Nadere regeling met betrekking tot artikel 15, lid 3 van de Parkeerverordening Etten-Leur 2016:Vaststellen van de noodzakelijkheid van een zakelijke parkeervergunning

Artikel 15, lid 3:

Het college stelt nadere regels vast voor het beoordelen of een zakelijke parkeervergunning noodzakelijk is in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening.

Met betrekking tot de noodzakelijkheid van een zakelijke parkeervergunning wordt het volgende beleid vastgesteld:

Een vergunning is in het belang van de bedrijfsuitoefening slechts noodzakelijk:

  • 1.

    indien het bedrijf is gevestigd en/of haar werkzaamheden uitoefent binnen een aangewezen vergunninghoudersgebied, zoals bedoeld in artikel 2 van de Parkeerverordening Etten-Leur 2016.

  • 2.

    indien de werkzaamheden in het kader waarvan de vergunning wordt verleend dagelijks terugkeren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat dagelijks betekent dat elke werkdag per week de auto ook daadwerkelijk gebruikt wordt.

  • 3.

    het gebruik dient hierbij noodzakelijk te zijn voor de primaire bedrijfsuitoefening van de rechtspersoon, dat wil zeggen ten behoeve van de hoofdactiviteiten van het bedrijf. Een omschrijving van wat noodzakelijk voor de primaire bedrijfsuitoefening is, is niet limitatief op te sommen. Criteria hiervoor kunnen zijn:

    - ambulante bedrijfsvoering/handel;

    - omschrijving van de feitelijke werkzaamheden waaruit de noodzakeIijkheid blijkt (om dit aan te tonen kan de dagindeling omschreven worden, de taakverdeling binnen het bedrijf en dergelijke);

    - de bedrijfsvoering moet normale doorgang kunnen vinden;

    - de regels omtrent laden en lossen bieden niet voldoende mogelijkheid om het bedrijf uit te oefenen.

  • 4.

    AIs noodzakeIijk voor bedrijfsuitoefening wordt in ieder geval niet aangemerkt:

     

    - woon-werkverkeer.

    - het vervoeren van de financiële dagopbrengst en andere geldtransporten.

    - het parkeren van bedrijfsauto’s uit de dienstverlenende sector.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, ook al wordt niet voldaan aan de noodzakelijkheid toch een zakeIijke parkeervergunning verlenen. Een dergelijk bijzonder geval is als aanvrager kan aantonen niet over een redelijk vervoersalternatief te kunnen beschikken.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 8 december 2015

 

Burgemeester en wethouders van Etten-Leur.

de secretaris, de burgemeester,

mw. B.W. Silvis-de Heer. mw. H. van Rijnbach-De Groot.

Naar boven