Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Buitenruimte en Sport van 17 november 2015 met kenmerk: 1801432;

 

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

 

besluit vast te stellen:

 

Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

 

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Functies en functiewaardering

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de functies vast die door ambtenaren binnen de gemeentelijke organisatie kunnen worden bekleed.

  • 2.

    Elke functie wordt beschreven op basis van een functiewaarderingssysteem.

  • 3.

    Voor elke functie wordt een functieschaal vastgesteld op basis van een functiewaarderingssysteem.

  • 4.

    De functieschalen voor ambtenaren zijn opgenomen in bijlage A bij dit besluit.

  • 5.

    Het salaris van de ambtenaar wiens betrekking als een nevenfunctie moet worden beschouwd, wordt bepaald overeenkomstig bijlage B bij dit besluit.

Artikel 2 Recht op salaris, vergoedingen, salaristoelagen en uitkeringen

  • 1.

    Zolang zijn aanstelling duurt, heeft een ambtenaar recht op salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen overeenkomstig dit besluit.

  • 2.

    Dit recht bestaat niet over de tijd gedurende welke het arbeidsverzuim van de ambtenaar het gevolg is van zijn nalatigheid of verwijtbaar handelen.

  • 3.

    De uitbetaling van het salaris, de vergoedingen, de toelagen en de uitkeringen vindt plaats per maand, tenzij in deze regeling anders is bepaald.

     

§ 2 Salaris

Artikel 3 Vaststelling salaris

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het salaris van een ambtenaar vast aan de hand van zijn functieschaal, op grond van zijn ervaring, geschiktheid en bekwaamheid. Het salaris wordt vastgesteld met aanduiding van een periodiek in de functieschaal.

  • 2.

    Als een ambtenaar in een functie wordt benoemd zonder dat hij al voldoet aan alle daarvoor geldende eisen ten aanzien van opleiding, ervaring en bekwaamheid, kan zijn salaris overeenkomstig de eerst lagere salarisschaal dan de functieschaal worden vastgesteld.

Artikel 4 Salarisverhoging

  • 1.

    Aan een ambtenaar wordt een salarisverhoging naar de volgende periodiek toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de ambtenaar functioneert ten minste voldoende;

    • b.

      de ambtenaar heeft het maximum van de functieschaal nog niet bereikt;

    • c.

      er zijn twaalf maanden verstreken sinds zijn aanstelling, zijn laatste periodieke salarisverhoging of zijn promotie.

  • 2.

    Aan de toekenning van een periodieke salarisverhoging kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een ambtenaar een extra periodieke salarisverhoging toekennen.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, kan voor de ambtenaar of voor groepen ambtenaren een vaste verhogingsdatum worden vastgesteld.

Artikel 5 Verlaging salarisschaal

  • 1.

    Zonder voorafgaand ontslag kan voor de ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris, tenzij hiervoor in deze regeling of andere wet- en regelgeving, een grond aanwezig is.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan een ambtenaar met zijn instemming worden herplaatst in een functie waaraan een lagere schaal is verbonden met een overeenkomstige aanpassing van het salaris.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar, door toepassing van artikel 57, tweede lid, Ambtenarenreglement herplaatst worden in een functie met een lager maximumsalaris, met een overeenkomstige aanpassing van het salaris.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid kan de ambtenaar na reorganisatie worden herplaatst in een functie met een lager maximumsalaris en overeenkomstige aanpassing van het salaris, voor zover dit is geregeld in een sociaal plan of sociaal statuut.

Artikel 6 Inpassing in hogere schaal

De ambtenaar die door promotie naar een hogere salarisschaal overgaat, heeft vanaf de dag dat de promotie ingaat recht op een hoger salaris.

Artikel 7

Gereserveerd.

