Gemeenteblad van Heumen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heumen | Gemeenteblad 2015, 116038 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heumen | Gemeenteblad 2015, 116038 | Verordeningen |
Verordening subsidie jeugdhulp 2016 Regio Rijk van Nijmegen, tevens wijzigingsverordening Algemene subsidieverordening (ASV) gemeente Heumen 2012
Verordening subsidie jeugdhulp 2016 Regio Rijk van Nijmegen
De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2015;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
gemeenten op grond van artikel 2.6 van de Jeugdwet met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn voor alle jeugdhulp;
de samenwerkende gemeenten in regio Rijk van Nijmegen de Jeugdwet zo goed mogelijk willen uitvoeren door te zorgen voor voldoende passende en tijdig beschikbare jeugdhulp op basis van de kernthema’s: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid;
de gemeenten in regio Rijk van Nijmegen als gezamenlijke visie de nota Transformeren en Integreren en de beleidsnota Kracht door verbinding hebben vastgesteld en als nadere uitwerking van deze nota het subsidie- en inkoopkader regio Rijk van Nijmegen is opgesteld;
de samenwerkende gemeenten op 22 oktober 2013 het Transitiearrangement jeugd regio Rijk van Nijmegen hebben vastgesteld;
deze verordening van toepassing is op de regionaal te subsidiëren jeugdhulp in de blokken C1 en C2;
“3. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen.”
In dit subsidiekader wordt verstaan onder:
jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, waarbij gelden de wettelijke uitgangspunten met betrekking tot de doelgroepen en leeftijd, zoals aangegeven in de Jeugdwet.
C2: Jeugdbescherming en jeugdreclassering
Artikel 5. Subsidieaanvraag, bij aanvraag in te dienen gegevens
Een subsidieaanvraag gaat naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb vergezeld van;
De doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente n in de regio Rijk van Nijmegen en de ingezetenen en meer in bijzonder op de door de regio Rijk van Nijmegen vastgestelde doelen op het gebied van Jeugdhulp.
Een meerjarenbegroting van baten en lasten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd over het tijdvak waarin de activiteiten worden uitgevoerd, waarbij alle kosten en opbrengsten aan de activiteiten zijn toegerekend, inclusief personeelslasten en de accommodatielasten, alsmede een toelichting op de begroting;
Een opgave van de met de Subsidieaanvrager gelieerde rechtspersonen, de aard van de relatie tot de Subsidieaanvrager en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon; een recent (niet ouder dan 6 maanden vanaf de datum dat de Subsidieaanvraag wordt ingediend) uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Voor zover sprake is van een subsidieaanvraag (jaarlijkse) die betrekking heeft op het kalenderjaar of kalenderjaren volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend, wordt door het college beslist uiterlijk op 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend, mits de aanvraag is ingediend voor 1 oktober van dat jaar. Voor de subsidieaanvragen die zijn ingediend tussen 1 oktober en 31 december is de afhandelingstermijn 13 weken.
Indien de voorgenomen subsidieverlening is aangemeld bij de Europese Commissie wordt de beslistermijn opgeschort met ingang van de dag waarop het voornemen is aangemeld tot de dag waarop de Europese Commissie de beslissing omtrent het steunkarakter van de aanvraag aan het college heeft bekend gemaakt.
Artikel 10. Verlening subsidie
Het college geeft bij het besluit tot het verlenen van subsidies aan op welke wijze de (tussentijdse) verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt en kan hiertoe nadere regels stellen.
Artikel 11. Betaling en bevoorschotting
Betaling en bevoorschotting van de subsidie geschiedt conform hoofdstuk 9 van het subsidiebestek.
Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 14. Aanpassing tarieven
De subsidieverlener kan het tarief op basis waarvan de subsidieverlening tot stand is gekomen verlagen gedurende de looptijd van de subsidie. Subsidieverlener voert, hieraan voorafgaand, overleg met de Subsidieontvanger. Nadrukkelijk zal hierbij in overweging genomen worden dat de noodzakelijke bezuiniging ook op hoeveelheid, duur en type zorg gerealiseerd kan worden. Het eventuele aangepaste tarief kan in de subsidievaststelling worden meegenomen.
De Raad heeft de bevoegdheid een review te laten uitvoeren op de door de accountant van de subsidieontvanger verrichte werkzaamheden. Daarnaast kan het college nadere regels stellen over de reikwijdte en intensiteit van de accountantscontrole. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat zijn accountant hiermee instemt.
Artikel 16.Vermogensvorming en tekorten
De egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb die de subsidieontvanger vormt bedraagt niet meer dan 10% van het vastgestelde boekjaarsubsidiebedrag over hetzelfde subsidiejaar. Indien deze egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt het meerdere bij de vaststelling voor het betreffende boekjaar afgetrokken.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag, dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door één of meerdere onafhankelijke deskundigen.
