Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2015, 118728 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2015, 118728 | Verordeningen |
Verordening Precariobelasting 2016
Op 12 november 2015 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 29 september 2015, nummer 2015/0044308;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet; vastgesteld de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016.
("Verordening precariobelasting 2016").
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening en de bij deze verordening behorende tarieventabel, verstaan onder:
f. vergunning een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon
één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingt arief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 T ermijnen van betaling
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 1 1 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en invordering van de precariobelasting.
Artikel 1 2 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening precariobelasting 2015’ van 6 november 2014 en de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
HOOFDSTUK 2 STANDPLAATSEN EN UITSTALLING
HOOFDSTUK 4 BENZINEPOMPINSTALLATIES EN DERGELIJKE
HOOFDSTUK 5 BUIZEN, KABELS, GELEIDINGEN EN DERGELIJKE
HOOFDSTUK 6 RAILS EN TRANSPORTBANEN
7.1 De belasting bedraagt voor het hebben van voor tot reclame dienende lichtbakken, lichtapparaten, uithangborden of uithangtekens, uitstalkasten, gevelborden, gevelplaten en andere tot reclamedoeleinden gebezigde objecten, vitrines en automaten, per m¹ naar de grootste afmeting, per jaar € 34,21.
8.1 De belasting bedraagt voor het hebben van een terras € 40,00 per m² per jaar.
HOOFDSTUK 9 SCHUTTINGEN, STEIGERS, BOUWMATERIALEN, DIRECTIEKETEN EN DERGELIJKE
9.1 De belasting bedraagt voor het hebben van schuttingen, steigers of soortgelijke getimmerten, het opslaan van bouwmaterialen, alsmede voor het hebben van directieketen, directiewagens, schaftwagens, werken en dergelijke, per m2 ingenomen grond:
9.2 De belasting bedraagt in de onder 9.1 genoemde gevallen ten minste € 15,00.
HOOFDSTUK 10 VERKOOPTOESTELLEN EN TIJDELIJKE VERKOOP- EN KANTOORRUIMTES
HOOFDSTUK 11 OPSTELPLAATS VOOR WINKELWAGENTJES
11.1 De belasting voor opstelplaatsen voor winkelwagentjes per 5 m2, per jaar € 60,37.
HOOFDSTUK 12 TELEFOONCELLEN EN BRIEVENBUSSEN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-118728.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.