Gemeente Nijkerk - Wijzigingsverordening incassotermijnen GBLT, november 2015

Raadsbesluit nummer 2015-047-C

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 13 oktober 2015;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Wijzigingsverordening incassotermijnen GBLT, november 2015

Artikel 1. Verordening forensenbelasting 2014

De 'Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2014' wordt als volgt gewijzigd.

 

De artikelen 9 en 11 worden vervangen door:

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

  • 3.

    Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 11 Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

 

Artikel 2. Verordening hondenbelasting 2014

De 'Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2014' wordt als volgt gewijzigd.

 

De artikelen 3, 10 en 12 worden vervangen door:

 

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

  • 2.

    De belasting wordt niet geheven voor honden:

    • a.

      die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

    • b.

      die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

    • c.

      die verblijven in een hondenasiel;

    • d.

      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

    • e.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

  • 3.

    Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 12 Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

 

Artikel 3. Verordening rioolheffing 2014

De 'Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014' wordt als volgt gewijzigd.

 

De artikelen 11 en 13 worden vervangen door:

 

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

  • 3.

    Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 13 Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

 

Artikel 4. Verordening toeristenbelasting 2014

De 'Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2014' wordt als volgt gewijzigd.

 

De artikelen 4, 10 en 14 worden vervangen door:

 

Artikel 4 Aangifte en maatstaf van heffing

  • 1.

    Om de maatstaf van heffing vast te stellen kan de ambtenaar belast met de heffing zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet de belastingplichtige conform artikel 2, eerste lid, uitnodigen tot het doen van aangifte.

  • 2.

    Aangifte wordt gedaan door het volledig ingevulde uitgereikte aangiftebiljet met de eventueel daarbij gevraagde bescheiden in te leveren of toe te zenden aan de ambtenaar belast met de heffing zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

  • 3.

    De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van de aanslag nog in het desbetreffende belastingjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt.

  • 3.

    Bij de toepassing van het tweede lid geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 14 Nadere regels

Het dagelijks bestuur van GBLT (het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle) kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in het elektronische gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2016.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 12 november 2015,

de griffier, de heer O. van Kolck.

de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema.

 

Naar boven