 

§ 3 Salaristoelagen

Artikel 8 Functioneringstoelage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die meerdere jaren zeer goed of uitstekend heeft gefunctioneerd en/of bijzondere prestaties heeft geleverd, en die het maximum van zijn functieschaal heeft bereikt, een functioneringstoelage toekennen.

  • 2.

    De toelage wordt voor maximaal een jaar toegekend. Bij het voortduren van de gronden waarop de toelage is toegekend, kan deze opnieuw worden toegekend.

  • 3.

    De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.

Artikel 9 Arbeidsmarkttoelage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar een arbeidsmarkttoelage toekennen om hem in dienst te kunnen nemen of te behouden, als schaarste op de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft en er in het betreffende vakgebied sprake is van een ernstig tekort aan personeel.

  • 2.

    De toelage wordt toegekend voor een periode die van tevoren is vastgesteld, met een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De toelage bedraagt ten hoogste 10% van het salaris.

Artikel 10 Waarnemingstoelage

  • 1.

    Indien een ambtenaar wordt aangewezen om een functie waar te nemen met een hogere functieschaal, wordt hem voor de periode van waarneming een waarnemingstoelage toegekend. Deze bepaling geldt niet als de waarneming deel uitmaakt van de eigen functie.

  • 2.

    Bij volledige waarneming van de functie is het bedrag van de toelage gelijk aan het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het salaris dat hij zou genieten als hij bij de start van de waarneming in de hogere schaal zou zijn ingedeeld.

  • 3.

    Bij gedeeltelijke waarneming wordt de toelage naar evenredigheid toegekend.

Artikel 11 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een toelage die wordt uitgedrukt in een percentage van het uurloon gedurende de volgende tijdvakken van de week:

    • maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur: 20%

    • maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 uur en 24.00 uur: 40%

    • zaterdag tussen 0.00 uur en 24.00 uur: 40%

    • zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 1, eerste lid, onder pp, van het Ambtenarenreglement tussen 0.00 uur en 24.00 uur: 65%

      Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 6.

  • 2.

    De ambtenaar heeft geen recht op een toelage, als hij in een week slechts op één aaneengesloten periode van ten hoogste 3 uur in een van de in het eerste lid genoemde tijdvakken heeft gewerkt.

  • 3.

    Over de uren waarover een toelage onregelmatige dienst wordt uitbetaald, kan niet tegelijkertijd een overwerkvergoeding worden uitbetaald.

Artikel 12

Gereserveerd.

Artikel 13 Toelage beschikbaarheidsdienst

  • 1.

    De ambtenaar die buiten de voor hem geldende werktijden beschikbaarheidsdienst heeft, ontvangt een toelage beschikbaarheidsdienst.

  • 2.

    De toelage bedraagt 5% van het uurloon voor de uren op maandag tot en met vrijdag en 10% van het uurloon voor de uren op zaterdag, zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 1, eerste lid, onder pp, van het Ambtenarenreglement.

  • 3.

    Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 7.

Artikel 14 Inconveniëntentoelage

Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar een inconveniëntentoelage toekennen, indien er sprake is van niet vermijdbare zware, onaangename of gevaarlijke arbeid.

Artikel 15 Garantietoelage

Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die wordt geconfronteerd met een lager salaris, een garantietoelage toekennen.

Artikel 16 Afbouwtoelage

  • 1.

    De ambtenaar van wie buiten zijn toedoen de toelage onregelmatige dienst, de toelage beschikbaarheidsdienst, en/of de inconveniëntentoelage blijvend wordt verlaagd of beëindigd, heeft recht op een afbouwtoelage indien:

    • hij de toelage(n) met een onderbreking van ten hoogste twee maanden gedurende ten minste drie jaren heeft genoten én

    • met de verlaging of beëindiging van de toelage(n) een bedrag is gemoeid van ten minste 3% van zijn salaris.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien voor de ambtenaar voorzieningen zijn getroffen in een sociaal plan of sociaal statuut.

  • 3.