Indien de activiteiten van de subsidieontvanger met toestemming van het college door een andere rechtspersoon worden voortgezet en de activa en passiva tegen boekwaarde aan de ander in eigendom worden overgedragen, is de subsidieontvanger hiervoor in afwijking van het tweede lid geen vergoeding verschuldigd.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikel 1. 2. 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 18. Toezicht op naleving
Het college heeft de bevoegdheid ambtenaren of derden-deskundigen aan te wijzen, die belast zijn met het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde voorschriften.
Bijlage 1 SUBSIDIEBESTEK 2016 Wmo en Jeugd C (onderdelen 3.6 en 5)
In bijlage 2 zijn de minimumeisen en randvoorwaarden met betrekking tot de subsidieaanvraag geformuleerd. Aan deze eisen dient de Subsidieaanvrager op het moment van ingang van de subsidie te voldoen. Indien de Subsidieaanvraag niet voldoet aan deze eisen kunnen de gemeente uit de regio Nijmegen de Subsidieaanvraag weigeren. Indien na verlening blijkt dat niet is voldaan aan de beoordelingscriteria en minimumeisen kan dat een grond kan opleveren voor intrekking of wijziging van de subsidieverlening.
De subsidieaanvraag zal beoordeeld worden aan de hand van de volgende (kwaliteits)eisen. Het beoordelingsteam van de Regio zal kijken in welke mate de subsidieaanvraag voldoet aan de voorwaarden en de beleidskaders zoals geschetst in de subsidietender. Daarbij wordt specifiek gelet op de volgende zaken:
De Contractmanager(s) van de Regio zal/zullen nadat de aanvraag is ontvangen in gesprek gaan met de Subsidieaanvrager over de subsidieaanvraag en de door de regio gestelde randvoorwaarden. Het doel van dit gesprek is enerzijds om waar nodig een toelichting te vragen op de subsidieaanvraag en anderzijds om vast te stellen dat de Subsidieverlener en de Subsidieaanvrager dezelfde doelstellingen nastreven en de verwachtingen van de te behalen doelstellingen op elkaar zijn afgestemd.
Bijlage 2: Minimumeisen en gewenste resultaten
Specifiek voor Jeugdzorginstellingen:
Specifieke resultaten voor de C-zorg (voortvloeiend uit de algemene resultaten) op basis van de sturingsprincipes van de regio Nijmegen:
Medewerkers zijn professionals met een brede oriëntatie. Zij begrijpen hoe problemen op meerdere levensdomeinen met elkaar samenhangen en zijn in staat de klant daarin te begeleiden. Kennis, kwaliteit en opleiding van het personeel is afgestemd op de aard en de ernst van de beperkingen van de deelnemers.
Sturingsprincipe Toegankelijkheid:
Bij deze zorg behoort ook het geven van consultatie en advies. Partijen die inschrijven voor het bestek zijn ook beschikbaar voor het geven van consultatie en advies. Hieronder verstaan we het op afroep beschikbaar zijn om aan te schuiven bij het keukentafelgesprek om te adviseren over de in te zetten hulp en ondersteuning. Daarnaast moeten partijen beschikbaar zijn voor kortdurende vragen van andere partijen als het onderwijs, andere zorgpartijen etc. Over het algemeen gaan we ervan uit dat dit gaat om telefonisch consultatie. In sommige gevallen kan het echter ook gaan om mee kijken op locatie. Consultatie en advies wordt niet apart gefinancierd, maar is integraal onderdeel van de hulpverlening.
Focus op het betrekken van het eigen netwerk en de professionals in de wijkteams (de verwijzers, de casusregisseur, de gezinscoach). Het wijkteam houdt regie (op afstand) tijdens de duur van de C1-zorg (bijv. het verblijf in de residentiele zorg). Er is structureel contact en men werkt voortdurend en gestructureerd samen aan de 'terugkeer' naar huis / de wijk. De thuissituatie (gezin) wordt voorbereid op de terugkeer van het kind.
Sturingsprincipe Betaalbaarheid:
Er is samenhang met andere vormen van zorg, er is een relatie tussen residentiele zorg en de inzet van respijtzorg (logeren) en deeltijd-wonen met als doel de inzet van voltijds uithuisplaatsing te voorkomen. Daarnaast is ook de gerichte inzet van (intensieve) ambulante hulp van belang om dit te kunnen realiseren. Een koppeling met de uitvoerders van de B-bestekken, waarin ambulant en logeren worden aanbesteed, dient nadrukkelijk gelegd te worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-116038.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.