Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen

het voorstel van de concerndirecteur cluster Stadsontwikkeling d.d. 16-11-2015;

 

gelet op:

  • Verkeersbesluit Milieuzone Rotterdam 2016 d.d. 16-11-2015, of zoals nadien gewijzigd;

  • Wegenverkeerswet 1994 (Wvw), onder meer artikel 149 lid 1 sub d, of zoals nadien gewijzigd;

  • Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (staatsblad 1990, 459, 26-07-1990, zoals nadien gewijzigd) (RVV ’90), onder meer artikel 62 en 87 of zoals nadien gewijzigd;

  • Regeling tot uitvoering de hoofdstukken II en VI van de Wegenverkeerswet 1994 (Regeling voertuigen) of zoals nadien gewijzigd;

  • Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) of zoals nadien gewijzigd;

  • Algemene wet bestuursrecht (Awb), onder meer artikel 1:3 en titel 4.3, of zoals nadien gewijzigd;

  • Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 (MVMR) en het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2012 (BOOO) (Gemeenteblad 2012-53 of zoals nadien gewijzigd);

  • Het Convenant tot derde aanvulling en wijziging van het Convenant Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering of zoals nadien gewijzigd danwel verlengd;

  • De in de gemeenteraad van Rotterdam op 28 mei 2015 vastgestelde Koersnota Luchtkwaliteit dd 29 april 2015;

  • Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam september 2013 of zoals nadien gewijzigd (gemeenteblad 2013, 124);

  • Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015, (gemeenteblad 2014, 183 of zoals nadien gewijzigd);

  • Nadere regels subsidie demontage personen- en bestelauto’s 2014 (Gemeenteblad 2014, 40 of zoals nadien gewijzigd).

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016

(Beleidsregels), ten behoeve van de beoordeling van aanvragen voor ontheffingen van de Milieuzone in Rotterdam voor zover deze is ingesteld per verkeersbesluit zoals bedoeld in artikel 1 onder 7 van deze Beleidsregels.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

1. Vrachtauto:

voertuig(en), als bedoeld in artikel 1 van het RVV ’90 onder de definitie aldaar van vrachtauto.

 

2. Bestelauto:

voertuig(en), als bedoeld in artikel 1 van het RVV ’90 onder de definitie aldaar van bestelauto en/of bedrijfsauto met dien verstande dat de toegestane maximum massa van de bedrijfsauto niet meer bedraagt dan 3.500 kg.

 

3. Personenauto:

voertuig(en), als bedoeld in artikel 1 van het RVV ’90 onder de definitie aldaar van personenauto.

 

4. Bijzonder voertuig:

Conform de terminologie van de basisregistratie Voertuigen (BRV) van de RDW, worden als bijzonder voertuig aangemerkt:

  • a.

    gepantserd voertuig, brandweerwagen, bergingsvoertuig, servicewagen, verhuisauto, reinigingswagen, zuigwagen/kolkenzuiger, hoogwerker, takelwagen, kraanvoertuig/ kraanwagen, wagen met zware laadkraan, betonmixer/betonmolen, betonpomp, winkelauto, kermiswagen en circuswagen steeds in de zin van het Besluit van 16 juni 1994, houdende uitvoering van de Wegenverkeerswet, Staatsblad 1994, 450, (Voertuigreglement, of zoals nadien gewijzigd), en/of in de zin van www.cbs.nl, alsmede het voertuig dat als zodanig door de Stuurgroep Stimulering Schone Vrachtauto’s en Milieuzonering wordt aangewezen en de mobiele kraan;

  • b .

    voertuig voor exceptioneel transport voor zover het een voertuig betreft dat ingezet wordt voor het vervoer van ondeelbare lading en waarvoor een geldige RDW ontheffing vereist is.

 

5. Datum van eerste toelating (DET):

de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen, zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW). Deze datum staat op het kentekenbewijs Deel 1A, bij code B.

 

6. Euronorm IV:

de norm voor voertuigen die voldoen aan Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking (PublicatieBlad 2005, L 275), in het bijzonder aan de grenswaarden in rij B1 van de tabellen in punt 6.2.1 van bijlage I bij die richtlijn.