    De looptijd van de afbouwtoelage is maximaal drie jaar. De afbouwtoelage bedraagt in het eerste jaar 75%, in het tweede jaar 50% en in het derde jaar 25% van het af te bouwen bedrag.

  • 4.

    Indien de hoogte van de af te bouwen toelage(n) aan wisselingen onderhevig was, wordt de afbouwtoelage vastgesteld op het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden.

  • 5.

    Indien het salaris van de ambtenaar wordt verhoogd doordat hij een functie aanvaardt waaraan een hogere salarisschaal is verbonden, wordt de afbouwtoelage verrekend met de salarisverhoging.

  • 6.

    Als de ambtenaar opnieuw recht krijgt op een toelage die verlaagd of beëindigd was, wordt de afbouwtoelage naar evenredigheid verminderd of wordt deze beëindigd.

     

§ 4 Overige vergoedingen en uitkeringen

Artikel 17 BHV-vergoeding

  • 1.

    De ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om tevens werkzaam te zijn als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet ontvangt een vergoeding indien hij de taken in verband met bedrijfshulpverlening in voldoende omvang verricht.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt € 220,00 per jaar.

Artikel 18 Overwerkvergoeding

  • 1.

    De ambtenaar die overwerk verricht heeft recht op een overwerkvergoeding. Over de uren waarover een overwerkvergoeding wordt uitbetaald, kan niet tegelijk een toelage onregelmatige dienst worden uitbetaald.

  • 2.

    De overwerkvergoeding bestaat uit:

    • a.

      verlof gelijk aan het aantal volle uren van het overwerk,

    • b.

      het bedrag over het aantal volle uren overwerk ter hoogte van het volgende percentage van het uurloon van de ambtenaar:

      • 100% voor overwerk op een zondag of feestdag als genoemd in artikel 1, eerste lid, onder pp van het Ambtenarenreglement tussen 0.00 uur en 24.00 uur;

      • 75% voor overwerk op een zaterdag tussen 0.00 uur en 24.00 uur;

      • 75% voor overwerk op een maandag of de dag volgend op een feestdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur;

      • 50% voor overwerk op een dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 0.00 uur en 06.00 uur;

      • 50% voor overwerk op een maandag, dinsdag, woensdag donderdag of vrijdag tussen 20.00 uur en 24.00 uur;

      • 25% voor overwerk op maandag dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 06.00 uur en 20.00 uur.

  • 3.

    Het verlof, bedoeld in het vorige lid, wordt verleend op een zo vroeg mogelijk tijdstip. Op verzoek van de ambtenaar en voor zover de belangen van de dienst dit toelaten wordt het verlof verleend op een tijdstip dat de ambtenaar wenst.

  • 4.

    Kan geen verlof worden verleend in overeenstemming met het derde lid, dan bestaat de vergoeding uitsluitend uit een bedrag, dat bestaat uit het uurloon, vermeerderd met een percentage van het uurloon conform het tweede lid onder b.

  • 5.

    De ambtenaar die tijdens de beschikbaarheidsdienst wordt opgeroepen, ontvangt over de gewerkte tijd een overwerkvergoeding.

  • 6.

    De ambtenaar die een functie bekleedt met functieschaal 11 of hoger heeft geen recht op een overwerkvergoeding.

Artikel 18a Eindejaarsuitkering

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ten bedrage van 6% van het voor hem geldende salaris op jaarbasis. De uitkering bedraagt bij een volledige betrekking ten minste € 1.750,-. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld.

  • 2.

    De in het vorige lid genoemde uitkering wordt, onverminderd het bepaalde in het derde lid, betaalbaar gesteld bij de salarisbetaling van de maand december.

  • 3.

    Bij ontslag van de ambtenaar vindt de uitbetaling plaats over het gedeelte van het kalenderjaar dat de ambtenaar werkzaam is geweest.

  • 4.

