Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 115196 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 115196 | Overige besluiten van algemene strekking |
Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Buitenruimte en Sport van 17 november 2015 met kenmerk: 1801419;
gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;
Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016
Artikel 2 Uitvoering periodieke salarisverhoging
In afwijking van artikel 4, eerste lid, van het Salarisbesluit wordt het salaris van de ambtenaar, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Salarisbesluit binnen de salarisschaal die voor hem geldt, verhoogd tot het naasthogere bedrag, als op grond van zijn functioneren verwacht wordt dat hij binnen redelijke termijn in staat zal zijn om zijn betrekking volledig en naar behoren te vervullen.
Artikel 3 Uitvoering bevordering
Indien de ambtenaar door promotie als bedoeld in artikel 6 van het Salarisbesluit overgaat naar een hogere salarisschaal, wordt het salaris verhoogd tot het naasthogere bedrag in die salarisschaal. Als die verhoging minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naasthogere salaris in dezelfde schaal, of - ingeval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet - 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naastlagere salaris in dezelfde schaal, dan vindt vermeerdering van salaris plaats tot het salaris dat direct volgt op het naasthogere salaris.
Artikel 6 Uitvoering inconveniëntentoelage
Op de ambtenaar die niet vermijdbare zware, onaangename of gevaarlijke arbeid verricht als bedoeld in artikel 14 van het Salarisbesluit is de regeling van toepassing die is opgenomen in de bijlage A bij dit besluit.
Artikel 7 Uitvoering garantietoelage
De ambtenaar als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, ontvangt vanaf de datum waarop hij in de andere betrekking wordt geplaatst een salaris dat verbonden is aan de nieuwe functionele salarisschaal, aangevuld met een garantietoelage ter hoogte van het verschil tussen het oude en nieuwe salarisniveau.
De garantietoelage wordt in voorkomende gevallen bij vereist functioneren jaarlijks verhoogd met een bedrag dat overeenkomt met een periodieke salarisverhoging binnen de oude functionele salarisschaal, totdat het maximumsalaris van de oude functionele salarisschaal is bereikt. Indien de ambtenaar het maximum van de nieuwe functionele salarisschaal nog niet had bereikt, worden de periodieke salarisverhogingen binnen de nieuwe functionele salarisschaal in mindering gebracht op de garantietoelage.
Artikel 7a Uitvoering afbouwtoelage
Op de afbouwtoelage als bedoeld in artikel 16 van het Salarisbesluit worden salarisverbeteringen, met uitzondering van nog te doorlopen periodieken in de functionele salarisschaal en algemene salarisherzieningen, in mindering gebracht.
Artikel 8 Uitvoering beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties
Het in artikel 20 van het Salarisbesluit bedoelde bedrag wordt bruto uitgekeerd en bedraagt ten minste € 70,- en ten hoogste € 4.000,-.
De ambtenaar die op 31 december 2015 in dienst was en voor wie het totaal van de toegekende salaristoelagen als gevolg van de invoering van het Salarisbesluit op 1 januari 2016 lager wordt, heeft recht op een Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit.
De ambtenaar die op 31 december 2015 recht heeft op een persoonlijke prestatietoelage (PPT) als bedoeld in artikel 9 van het Bezoldigingsbesluit zoals dat toen gold, behoudt het recht op deze toelage indien en voor zo lang aan de gestelde voorwaarden voor die PPT wordt voldaan. Voor intrekking van de PPT en wijziging van het percentage zijn de bepalingen van artikel 9 van het Bezoldigingsbesluit, zoals dat toen gold, onverkort van toepassing. De ambtenaar bedoeld in dit lid heeft geen recht op de functioneringstoelage als bedoeld in artikel 8 van het Salarisbesluit.
In aanvulling op het vorige lid ontvangt de medewerker die op 31 december 2015 een persoonlijke prestatietoelage als bedoeld in artikel 9 van het Bezoldigingsbesluit 1993 zoals deze bepaling op 31 december 2015 gold, genoot en in 2016, 2017, 2018, 2019 of 2020 overwerk verricht een opslag over het bedrag aan vergoeding voor overwerk dat hij in de genoemde jaren heeft verricht. Deze opslag wordt achteraf en eenmaal per jaar in januari uitbetaald, voor het eerst in 2017 en voor het laatst in 2021. De opslag wordt uitbetaald als de medewerker op het moment dat de hoogte ervan wordt vastgesteld nog steeds een persoonlijke prestatietoelage geniet en bedraagt 4, 8 of 12% van het over het voorgaande jaar uitbetaalde bedrag aan vergoeding voor overwerk. Het toegepaste percentage komt overeen met het percentage aan persoonlijke prestatietoelage dat de betreffende medewerker op 31 december 2015 genoot.