 

7. Milieuzone:

een ruimtelijk begrensd gebied dat is gelegen binnen het binnenstedelijk gebied van een gemeente, waar om reden van leefbaarheid, in het bijzonder milieuhinder met betrekking tot lucht en geluid, een selectief toelatingsbeleid voor voertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder, dat is ingesteld bij verkeersbesluit door middel van de zonaal uitgevoerde C6z en C6ez, (Gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen) met op onderborden aangegeven voor welke motorvoertuigen met welke brandstofmotoren deze borden gelden, volgens bijlage I van het RVV ’90.

 

8. Om medische redenen aangepast voertuig:

voertuig met een aantoonbare aanpassing om medische redenen.

 

9. Oldtimer:

voertuig met een DET van 40 jaar en ouder, zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW) of voor in het buitenland geregistreerde voertuigen door melding van het kenteken door middel van het overleggen van het kentekenbewijs in het registratiesysteem van de gemeente Rotterdam;

 

10. Bedrijfstimer:

een personen- of bestelauto, niet zijnde een oldtimer, met een DET van 25 jaar tot 40 jaar.

 

11. Bedrijf:

Een zelfstandige rechtsvorm met winstoogmerk; ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

12. Particuliere eigenaar:

Een natuurlijke persoon niet in de functie van een bedrijf.

 

13. Inwoner van Rotterdam / Milieuzone Rotterdam :

persoon die blijkens de gemeentelijke basisadministratie woont op een adres in gereguleerd gebied of op een geregistreerd binnenvaartuig in gereguleerd gebied;

 

14. Right to challenge :

het recht om aan te tonen dat een personen- of een bestelauto voor ontheffing in aanmerking komt omdat deze aantoonbaar even schoon danwel schoner is dan op basis van de DET mag worden verwachtin termen van NOx- en elementair koolstof-uitstoot, en die even schoon danwel schoner is dan de voertuigen die zich op basis van de DET volgens de bebording van de Milieuzone mogen begeven in de Milieuzone;

 

15. Foodtruck:

Een motorvoertuig uitsluitend ingericht voor de verkoop van etenswaar en/of dranken.

Artikel 2 Dagontheffingen

Het college kan op aanvraag dagontheffing verlenen aan alle voertuigen die niet voldoen aan het toelatingseisen van de Milieuzone onder de navolgende voorwaarden en beperkingen:

  • a.

    Ontheffingen op grond van dit artikel worden per kenteken aangevraagd en verleend voor de duur van telkens 24 uur geldend vanaf het tijdstip dat bij de aanvraag is aangegeven, deze kan niet in het verleden liggen;

  • b.

    Per kenteken worden per kalenderjaar maximaal 12 dagontheffingen verleend;

Artikel 3 Ontheffing bijzonder voertuig

  • 1.

    Motorvoertuigen die, blijkens het kenteken en/of indien niet als zodanig geregistreerd bij de RDW blijkens aanvullend bewijs van tenminste 3 foto’s van het voertuig waarvan minimaal:

    • 1 foto waarop het kenteken duidelijk zichtbaar is èn

    • minimaal 1 foto op basis waarvan eenduidig is vast te stellen dat het om het als zodanig kenbare bijzondere voertuig gaat door een duidelijke foto van de inrichting, tot de in artikel 1lid 4 sub a genoemde bijzondere voertuigen behoren èn

    • waarvan de toelating in de Europese Unie blijkens het kenteken niet ouder is dan 13 jaar, te rekenen vanaf de DET, zijn ontheven van de Milieuzone.

  • 2.

    Vrachtauto’s die blijkens het kenteken tot de in artikel 1 lid 4 sub b genoemde bijzondere voertuigen behoren en waarvan de toelating in de Europese Unie blijkens het kenteken niet ouder is dan 13 jaar verlenen wij na aanmelding van het kenteken van het trekkende voertuig èn onder vermelding van RDW-klantnummer en e-mailadres, ontheffing van de Milieuzone met uitzondering van die gevallen als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub b van deze Beleidsregels.

Artikel 4 Langdurige ontheffingen

Het college kan op aanvraag op kenteken en onder de navolgende voorwaarden en beperkingen een langdurige ontheffing verlenen van de Milieuzone aan:

  • 1.

    Een eigenaar van ten behoeve van zijn/haar (en/of zijn/haar partner, gezins- of familieleden wonende op hetzelfde adres), ommedische redenen aangepaste motorvoertuig ènwaarvan één van de eerder genoemde personen tevensin het bezit is van een Europese gehandicapten Parkeerkaartmet de vermelding B, indien:

    • a.

      de eigenaar inwoner is van de gemeente Rotterdam of een aantoonbaar vast werk- of studieadres heeft in de Milieuzone in de gemeente Rotterdam en aantoont dat deze specifieke omstandigheden ontheffing noodzakelijk maken.