    Bij de toepassing van het tweede lid wordt in de gevallen, bedoeld in artikel 52 van het Ambtenarenreglement, steeds uitgegaan van het volledige salaris.

Artikel 18b Vakantietoelage

  • 1.

    De ambtenaar heeft per maand recht op een vakantietoelage ten bedrage van 8% van het salaris en de salaristoelagen die hij in die maand heeft genoten.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid wordt in de gevallen, bedoeld in artikel 52 van het Ambtenarenreglement, steeds uitgegaan van het volledige salaris en toegekende salaristoelagen.

  • 3.

    Aan de ambtenaar wordt ten minste het bedrag uitbetaald dat gelijk is aan de voor ambtenaren vastgestelde minimum vakantietoelage, welk bedrag bij het vervullen van een onvolledige betrekking naar evenredigheid wordt verminderd.

Artikel 19 Ambtsjubileum

  • 1.

    Een ambtenaar ontvangt éénmalig een jubileumtoelage zodra hij 25, 40 en 50 jaar in overheidsdienst is. Onder overheidsdienst wordt verstaan de tijd die hij in dienst is geweest bij een bij het ABP aangesloten werkgever.

  • 2.

    Bij 25 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de helft van de som van het maandsalaris over de maand van jubileren, de in deze maand toegekende salaristoelagen en de vakantietoelage. Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst bedraagt de toelage de som van het maandsalaris over de maand van jubileren, de toegekende salaristoelagen en de vakantietoelage.

  • 3.

    Een ambtenaar aan wie volledig ontslag wordt verleend op grond van artikel 89 of 90 van het Ambtenarenreglement en die binnen vijf jaar na de datum van ontslag, maar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd recht zou hebben gehad op een jubileumtoelage, ontvangt een evenredig deel van de toelage. In dat geval wordt de laatste maand vóór de datum van ingang van het ontslag als de maatgevende maand aangemerkt.

Artikel 20 Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties

Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar of een groep ambtenaren eenmalig een geldbedrag toekennen voor uitstekend functioneren en/of geleverde bijzondere prestaties.

Artikel 21

Gereserveerd.

Artikel 22

Gereserveerd.

Artikel 23 Overlijdensuitkering

  • 1.

    Het recht op salaris vermeerderd met de toegekende salaristoelagen eindigt de dag na het overlijden van de ambtenaar.

  • 2.

    Na het overlijden van de ambtenaar ontvangt de achterblijvende partner – of bij het ontbreken daarvan diens minderjarige kinderen — een overlijdensuitkering, die bestaat uit driemaal het laatst genoten salaris vermeerderd met de toegekende salaristoelagen, en de voor de ambtenaar op de dag van het overlijden geldende eindejaarsuitkering en vakantietoelage over een periode van drie maanden.

  • 3.

    Zijn er geen nagelaten betrekkingen zoals genoemd in het voorgaande lid dan wordt de overlijdensuitkering uitgekeerd aan de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters waarvoor de overledene kostwinner was.

Artikel 24 Uitkering bij overlijden in en door de dienst

  • 1.

    Indien de ambtenaar overlijdt en zijn overlijden een rechtstreeks gevolg is van een ongeval in en door de dienst, dan wordt aan de achterblijvende partner een uitkering verstrekt. Indien de overledene geen partner nalaat, wordt de uitkering verstrekt aan de minderjarige kinderen.

  • 2.

    De uitkering bedraagt één jaarsalaris, vermeerderd met de toegekende salaristoelagen en de voor de ambtenaar geldende eindejaarsuitkering en vakantietoelage, berekend over de 12 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaande aan de maand van overlijden.

  • 3.

    (Gereserveerd).

  • 4.

    Zijn er geen nagelaten betrekkingen zoals genoemd in het eerste lid dan wordt de overlijdensuitkering uitgekeerd aan de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters waarvoor de overledene kostwinner was.

Artikel 25 Recht op tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering

  • 1.

