artikel 8 - Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan € 50,00 of meer bedraagt en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen of in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog aan kalendermaanden in het jaar overblijven, met een maximum van tien en minimum van twee termijnen.
De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
4. In afwijking van het tweede en derde lid bestaat geen mogelijkheid tot automatische incasso voor niet-natuurlijke personen. Voor niet-natuurlijke personen gelden de betalingstermijnen zoals genoemd in het eerste lid.
5. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede of derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.
6. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
7. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel welke bij wege van gedagtekende kennisgeving wordt geheven moet worden betaald:
a. ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de uitreiking;
b. ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen veertien dagen na dagtekening.
8. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
1. Kwijtschelding kan worden verleend voor de belasting bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, indien van toepassing:
a. van het berekende tarief als genoemd in onderdeel 1.1.1;
b. tot een maximum van 3 maal het tarief als genoemd in de onderdelen 1.1.2.6 tot en met 1.1.2.8;
c. tot een maximum van 15 maal het tarief als genoemd in onderdeel 1.1.3.1.
Artikel 10 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 11 - Inwerkingtreding en citeertitel
Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt de “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015” van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2014 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zwartewaterland van 26 november 2015.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-120605.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.