    • b.

      de aanpassing van het motorvoertuig minimaal €500,- heeft gekost.

    • c.

      het voertuig dient voor 1 juni 2015 tenaamgesteld te zijn op naam van de aanvrager;

    • d.

      bij de afweging tot het verlenen van een langdurige ontheffing bedoeld onder lid 1 spelen verder een rol:

      • i.

        de noodzaak voor de aanvrager om met het betreffende voertuig in de zone te zijn, èn

      • ii.

        de voorhanden zijnde alternatieven, èn

      • iii.

        de te verwachten frequentie van het binnentreden van de Milieuzone bedraagt 7x of meer binnen één jaar vanaf datum aanvraag, èn

      • iv.

        de aanvraag van de aanpassing van het motorvoertuig dient aantoonbaar te zijn gedaan voor de ingangsdatum van deze Beleidsregels;

    • e.

      daartoe kunnen bijvoorbeeld de volgende documenten ter bewijs van bovenstaande worden gevraagd: een kopie van het kentekenbewijs, de Europese gehandicapten Parkeerkaart met vermelding B, een recente loonstrook, een inschrijving voor een studie met de locatie, een bon van een garagebedrijf, van een gespecialiseerd bedrijf in voertuigaanpassingen voor gehandicapten of van een dealer.

  • 2.

    Een eigenaar van een Bedrijfstimer, indien het motorvoertuig aantoonbaar zelf door zijn uitstraling en karakter de aard van het bedrijf vormt èn als bedrijf kan worden aangemerkt, te denken valt aan foodtrucks, ijscokarren, trouwauto`s e.d.

    • A.

      Langdurige ontheffingen onder lid 2 worden verleend voor de duur van telkens één jaar;

    • B.

      bij de afweging tot het verlenen van een langdurige ontheffing bedoeld onder lid 2 spelen onder meer een rol:

      • a.

        de noodzaak voor de aanvrager om met het betreffende voertuig in de zone te zijn, èn

      • b.

        de voorhanden zijnde alternatieven, èn

      • c.

        de te verwachten frequentie van het binnentreden van de Milieuzone bedraagt 7x of meer binnen één jaar vanaf datum aanvraag, èn

      • d.

        het voertuig dient voor 1 juni 2015 tenaamgesteld te zijn op naam van de aanvrager èn het bedrijf moet aantoonbaar zijn opgestart voor de ingangsdatum van deze Beleidsregels;

    • C.

      daartoe moeten ter bewijs van bovenstaande tenminste 2 of 3 foto’s van het voertuig worden bijgevoegd, waarvan minimaal1 foto waarop het kenteken samen met het voertuig duidelijk zichtbaar is èn 1 foto van een zijaanzicht van het voertuig en, indien van toepassing bijvoorbeeld voor een foodtruck 1 foto van de inrichting,

    • D.

      daartoe kunnen verder bijvoorbeeld de volgende documenten ter verder bewijs van bovenstaande worden gevraagd: contract(en), rittenstaten, standplaatsvergunning(en), marktvergunning(en), een kopie van het kentekenbewijs.

  • 3.

    Een eigenaar van een motorvoertuig die deze bedrijfsmatig in gebruik heeft, indien die eigenaar inwoner is van de gemeente Rotterdam en/of aantoonbaar vast werk heeft in de Milieuzone in de gemeente Rotterdam, en aantoont dat bedrijfseconomische omstandigheden dit noodzakelijk maken;

    • 1.

      Langdurige ontheffingen onder lid 3 worden verleend voor de duur van één jaar;

    • 2.