In aanvulling op het eerste lid ontvangt de medewerker die op 31 december 2015 een garantietoelage als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel s, sub 1, 2 of 3, van het Ambtenarenreglement zoals deze bepaling op 31 december 2015 gold, genoot en in 2016, 2017, 2018, 2019 of 2020 overwerk verricht een opslag over het bedrag aan vergoeding voor overwerk dat hij in de genoemde jaren heeft verricht. Deze opslag wordt achteraf en eenmaal per jaar in januari uitbetaald, voor het eerst in 2017 en voor het laatst in 2021. De opslag wordt uitbetaald als de medewerker op het moment dat de hoogte ervan wordt vastgesteld nog steeds deze garantietoelage geniet en komt overeen met 9% van het bedrag aan vergoeding voor overwerk dat de medewerker over het voorgaande kalenderjaar heeft ontvangen.
Het gestelde in het vorige lid is ook van toepassing op medewerkers die op 31 december 2015 een harmonisatie garantietoelage genoten, met uitzondering van de hoogte van de opslag. Voor de harmonisatie garantietoelage wordt de hoogte van de opslag individueel vastgesteld. De opslag wordt bepaald door de verhouding tussen de hoogte van de harmonisatie garantietoelage en het voor de betreffende medewerker geldende schaalbedrag op 31 december 2015 in een percentage uit te drukken.
Het gestelde in het derde lid is eveneens van toepassing op medewerkers die op 31 december 2015 een garantietoelage PPT of een harmonisatietoelage PPT genoten, met uitzondering van de hoogte van de opslag. Voor toelagen die nominaal zijn vastgesteld wordt de hoogte van de opslag individueel bepaald, door de verhouding tussen de hoogte van de garantietoelage PPT of de harmonisatietoelage PPT en het voor de betreffende medewerker geldende schaalbedrag op 31 december 2015 in een percentage uit te drukken. Voor toelagen die zijn vastgesteld in de vorm van een percentage wordt dat percentage als opslag gehanteerd.
Bij samenloop van de in het tweede tot en met vijfde lid genoemde toelagen bestaat recht op het totaal van de opslagen. Dit totaal wordt verlaagd met de vermindering van de in het tweede tot en met vijfde lid genoemde toelagen die het gevolg zijn van onderlinge verrekening op de peildatum 31 december 2015.
Voor de ambtenaar die op 31 december 2015 in dienst was, valt de Rotterdamse eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 36a van het Ambtenarenreglement zoals dat toen gold, onder het overgangsrecht als bedoeld in artikel 15.
De in de artikelen 13 en 14 bedoelde overgangsrechten worden bij elkaar opgeteld. Dit leidt tot de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit.
De Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit is een vast jaarbedrag dat in 12 maandelijkse termijnen wordt uitbetaald.
Wanneer de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit lager is dan € 120,- per jaar (op basis van een fulltime aanstelling) wordt deze afgekocht met een eenmalig bedrag ter waarde van vijf jaar.
Bij beëindiging van het dienstverband in de loop van een kalenderjaar wordt de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit naar rato uitgekeerd.
Bij een verkleining van de omvang van het dienstverband wordt de hoogte van de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit naar evenredigheid aangepast.
Bij een vergroting van de omvang van het dienstverband wijzigt de hoogte van de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit niet.
Burgemeester en wethouders kunnen aanvullende afspraken maken over de afkoop en de uitbetaling in termijnen van de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit.
Voor de ambtenaar die op grond van het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1973 zoals dat op 31 december 2015 gold uiterlijk op 31 december 2020 recht zou hebben gehad op een ambtsjubileumgratificatie die voor hem gunstiger zou zijn dan de jubileumtoelage van artikel 19 van het Salarisbesluit, ontvangt een ambtsjubileumgratificatie op basis van het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1973.
Bijlage A bevattende de regeling voor ambtenaren die niet vermijdbare zware, onaangename of gevaarlijke arbeid verrichten als bedoeld in artikel 14 van het Salarisbesluit
In deze regeling wordt verstaan onder:
bezwarende arbeidsomstandigheden tijdens de uitoefening van de functie, die niet opgeheven kunnen worden door toepassing van middelen of andere oplossingen, die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de werknemer maar die binnen de grenzen van toelaatbaarheid volgens geldende (wettelijke) normen en voorschriften blijven;
De ambtenaar in werkelijke dienst, die tijdens het verrichten van zijn arbeid feitelijk inconveniënten ondergaat, heeft aanspraak op een vergoeding, overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen. De aanspraak op vergoeding is situatiegebonden en eindigt wanneer de situatie zich niet meer voordoet.