    De ambtenaar, die een aanvullende verzekering Extra Zorg 3 of Extra Zorg 4 bij IZA Zorgverzekeraar NV, of Mijn Keuze 3 of Mijn Keuze 4 bij Zilveren Kruis Achmea heeft, heeft recht op een tegemoetkoming in zijn ziektekosten.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de ziektekosten wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december uitbetaald.

  • 3.

    Bij indiensttreding op of na 1 januari van een kalenderjaar heeft de ambtenaar naar evenredigheid recht op een tegemoetkoming in de ziektekosten.

Artikel 26 Hoogte tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering

  • 1.

    De tegemoetkoming in de ziektekosten is € 168,- per jaar.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de ziektekosten is € 296,- per jaar als het salaris van de ambtenaar lager of gelijk is aan het bedrag dat hoort bij de hoogste periodiek van schaal 6.

  • 3.

    De ambtenaar die gedurende het jaar in dienst treedt of ontslagen wordt, ontvangt een tegemoetkoming in de ziektekosten naar rato van de tijd dat hij in dienst is geweest.

  • 4.

    De peildatum voor de vergelijking van het tweede lid is de maand december. Voor de ambtenaar die gedurende het jaar uit dienst treedt is de peildatum voor de vergelijking van het tweede lid de laatste maand dat de ambtenaar in dienst is geweest.

Artikel 27 Intrekking regelingen

Het Bezoldigingsbesluit 1993, de Overbruggingsregeling, de Vergoedingsregeling wacht- en waakdiensten en het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1973 worden ingetrokken.

Artikel 28 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 29 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 november 2015.

De secretaris,

Ph. F. M. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage A (Nieuwe Salarisstructuur)

Bevattende de salarisschalen voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 1,vierde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

 

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 april 2015) 

SCHAAL

PN

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

PN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

0

1448

1482

1520

1563

1608

1715

1924

2202

2444

2636

0

1

1482

1532

1582

1633

1685

1793

2005

2291

2548

2759

1

2

1518

1582

1645

1702

1761

1871

2087

2381

2652

2881

2

3

1554

1631

1708

1772

1838

1949

2167

2470

2756

3004

3

4

1591

1681

1770

1841

1915

2028

2249

2559

2860

3127

4

5

1627

1731

1833

1911

1991

2106

2330

2648

2964

3250

5

6

1663

1780

1896

1981

2068

2183

2411

2738

3069

3372

6

7

1699

1830

1958

2051

2145

2262

2492

2827

3173

3495

7

8

1735

1880

2021

2121

2222

2340

2573

2917

3277

3617

8

9

1772

1929

2084

2190

2299

2418

2654

3006

3381

3740

9

10

1808

1979

2147

2260

2375

2496

2736

3095

3486

3862

10

11

1844

2029

2209

2330

2452

2575

2816

3184

3590

3985

11

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

(maandbedragen in EURO's m.i.v. 1 april 2015) 

SCHAAL 

PN

11

12

13

14

15

16

17

18

19

  

PN

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

  

 

0

3158

3794

4236

4500

4839

5181

5733

6355

9603

  

0

1

3288

3925

4364

4655

5017

5389

5958

6597

  

  

1

2

3419

4054

4492

4809

5196

5597

6182

6838

  

  

2

3

3550

4182

4620

4964

5375

5806

6407

7079

  

  

3

4

3680

4310

4748

5118

5554

6014

6632

7321

  

  

4

5

3811

4438

4876

5273

5732

6222

6856

7562

  

  

5

6

3942

4566

5004

5428

5911

6430

7081

7803

  

  

6

7

4071

4694

5132

5583

6090

6638

7305

8045

  

  

7

8

4199

4822

5260

5738

6269

6847

7530

8286

  

  

8

9

4327

4950

5388

5892

6448

7055

7754

8528

  

  

9

10

4455

5078

5516

6047

6626

7263

7979

8769

  

  

10

11

4583

5207

5644

6201

6805

7472

8204

9011

  

  

11

Bijlage B

Salaris ambtenaar, bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016

 

Percentage van het maximumsalaris van SK 5, genoemd in bijlage A

  • a.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen door verenigingen enz. 12,194

  • b.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het medegebruik van lokaliteit in gemeentelijke schoolgebouwen in resp. Hoek van Holland en Pernis door verenigingen enz. 6,099

  • c.