      Bij de afweging tot het verlenen van een langdurige ontheffing bedoeld onder lid 3 spelen onder meer een rol:

      • i.

        de noodzaak voor de aanvrager om met het betreffende voertuig in de zone te zijn, èn

      • ii.

        de te verwachten frequentie van het binnentreden van de Milieuzone bedraagt 7x of meer binnen één jaar vanaf datum aanvraag, èn

      • iii.

        de voorhanden zijnde alternatieven, binnen en buiten het eigen bedrijf, èn

      • iv.

        dat het werk voor het ingaan van deze Beleidsregels is aangenomen en het voertuig dient voor 1 juni 2015 tenaamgesteld te zijn op naam van de aanvrager èn

      • v.

        de financiële mogelijkheden van de ondernemer; de ondernemer dient aan te tonen door het indienen van jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar, dat de ondernemer financieel geen mogelijkheden heeft om aan de vereisten van de Milieuzone te voldoen;

    • 3.

      daartoe moeten de volgende documenten ter bewijs van bovenstaande worden bijgevoegd: de jaarrekeningen van de afgelopen 3 jaar, een overzicht van het motorvoertuigenpark van (het bedrijf) van de aanvrager of waarbij deze werkzaam is;

    • 4.

      daartoe kunnen bijvoorbeeld de volgende documenten ter bewijs van bovenstaande worden gevraagd: contract(en), rittenstaten, standplaatsvergunning(en), marktvergunning(en), kentekenbewijs, offerte van de leverancier van het voertuig inclusief eventueel noodzakelijke kostbare aanpassingen aan het motorvoertuig.

  • 4.

    Een eigenaar van een personen- of bestelauto, wanneer die bestelauto vervangen wordt door een nieuwe bestelauto die uitsluitend elektrisch wordt aangedreven, danwel op uitsluitend aardgas rijdt, maar die nog niet is geleverd;

    • 1.

      langdurige ontheffingen onder lid 2 worden verleend voor de duur van maximaal één jaar;

    • 2.

      deze mogelijkheid tot ontheffing vervalt per 01 mei 2016;

    • 3.

      daartoe moeten de volgende documenten ter bewijs van bovenstaande worden bijgevoegd: een bewijs van aankoop in de vorm van een opdrachtbevestiging met verwachte levertijd van het aangekochte voertuig.

  • 5.

    Eigenaren van personen- en bestelauto’s die hebben aangetoond in het kader van 'Right tochallenge' aan de definitie genoemd in artikel 1 lid 14 te voldoen, kunnen op aanvraag worden ontheven van de Milieuzone als genoemd in het verkeersbesluit. Een eigenaar kan dit aantonen door het typekeuringsrapport dat is verkregen naar aanleiding van onderzoeken van bevoegde typekeuringsinstanties (bijv. de RDW of TNO) te overleggen.

Artikel 5 Overige ontheffingen

  • 1.

    Vrachtauto’s die blijkens het kenteken niet op diesel kunnen rijden zijn ontheven van de Milieuzone.

  • 2.

    Voor (vracht)auto’s die door of namens een overheidsinstantie worden ingezet voor de uitvoering van een wettelijke- en/of overheidstaak (daaronder mede verstaan voertuigen ingezet voor de verkeersveiligheid of de doorstroming van wegen) en die blijkens het kenteken niet ouder zijn dan 13 jaar, zijn op aanmelding van het kenteken ontheven van de Milieuzone gelijk de bijzondere voertuigen uit artikel 3 van deze Beleidsregels.

  • 3.

    Motorvoertuigen die voorzien zijn van een handelaarskenteken als bedoeld in artikel 3 en onder sub a van het Kentekenreglement zijn ontheven van de Milieuzone.

  • 4.

    Oldtimers, als bedoeld onder artikel 1 lid 11 van deze Beleidsregels zijn ontheven van de Milieuzone.

  • 5.

    Personen- en bestelauto’s die blijkens de voertuiggegevens van de Basisregistratie Voertuigen van de RDW de aanduiding E2, K6-G of U9 hebben verkregen zijn ontheven van de Milieuzone.

  • 6.

    Eigenaren van motorvoertuigen die een subsidie hebben aangevraagd in het kader van de Nadere regels subsidie demontage personen- en bestelauto’s 2014 en in afwachting zijn van de procedure, zijn ontheven van de Milieuzone als genoemd in het verkeersbesluit voor de periode dat de subsidieaanvraag is ingediend tot en met het moment dat de demontageverklaring die benodigd is voor de vaststelling van de subsidie is ingeleverd of tot het moment dat de aanvraag is geëindigd in een negatieve subsidiebeschikking. De subsidieaanvraag moet zijn gedaan voor 1 mei 2016. De ontheffing wordt slechts één maal per kenteken verleend.

