Besluit wijziging regelgeving horecabedrijven (toelichting in bijlage)
De Burgemeester van Utrecht,
Gelet op artikel 2, derde en vijfde lid, en artikel 6, eerste lid, van de Horecaverordening Utrecht 2013, en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;
 
Besluit:
  • I.
    dat de vergunningplicht voor de volgende soorten (horeca)bedrijven in de gehele gemeente niet geldt:
    • a.
      horecabedrijven mét Drank- en Horecawetvergunning, maar zonder terras;
    • b.
      Sportkantines mét Drank- en Horecawetvergunning, maar zonder terras;
    • c.
      lunchrooms, ijssalons en koffiebars mits alcoholvrij, zich houdend aan de Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening 2012 en zonder terras;
    • d.
      buurthuizen;
    • e.
      kinderboerderijen en educatieve tuinen;
    • f.
      horecabedrijven gelegen in een overdekt winkelcentrum m.u.v. coffeeshops;
    • g.
      congrescentra;
    • h.
      tuincentra;
    • i.
      supermarkten met dranken of spijzen voor directe consumptie;
    • j.
      openbare kantoorkantines;
    • k.
      zorginstellingen;
    • l.
      begrafenisondernemingen;
    • m.
      begraafplaatsen;
    • n.
      crematoria en;
    • o.
      sport- en fitnessscholen waarbij additioneel aan de hoofdfunctie sportdrankjes worden verkocht;
    • p.
      winkels met additionele horeca;
 
II. dat het bepaalde in de Horecaverordening 2013, m.u.v. de vergunningplicht zoals opgenomen in artikel 2 lid 1, onverkort van toepassing is op de horecabedrijven die op grond van dit besluit exploitatievergunningvrij zijn;
 
III. dat bij ongewijzigde overname van een horecabedrijf het terras wordt vergund conform de vorige vergunning indien de aanvrager hierom verzoekt;
 
IV. dat de genoemde bepalingen onder I, II en III niet van toepassing zijn op/bij:
  • 1.
    bedrijven die zich willen vestigen op locaties waar eerder een exploitatievergunning is ingetrokken, dan wel het bedrijf is gesloten door het bevoegd bestuursorgaan;
  • 2.
    bedrijven waarvan de leidinggevende(n) vermeld stond(en) op een exploitatievergunning die door het bevoegd gezag is ingetrokken dan wel geweigerd;
  • 3.
    locaties waarvoor inmiddels ook een aanvraag om een exploitatievergunning is ingediend voor een bedrijf van andere aard;
  • 4.
    voor bedrijven waarvan de leidinggevende(n) evident van slecht levensgedrag is/zijn;
  • 5.
    in door de burgemeester aangewezen gebieden;
 
V. dat de aanvraag om exploitatievergunning geschiedt door middel van door dit besluit vastgestelde formulieren;
 
VI dat het 'Besluit wijziging vergunningplicht horecabedrijven' van 5 maart 2013 wordt ingetrokken;
 
VII dat dit besluit in werking treedt een dag na publicatie in het Gemeenteblad.
 
Utrecht, 3 februari 2015
Burgemeester van Utrecht
 
Naar boven