    Ambtenaren belast met het toezicht op het gebruik van gemeentelijke sportterreinen en recreatieobjecten 7,732

  • d.

    Beiaardier, per bespeling 5,347

  • e.

    Gemeente-arts, te Hoek van Holland 10,098

  • f.

    Organist Raadhuis (150 bespelingen per jaar) 35,112

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 5

 

Eerste lid

Deze bepaling moet in samenhang met artikel 15 worden gelezen. Daarnaast is ook artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 van belang.

Uit het samenstel van deze bepalingen vloeit voort dat bij plaatsing in een functie met een lagere functionele salarisklasse en bij herwaardering van een functie naar een lager niveau er géén ontslag nodig is om de ambtenaar in de lagere functionele salarisklasse te plaatsen. Van belang hierbij is dat er in dergelijke gevallen in de regel sprake is van toekenning van een garantietoelage ter overbrugging van het verschil tussen de oude en de nieuwe inschaling.

 

Tweede lid

Instemming met herplaatsing in lager gewaardeerde functie met een bijbehorend lager salaris heeft voor ambtenaren die binnen 10 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, bij een gelijkblijvende aanstellingsomvang, geen gevolgen voor de pensioenopbouw. Een en ander is geregeld in artikel 3:5 van het Pensioenreglement.

Artikel 6

Onder promotie wordt zowel de bevordering naar een hoger gewaardeerde functie, als de overstap van de aanloopschaal (zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid) naar de functieschaal verstaan.

Artikel 9

Zolang de knelpunten op de arbeidsmarkt voortduren, kan de arbeidsmarkttoelage na afloop opnieuw worden toegekend voor een nieuwe periode van maximaal drie jaar.

Artikel 10

 

Eerste lid

De ambtenaar heeft geen recht op een waarnemingstoelage als het waarnemen van de hoger gewaardeerde functie een integraal onderdeel is van zijn functie, waarmee rekening is gehouden bij de beschrijving en waardering van die functie. Voorbeeld van een dergelijke situatie is de adjunct-directeur die de directeur vervangt tijdens kortdurende afwezigheid.

 

Tweede en derde lid

Met deze bepaling wordt beoogd dat de waarnemer – voor het deel van de functie dat wordt waargenomen – op het zelfde niveau wordt beloond als het geval zou zijn geweest indien hij/zij bij bevordering in de waar te nemen functie zou zijn aangesteld. Voor een juiste vaststelling van de toelage moet de betrokken ambtenaar volgens de geldende regels – fictief – worden ingeschaald in de functieschaal van de functie die wordt waargenomen. Het verschil tussen dat bedrag en het salaris van de ambtenaar wordt als waarnemingstoelage uitgekeerd.

Artikel 13

Met deze toelage wordt het zich beschikbaar houden voor werk buiten de voor de ambtenaar geldende werktijden beloond. Van beschikbaarheidsdienst die recht geeft op een toelage is sprake als het gaat om:

  • afgebakende periodes;

  • buiten de normale, voor de ambtenaar geldende werktijden,

  • waarin de medewerker beschikbaar is om onvoorzien, op afroep werkzaamheden te verrichten.