Bijlage B bevattende de vergoedingspercentages voor overwerk, verricht in de kalenderjaren 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020
De uren waarop in de kalenderjaren 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020 overwerk is verricht worden vergoed tegen de onderstaande percentages van het uurloon:
Artikelsgewijze toelichting overgangsrecht
a. Bestaande garantietoelage en afbouwtoelagen
Toelagen – ongeacht de benaming – die naast het salaris structureel onderdeel uitmaken van het vaste inkomen van de betreffende ambtenaar en van oorsprong bedoeld zijn om een terugval in salaris of emolumenten en toelagen op te vangen, komen bij invoering van het nieuwe Salarisbesluit niet te vervallen. De toelage is onderdeel van het salaris en wordt daarom niet meegenomen in de Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit (hierna: TOR) zoals geregeld in dit overgangsrecht.
Deze toelagen worden gecontinueerd na invoering van het Salarisbesluit per 1 januari 2016 en vinden vanaf dat moment hun grondslag in artikel 5.
‘Onder de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend’ geeft aan dat de afspraken die golden bij toekenning (indexatie, duur, afbouw) ook na 1 januari 2016 van toepassing blijven.
b. Tijdelijke toelage met schr iftelijke overeengekomen einddatum
Een tijdelijke toelage die niet meer kan worden gebaseerd op een bepaling in het Salarisbesluit, dan wel een toelage (anders dan een garantietoelage) met een hogere grondslag en die zich niet leent om te worden opgenomen in de TOR, kan eveneens worden voortgezet volgens de condities zoals die golden op het moment dat zij werd vastgesteld.
Voorwaarde is dat de toelage tijdelijk is en dat de einddatum of gebeurtenis tijdens welke de tijdelijke toelage wordt betaald schriftelijk is vastgelegd.
Een voorbeeld hiervan is de tijdelijke persoonlijke toelage van artikel 13 van het Bezoldigingsbesluit 1993. Opname in de TOR zou er toe leiden dat deze evident als tijdelijk bedoelde toelage eeuwig in een TOR wordt vervat. Dus tijdelijke toelagen met een schriftelijk vastgelegde einddatum lopen gewoon door conform de afspraken en tot de vastgelegde einddatum.
c. Berekeningsgrondslag voor eindejaarsuitkering en werkgeverstoelage levensloop
Het salarisbegrip zoals dat tot 1 januari 2016 gold is breder dan het salarisbegrip zoals dat vanaf 1 januari 2016 geldt. Voor medewerkers die een toelage als PPT, garantietoelage, TPT, arbeidsmarkttoelage of een aanvulling tot het wettelijk minimumloon genieten, heeft dit consequenties voor de hoogte van de eindejaarsuitkering en werkgeverstoelage levensloop.
Voor de medewerkers die op 31 december 2015 in dienst van de gemeente Rotterdam zijn gekomen, blijft de oude berekeningsgrondslag (van vóór 1 januari 2016) voor de eindejaarsuitkering en werkgeverstoelage levensloop gelden. Voor medewerkers die op of na 1 januari 2016 in dienst komen, geldt dat alleen het schaalbedrag in de berekeningsbasis is opgenomen.
In het Salarisbesluit (artikel 18) geldt gedurende een aantal tijdvakken een ander vergoedingspercentage voor overwerk dan in het Bezoldigingsbesluit was opgenomen. Daarnaast is er sprake van een andere berekeningsgrondslag, omdat in het Salarisbesluit alleen het schaalbedrag (herleid tot een uurloon) als berekeningsgrondslag voor de overwerkvergoeding dient en toelagen als de PPT en de garantietoelage niet meer meetellen.
Als overgangsregeling is afgesproken dat vanaf 2016 de berekeningsgrondslag voor de overwerkvergoeding gebaseerd wordt op het Salarisbesluit, maar in 2016 de vergoedingspercentages nog niet worden gewijzigd. Vanaf 2017 worden de verschillen tussen de oude en de nieuwe vergoedingspercentages in vijf stappen afgebouwd.