Artikel 6 Hardheidsclausule ontheffingen

  • 1

    Het college handelt overeenkomstig deze Beleidsregels tenzij dat voor één of meerdere belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere onvoorziene omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze Beleidsregels te dienen doelen;

  • 2

    Slechts in die gevallen kan op aanvraag per kenteken voor alle onder het verkeersbesluit vallende motorvoertuigen voor de duur van telkens maximaal één jaar, ontheffing worden verleend van de Milieuzone als genoemd in het verkeersbesluit;

  • 3

    Indien het motorvoertuig bedrijfsmatig wordt gebruikt, moet het werk waarvoor het motorvoertuig dient te worden ingezet niet zijn aangenomen na de ingangsdatum van deze Beleidsregels;

  • 4

    Bij de afweging tot het verlenen van deze langdurige ontheffing spelen naast de eerder genoemde omstandigheden als bedoeld in lid 1 en lid 2 ook een rol:

    • a.

      de noodzaak voor de aanvrager om met het betreffende voertuig in de zone te zijn,

    • b.

      de te verwachten frequentie van het binnentreden van de Milieuzone bedraagt 7x of meer binnen één jaar vanaf datum aanvraag,

    • c.

      de voorhanden zijnde alternatieven,

    • d.

      dat het voertuig al was gekocht voor de ingangsdatum van deze Beleidsregels,

    • e.

      de financiële mogelijkheden van de aanvrager.

Artikel 7 Aanvragen ontheffingen digitaal

De aanvraag van een ontheffing wordt digitaal door (namens) de eigenaar of bestuurder van de vrachtauto op het daartoe bestemde aanvraagformulier via het daartoe bestemde digitale portaal (momenteel www.rotterdam.nl) ingediend.

Artikel 8 Voorschriften ontheffing

  • 1.

    Aan de ontheffingen zoals bedoeld in deze Beleidsregels kunnen voorschriften in het belang van de handhaving, de openbare veiligheid, de verkeersveiligheid en/of het milieu worden verbonden.

  • 2.

    Ten tijde van het passeren van bovengenoemd verkeersteken en zolang men zich in de de Milieuzone bevindt, moet een (kopie: hieronder wordt mede verstaan een afbeelding op een smartphone, laptop, tablet of ander mobiel digitaal apparaat of toestel) van een geldige ontheffing kunnen worden overlegd aan de handhaver.

Artikel 9 Intrekking-en of weigeringsgronden ontheffingen

  • 1.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken in de volgende gevallen:

    • a.

      Wanneer de voorwaarden genoemd in de ontheffing en/of de Beleidsregels niet zijn nageleefd;

    • b.

      Wanneer geconstateerd is dat met een ontheffing, die is verkregen op basis van de artikel 2 lid 1 onder d van deze Beleidsregels, door een bijzonder voertuig ander transport is uitgevoerd in/naar de Milieuzone dan in artikel 1 lid 4 sub b van deze Beleidsregels onder exceptioneel transport is omschreven;

    • c.

      Wanneer verwijtbaar onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de aanvrager;

    • d.

      Op verzoek van de ontheffinghouder.

  • 2.

    Een ontheffing kan worden geweigerd in de volgende gevallen:

    • a.

      Wanneer verwijtbaar onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de aanvrager;

    • b.

      Wanneer het maximum van 12 dagontheffingen per kenteken in een kalenderjaar is bereikt;

    • c.

      Wanneer de aanvraag niet binnen het doel en/of de voorwaarden van het verkeersbesluit en deze Beleidsregels past.

Artikel 10 Intrekking Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam september 2013 en overgangsbepalingen

  • 1.

    De Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam september 2013 of zoals nadien gewijzigd, worden per ingangsdatum zoals bedoeld in artikel 11 van deze Beleidsregels ingetrokken.

  • 2.

    Alle ontheffingen die zijn verleend op grond van de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013 blijven van kracht voor de periode waarvoor zij zijn verleend, met uitzondering van de ontheffing die al eerder zijn geldigheid verliest omdat deze moet worden ingetrokken op grond van het bepaalde in artikel 9 van deze Beleidsregels, en komen onder de regels van deze nieuwe Beleidsregels te vallen.

  • 3.

    Op een aanvraag om een ontheffing krachtens de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013, die is gedaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013, wordt, totdat de beslissing daarop onherroepelijk is geworden, beslist overeenkomstig de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013.

  • 4.

    Op een bezwaarschrift of beroep tegen een besluit, krachtens de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013, genomen vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze Beleidsregels, wordt, totdat de beslissing daarop onherroepelijk is geworden, beslist overeenkomstig de Beleidregels ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2013.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016 (Beleidsregels) en wordt op de voor de gemeente Rotterdam gebruikelijke wijze gepubliceerd.

 

Rotterdam, 16 november 2015

Namens het college van Burgemeester en Wethouders

de directeur van het cluster Stadsontwikkeling,

P.W. Verhoeven

Toelichting

De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 28 mei 2015 besloten de Koersnota Luchtkwaliteit, voor een aantrekkelijk en gezond Rotterdam 2015–2018 vast te stellen met daarin als belangrijkste maatregel de uitbreiding van de huidige Milieuzone in de Binnenstad tot het gehele noorden van Rotterdam binnen de Ruit (Bijlage 2 Verkeersbesluit Milieuzone Rotterdam: locaties RVV-borden, zie onderstaande kaart, ook voor de contour van het gebied) en naast vrachtauto’s met Euro IV motoren ook geen bestelauto’s en personenauto’s op diesel met DET ouder dan 1 januari 2001 en voertuigen op benzine met DET 1 juli 1992 tot deze zone toe te laten, omdat dit de meest vervuilende personen- en bestelauto’s zijn.

 

Op grond van het door ons vastgestelde Verkeersbesluit Milieuzone Rotterdam 2016 geldt vanaf 1 januari 2016 in het gebied het gehele noorden van Rotterdam tot de Ruit een Milieuzone. Deze zone wordt gemarkeerd door C6 borden (zonaal) met onderborden. Deze Milieuzone geldt voor vrachtauto’s met euro III motor of lager, maar daarnaast met bord C6 ook voor bestelauto’s en personenauto’s met dieselmotoren met een DET van voor 2001 en benzine/lpg-motoren van voor 1 juli 1992, allen tot een leeftijd van 40 jaar en ouder.

 

In de toelichting op het RVV ’90 is aangegeven dat het verbod via onderborden kan worden beperkt. Wanneer de gemeenteraad de Milieuzone wil aanscherpen danwel minder streng wil laten zijn, dan biedt het RVV ’90 hiervoor de ruimte.

 

Monitoring: De gevolgen van de milieuzone op de verkeersstromen worden in beeld gebracht. Om het wagenpark in Rotterdam in beeld te brengen wordt een wagenparkscan uitgevoerd met een 0-meting in 2015 , een 1-meting en een 2-meting in de volgende jaren.

 

Op grond van artikel 87 juncto 62 van het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, de WVW en het Verkeersbesluit Milieuzone Rotterdam 2016 zijn wij bevoegd ontheffing te verlenen van deze geslotenverklaring, c.q. dit verkeersbord. Ontheffingen voor vrachtauto’s worden door ons verleend in gevallen waarbij vanwege de bijzondere aard of doel van het transport ongehinderde toegang tot de Milieuzone Rotterdam noodzakelijk is (bijvoorbeeld in geval van calamiteiten), in gevallen waarin anders sprake zou zijn van een verhoudingsgewijs onevenredige benadeling van de kentekenhouder of van zijn diensten afhankelijke partijen. Wij volgen daarbij de systematiek zoals gebruikelijk bij Milieuzones In verschillende Nederlandse binnensteden voor vrachtauto’s en maken onderscheid tussen ontheffingen voor bijzondere voertuigen, dagontheffingen voor incidenteel vervoer, langdurige ontheffingen voor bepaalde doelgroepen en een ‘hardheidsclausule’.

 

Voor alle motorvoertuigen die niet aan de borden voldoen zijn dagontheffingen mogelijk (12 x per jaar). Langdurige ontheffingen kunnen worden aangevraagd bijvoorbeeld voor bedrijven vanwege bedrijfseconomische omstandigheden, door eigenaren met een aangepast voertuig om medische redenen - onder bepaalde voorwaarden). Tot slot zijn bijvoorbeeld de Oldtimers (auto’s van 40 jaar en ouder) automatisch ontheven van de milieuzone.

Op 1 mei 2016 eindigt de zogenaamde 'gewenningsperiode'. Deze periode waarin de handhaving vooral zal bestaan uit het vestigen van de aandacht op naleving wordt ingesteld om vanaf het van kracht zijn van het verkeersbesluit, 1 januari 2016 en de plaatsing van de verkeersborden eind december 2015, belanghebbenden in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op de nieuwe situatie.