Afgebakende periodes: sommige functies brengen met zich mee dat men er altijd rekening mee moet houden dat men voor werk wordt opgeroepen maar dat men zelden of nooit daadwerkelijk wordt opgeroepen. Denk hierbij aan de ICT-medewerker die ’s nachts gebeld kan worden om het systeem te herstarten, of een beleidsmedewerker die onverwachte vragen van de raad moet beantwoorden. Hierbij gaat het om incidenten die bij het werk horen. De beschikbaarheidsdienst is voor onvoorziene maar niet-incidentele werkzaamheden. Daarom kent de Arbeidstijdenwet ook regels voor de beschikbaarheidsdienst. Deze kan op grond van artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet alleen in beperkte omvang en gedurende afgebakende periodes worden opgelegd.

 

Buiten de normale voor de ambtenaar geldende werktijden: in sommige functies is de medewerker tijdens de vastgestelde werktijd bereikbaar voor onvoorziene omstandigheden.

In dat geval is er geen sprake van beschikbaarheidsdienst in de zin van dit artikel.

 

Beschikbaar zijn: een medewerker die beschikbaarheidsdienst heeft, is verplicht om gehoor te geven aan een oproep om werkzaamheden te verrichten. Het is niet noodzakelijk dat deze werkzaamheden op de werkplek worden verricht; in voorkomende gevallen kan dat ook vanuit huis.

 

Ten aanzien van de vergoeding van de uren gedurende welke de ambtenaar tijdens deze beschikbaarheidsdienst – na een oproep daartoe – werkzaamheden heeft verricht, geldt dat de medewerker over alle tijdens deze dienst gewerkte uren recht heeft op een overwerkvergoeding op grond van artikel 18.

Artikel 16

De afbouwregeling heeft uitsluitend betrekking op de hier genoemde toelagen en niet op de andere in dit besluit genoemde uitkeringen, vergoedingen of vormen van variabele beloning.

Artikel 17

 

Eerste lid

Tot de genoemde taken worden ook de deelname aan opleiding en oefeningen gerekend.

 

Tweede lid

Het betreft hier een vaste standaardvergoeding waar alle BHV-activiteiten onder vallen.

Artikel 18

Van overwerk kan ook sprake zijn tijdens de gebruikelijke kantooruren. Voorbeeld: een ambtenaar die vanwege deeltijdwerk nooit op woensdag werkt, maar op een woensdag van 11.00 uur tot 16.00 uur moet overwerken, krijgt voor de op die woensdag gewerkte overuren een overwerkvergoeding van 25%.

Artikel 19

 

Eerste lid

Voor het bepalen van de datum van een ambtsjubileum wordt uitgegaan van de al dan niet aansluitende tijd – in voltijd en/of deeltijd – doorgebracht in een dienstverband bij een (destijds) bij het ABP aangesloten werkgever. Het is niet noodzakelijk dat de betrokken ambtenaar destijds ook zelf ABP-deelnemer is geweest. De tijd doorgebracht als vrijwilliger bij de brandweer telt niet mee, evenals onbetaalde banen, werkervaringsovereenkomsten of stages.

 

Derde lid

Een proportionele ambtsjubileumgratificatie wordt alleen verstrekt bij reorganisatieontslag, of bij ontslag op grond van arbeidsongeschiktheid voor 80% of meer. Alleen bij reorganisatie is gedeeltelijk ontslag mogelijk en kan het dus voorkomen dat een proportionele ambtsjubileumgratificatie verstrekt moet worden naar rato van het aantal uren waarvoor ontslag is verleend.

Artikel 20

Dit artikel moet worden gezien in samenhang met artikel 8. Samen vormen deze artikelen de basis voor een variabel beloningsbeleid, bijzondere prestaties, uitstekend functioneren en/of flexibele (projectmatige) inzet van medewerkers extra kan worden beloond. Dit in tegenstelling tot het toekennen van extra periodieken (artikel 4, derde lid) die structureel van karakter zijn, en tot gevolg hebben dat de ambtenaar sneller het maximum van de salarisschaal bereikt.

Dit gemeenteblad 2015, nummer 188, is uitgegeven op 19 november 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven