Wijzigen van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht met betrekking tot de tariefvaststelling 2016 (2015, nr. 246/1155)

Nummer 246/1155

Publicatiedatum 13 november 2015

Agendapunt 23

Datum besluit B&W 22 september 2015

Onderwerp

Wijzigen van de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht met betrekking tot de tariefvaststelling 2016

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 22 september 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1155);

Gelet op de artikelen 216, 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubheer,

Besluit:

I.de Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil Amsterdam 2015, vastgesteld bij zijn besluit van 17 december 2014 (Gemeenteblad 2014, afd. 3A, nr. 323/1176), te wijzigen als volgt en de financiële effecten in de begroting 2016 te verwerken:

I. de artikelen 5 en 12 dienen als volgt gewijzigd te worden:

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

• 1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 235 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht, later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon.

• 2. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 313 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer personen.

• 3. Voor het op afroep inzamelen van bouw- en sloopafval wordt een tarief van € 150,- per kubieke meter geheven.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief

• 1. Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover dit kan geschieden tijdens het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt het recht, bij de afgifte van ten hoogste 176 liter per week, overeenkomend met maximaal 4 huisvuilzakken van 44 liter, € 312 per belastingjaar (exclusief BTW).

• 2. Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover dit kan geschieden tijdens het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt het recht, bij de afgifte van meer dan 176 liter en ten hoogste 396 liter per week, overeenkomend met minimaal 5 en maximaal 9 huisvuilzakken van 44 liter, € 662 per belastingjaar (exclusief BTW).

  • II. Te bepalen, dat het onder I gestelde in werking treedt met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met als datum van ingang van wijziging 1 januari 2016.

  • III. Kennis te nemen van het voornemen van het College om bij de jaarrekening 2015 de volgende besluiten aan de Raad voor te leggen:

  • a. om bij de Jaarrekening 2015 de bestaande reserves en voorzieningen in de afvalketen van de stadsdelen en de centrale stad op te heffen en de middelen hieruit te laten vrijvallen.

  • b. de vorming van onderstaande 2 nieuwe reserves in de afvalketen bij de Jaarrekening 2015:

  • i. de systeemreserve: Reserve egalisatie tarieven afval;

ii. de ‘overige bestemmingsreserve’: reserve investeringen/innovaties afvalketen.

• c. de bij 1 genoemde vrijval als volgt te doteren aan deze reserves:

• i. € 1,3 miljoen aan de egalisatiereserve afval;

ii. de resterende vrijval (geschat maximaal € 19,3 miljoen op basis van de stand van de reserves en de voorzieningen ultimo 2014) aan de investeringsreserve afvalketen te doteren.

• d. om ten aanzien van de nieuwe systeemreserve Reserve egalisatie tarieven afval te bepalen dat deze:

• i. wordt gevoed door eventuele positieve resultaten op de inkomsten uit de afvalstoffenheffing;

ii. wordt onttrokken om tegenvallers op de inkomsten uit de afvalstoffenheffing te compenseren.

iii. verschillen tussen begroting en realisatie van de component kwijtschelding als onderdeel van het tarief bij de jaarrekening worden onttrokken dan wel toegevoegd.

e.om akkoord te gaan met een begrotingswijziging in 2016 om additioneel ten laste van de algemene middelen € 1,7 miljoen te doteren aan de Reserve egalisatie tarieven afval.

II. Het voorstel om in 2016 € 2,85 miljoen te onttrekken aan de investeringsreserve afval en dit bedrag (€ 2,85 miljoen) aan te wenden voor verduurzaming van de afvalketen.

• IV. Kennis te nemen van de volgende overige besluiten inzake een duurzame en kostenefficiënte afvalketen zoals door het College genomen:

• A. Voor 2016 stemt het college in met, op hoofdlijnen, de volgende maatregelen om de afvalscheidingsdoelstelling van 30% in 2016 te realiseren: optimaliseren inzameling via containers voor waardevolle fracties ten koste van containers voor restafval, aanvullend plaatsen van containers voor textiel, glas en kunststof, stadsdeel Centrum het inzamelen van papier te intensiveren, inzameling via scholen en sportverenigingen te intensiveren, bij grof huishoudelijk afval sturen op verlagen resterend te verbranden afval en het gescheiden inzamelen en aanleveren bij de verwerker van huis en tuinafval, mogelijk maken gebiedsgerichte projecten om bewoners te stimuleren waardevolle fracties beter te scheiden, het stedelijk uitrollen hotspotaanpak en informatievoorziening en informatiecampagne uitbreiden.

• B. Het college stemt voor 2016 in met de totale beoogde besparing van € 5,95 miljoen. Daar waar besparingen niet (ten volle) worden gerealiseerd, worden deze opgevangen binnen de investeringsreserve van de afvalketen. Het gaat om de volgende maatregelen:

beginsaldo besparing voorgaand jaar 0,90

Lasten:

Minder loon- en prijscompensatie verwerking AEB 0,40

Kosten Kringloopwinkels opvangen 0,30

Harmonisatie Grofvuil 2,25

Toegerekende overheadkosten 0,90

Verbrandingsbelasting 0,30

Baten

Overige inkomsten Bedrijfsafval en afvalpunten 0,40

Ingroei broninzameling kunststof 0,50

Cumulatieve besparing 5,95

• C. Het college stemt in met deze besparing van € 5,95 miljoen in 2016 en de verdeling ervan als volgt, waarbij de inzet van deze middelen alleen incidenteel voor 2016 geldt:

• i. € 3,6 miljoen ingezet als tariefverlaging en is verwerkt in de tarieven.

ii. € 2,35 miljoen voor aanpak van minder afval op straat.

• D. Ten behoeve van het realiseren van de besparingen is het noodzakelijk om te komen tot 1 aansturing, 1 administratie en 1 informatievoorziening. Het College geeft de Gemeentesecretaris opdracht een programmamanager aan te stellen, waarbij het betrekken van Pantar in de afvalketen expliciet wordt onderzocht.

• E. Het college geeft opdracht onderzoek te doen naar de wijze waarop het bereik van de afvalstoffenheffing zo kan worden verbeterd dat alle huishoudens een aanslag afvalstoffenheffing ontvangen.

• F. Het College geeft opdracht om met ingang van 2016 de kwijtschelding meerjarig kostendekkend te ramen.

• G. Het college geeft opdracht onderzoek te doen naar de systematiek en de reikwijdte van het percentage kwijtscheldingen in Amsterdam, bijvoorbeeld in vergelijking met andere steden.

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 5 november 2015.

De voorzitter

mr. E.E. van der Laan

De raadsgriffier

mr. M. Pe