 

In gevallen die op voorhand bepaalbaar zijn wordt krachtens de artikelen 3, 4 en 5 ontheffing verleend. In artikelen 2 en 6 hebben wij criteria en beperkingen voor het verlenen van ontheffingen in overige gevallen vastgesteld.

 

In artikel 2 is aangegeven wanneer iemand in aanmerking komt voor een dagontheffing.

 

Vrachtauto’s die exceptioneel transport uitvoeren die niet aan de Milieuzoneregels voldoen en slechts incidenteel voor het laden en lossen van goederen in de Milieuzone moeten zijn, zijn op aanmelding ontheven. Dit voorkomt dat een bedrijf moet investeren in een nieuw bijzonder vaak zeer kostbaar voertuig voor incidentele bezoeken aan de Milieuzone.

 

In artikel 3 zijn de ontheffingen geregeld voor bijzondere voertuigen.

 

In artikel 4 zijn de categorieën geregeld waarvoor een langdurige ontheffing kan worden aangevraagd.

 

Medische redenen: Inwoners van Rotterdam met een aantoonbaar om medische redenen aangepast voertuig kunnen op kenteken een langdurige ontheffing krijgen. Aangetoond moet worden dat er voor minimaal €500,- aanpassingen zijn verricht aan het voertuig om medische redenen en dat er beschikt wordt over een Europese gehandicaptenkaart met vermelding B. De ontheffing geldt voor de auto die men in gebruik heeft voor 1 juni 2015. Wanneer de auto wordt vervangen, dan dient de vervangende auto te voldoen aan de dan geldende toelatingseisen. De ontheffing is persoonsgebonden. Deze langdurige ontheffing kan op dezelfde voorwaarden worden verkregen door personen die buiten Rotterdam wonen maar binnen de Milieuzone hun werk- of studieadres hebben.

 

Voor bedrijfstimers bestaat de mogelijkheid van ontheffing als het voertuig tussen de 25 en 40 jaar oud is en als het voertuig aantoonbar zelf door zijn uitstraling en karakter de aard van het bedrijf vormt èn als bedrijf kan worden aangemerkt, te denken valt aan foodtrucks, ijscokarren, trouwauto`s e.d. Ook voor bedrijven die door bedrijfseconomische omstandigheden niet aan de eisen van de Milieuzone kunnen voldoen kunnen op aanvraag een ontheffing krijgen.

Het is niet de bedoeling om bedrijven die in financiële problemen verkeren of door de invoering van deze maatregel in financiële problemen zouden kunnen geraken en al voor 1 januari 2016 grote economische belangen hebben in de Milieuzone met het risico van een faillissement te confronteren door ze direct een verplichte investering op te leggen.

 

Eigenaren van motorvoertuigen die hun wagenpark verschonen door de vervanging van hun huidige vervuilende voertuig door een voertuig dat uitsluitend wordt aangedreven door een motor op aardgas of elektriciteit willen wij stimuleren door voor de levertijd van het nieuwe voertuig de eigenaar de mogelijkheid te geven op aanvraag ontheven te zijn voor de duur van de levertijd tot maximaal 1 jaar.

 

Lid 5 Right to challenge betekent dat eigenaren met een voertuig die schoner zijn dan op basis van de Datum eerste Toelating voor diesel 1 januari 2001 en benzine 1 juli 1992 mag worden verwacht een ontheffing kunnen krijgen. Als het voertuig bij de RDW is geregistreerd met een aanduiding U9, E2 of K6-G dan zijn deze voertuigen ontheven (artikel 5 lid 5). Als eigenaren kunnen aantonen dat zij een schoner voertuig hebben dan op basis van DET mag worden verwacht, dan kunnen zij ontheffing aanvragen. Voor bewijs zullen ze in ieder geval een (type)keuringrapport van een bevoegde typekeuringinstantie in Nederland of uit het buitenland moeten overleggen.

 

In artikel 5 zijn de categorieën geregeld waarvoor een langdurige ontheffing is verleend.