Daarnaast ontvangen de medewerkers die een PPT of een garantietoelage (genieten gedurende een periode van vijf jaar een compensatie voor de verlaging van de grondslag van het overwerk waarmee zij te maken kunnen krijgen.
Medewerkers met een PPT ontvangen gedurende vijf jaar een opslag, toe te kennen over het bedrag dat zij aan overwerkvergoeding hebben ontvangen over het voorgaande jaar. Deze opslag is een bedrag ineens en wordt voor het eerst toegekend in januari 2017 en voor het laatst in januari 2021.
Om voor deze opslag in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:
Voor medewerkers met een PPT van 4% is de opslag 4%, voor medewerkers met een PPT van 8% is deze opslag 8% en voor medewerkers met een PPT van 12% is deze opslag 12%.
Medewerkers met een garantietoelage
Medewerkers met een garantietoelage ontvangen ook gedurende vijf jaar een opslag over het bedrag dat zij aan overwerkvergoeding hebben ontvangen over het voorgaande jaar. Ook een bedrag ineens, voor het eerst toe te kennen in januari 2017 en voor het laatst in januari 2021.
Om voor deze opslag in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:
In geval van samenloop van toelagen worden de diverse opslagpercentages bij elkaar opgeteld. Daarbij vindt nog wel verrekening plaats als bijvoorbeeld een garantie wordt verrekend met een tijdelijke prestatietoelage (TPT) die nog loopt.
In de artikelen 13 en 14 is een berekeningsmethode vastgelegd die recht doet aan het uitgangspunt dat de nieuwe salarisregeling geen bezuinigingsmaatregel is. Medewerkers worden gecompenseerd voor een eventuele teruggang in beloning.
De medewerkers die in dienst waren vóór 1 januari 2016 worden gecompenseerd met een TOR.
De Toelage Overgangsrecht Salarisbesluit bestaat uit twee delen:
De TOR bestaat weliswaar uit twee delen, maar er is geen sprake van twee verschillende toelagen. De TOR 1 (artikel 13) en de TOR 2 (artikel 14) zijn feitelijk twee stappen die na elkaar moeten worden gezet om per medewerker de hoogte van de TOR te bepalen.
Voor de berekening van de TOR 2 worden de in 2016 te werken roosters fictief gekoppeld aan de toelagen van het nieuwe Salarisbesluit. Vervolgens wordt het eindbedrag vergeleken met het bedrag dat op basis van de oude regelgeving aan toelagen en zou worden betaald in 2016. Wanneer het nieuwe bedrag lager is, wordt het verschil opgenomen als TOR 2.
De TOR 1 en de TOR 2 worden bij elkaar opgeteld. Als de TOR 1 leidt tot een bedrag van 150 euro per jaar en de TOR 2 – omdat bijvoorbeeld de toelagen onregelmatige dienst van de nieuwe regeling hoger zijn dan de oude toelagen - tot een negatief bedrag van 25 euro, dan is de TOR: 150 euro (- 25 euro) = 125 euro. De TOR is een nominaal bedrag. De TOR telt mee in de pensioengrondslag maar is geen salaristoelage en geen grondslag voor eindejaarsuitkering, vakantietoelage of levenslooptoelage.
Met deze bepaling wordt gedoeld op de situatie waarin het inkomen van de medewerker na invoering van het nieuwe Salarisbesluit stijgt, bijvoorbeeld door promotie of een nieuw rooster met een hogere toelage onregelmatige dienst. De inkomensstijging wordt niet verrekend met de TOR van de medewerker.
Het bedrag van € 120,- geldt bij een fulltime dienstverband. Bij deeltijd wordt dit grensbedrag naar rato verlaagd.
Bij de overgang naar het Uitvoeringsbesluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Rotterdam 2016 wordt eenmalig bepaald of de TOR het drempelbedrag van € 120,- bedraagt.
De TOR volgt de verkleining van de omvang van de aanstelling. Bij een vergroting van de aanstelling wordt de TOR niet verhoogd.
De ambtsjubileumgratificatie kent een eigen overgangsbepaling. Het betreft de afspraak dat medewerkers die uiterlijk op 31 december 2020 recht hebben op een ambtsjubileumgratificatie op grond van het Gratificatiebesluit ambtsjubilea 1973, deze ambtsjubileumgratificatie ontvangen conform de laatstgenoemde regeling. Dat betekent ook dat de in die regeling vastgestelde criteria gelden voor de bepaling of het relevante aantal jaren is behaald.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 190, is uitgegeven op 19 november 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-115196.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.