 

Vrachtauto’s voor zover ze niet (ook) op diesel kunnen rijden zijn ontheven van de Milieuzone. In lid 2 is geregeld dat bedrijven niet worden beperkt in de uitvoering van hun taken die door of namens hen worden uitgevoerd in het kader van wettelijke en/of overheidstaken, bijvoorbeeld op het gebied van strooien, douaneactiviteiten en/of hun taken op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid. In lid 3 worden de zogenaamde handelaarskentekens uitgezonderd van de geslotenverklaring voor vrachtauto’s omdat deze kentekens binnen de Milieuzone worden gebruikt voor het maken van bijvoorbeeld proefritten. Deze kentekens zijn bedrijfsgebonden en niet voertuiggebonden. Het kenteken zegt niets over de uitvoering van de motor noch de DET van het betreffende motorvoertuig.

 

Lid 4 Oldtimers: Het doel van de Milieuzone is niet dat klassiekers van historische waarde van de weg verdwijnen. Volgens onderzoek van de Federatie Historische Automobiel- en Motorclubs (FEHAC) leggen klassiekers, die slechts een heel beperkt deel vormen van het totale wagenpark, een zeer beperkt aantal kilometers per jaar af (gemiddeld minder dan 2000 km per jaar, vaak buiten de stad). De bijdrage van deze oldtimers aan het totaal van de voertuigemissies is daarmee verwaarloosbaar. De bedoeling van de gemeenteraad van Rotterdam is om oldtimers toe te laten tot de Milieuzone en evenementen niet onmogelijk te maken. Hierbij wordt als grens de leeftijd van veertig jaar en ouder gehanteerd gerekend vanaf DET, omdat dit aansluit bij de landelijke definitie van oldtimers en de leeftijdsgrens in lijn is met (de vrijstelling van ) de motorrijtuigbelasting. Hierbij gaan we uit van de leeftijd van het voertuig op het moment van het aanvragen van de ontheffing.

Lid 5, zie toelichting lid 5 artikel 4.

Lid 6: Ook de ontheffing die wordt gegeven aan eigenaren van motorvoertuigen die gebruik maken van de zogenaamde Sloopregeling waarmee een vervuilend voertuig uit de Milieuzone verdwijnt willen wij op deze wijze tegemoet komen lopende de procedure bij de gemeente.

 

In artikel 7 is aangegeven dat ontheffingen in beginsel digitaal worden aangevraagd.

 

In artikel 8 wordt vermeldt op basis waarvan en/of welke extra voorwaarden aan een ontheffing op basis van deze Beleidsregels kunnen worden verbonden.

 

In artikel 9 zijn de intrekkings- en weigeringsgronden opgenomen voor aangevraagde ontheffingen. De weigeringsgrond die is gericht op het verminderen van het aantal meest vervuilende voertuigen in het Rotterdamse wagenpark is onderdeel van de bredere aanpak van de luchtkwaliteit die binnen Rotterdam plaatsvindt. Het niet toekennen van ontheffingen voor vervuilende voertuigen draagt bij aan het behalen van de in de nota Luchtkwaliteit geformuleerde doelstellingen.

 

Artikelen 10 tot en met 12 bevatten slot- en overgangsbepalingen.

Omdat in 2016 nieuwe gegevens uit de monitoring van de daadwerkelijke ontheffingsaanvragen (bijvoorbeeld aantallen dag- en langdurige ontheffingen, aantallen bijzonder voertuigen en exceptioneel transport) en het gebruik van de ontheffingen in de praktijk ( bijvoorbeeld aantallen passages per verleende ontheffing) gaan komen en er eind 2017 weer een effectmeting wordt verwacht van de Milieuzone, kan aanpassing van het Ontheffingenbesluit 2016 en verder noodzakelijk blijken te zijn.

 

Opgemerkt wordt dat de kentekens van de in artikel 2 genoemde bijzondere voertuigen door RVO.nl worden verzameld op basis van gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en door ons worden gebruikt bij de uitvoering van dit besluit.

 

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen tegen de besluiten in artikel 3 lid 1 en in artikel 5 van de Beleidsregels binnen zes weken na datum van publicatie in het gemeenteblad een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:

  • naam en adres van de indiener

  • datum bezwaarschrift

  • de gronden van het bezwaar

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

Het college van burgemeester en wethouders,

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM.

Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 2676300.

 

U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen op:

www.rotterdam.nl -> gemeenteloket -> onlineproducten -> formulier 'digitaal bezwaar'.

 

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:

Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM te ROTTERDAM.

Voor een dergelijk verzoek is griffiegeld verschuldigd.

Dit gemeenteblad 2015, nummer 187, is uitgegeven op 18 november 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven