Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 113143 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2015, 113143 | Verordeningen |
Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016
De raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;
gelet op de artikelen 156, tweede lid, onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet, artikel 24 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het bepaalde in of krachtens de Wegenverkeerswet 1994;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gedurende een aaneengesloten periode doen of laten stilstaan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Artikel 3 Overschrijven en aanpassen van de vergunning
1. De vergunning is niet overdraagbaar.
2. Indien de vergunninghouder het motorvoertuig vervangt door een ander motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders op verzoek, schriftelijk of via internet, de vergunning aanpassen.
Onder de naam 'parkeerbelasting' worden de volgende belastingen geheven:
a. belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze;
b. belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 5, onder b, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:
indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huur- of leaseovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder of gebruiker van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder of gebruiker wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
De belasting bedoeld in artikel 5, onder b, wordt niet geheven van degene die op de voet van het derde lid, onder b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 7 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak en de straten waarop deze van toepassing zijn
Met betrekking tot de belasting genoemd in artikel 5, onderdeel b, worden de maatstaf van heffing, het belastingtarief, het belastingtijdvak en de straten waarop deze van toepassing is, vermeld in het door het college, op grond van artikel 156, tweede lid, onderdeel h, van de Gemeentewet vastgestelde en bij deze verordening behorende tarievenoverzicht.
1. De belasting bedoeld in artikel 5, onder a, wordt geheven via een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waartoe ook wordt gerekend een nota of andere schriftuur.
2. De belasting bedoeld in artikel 5, onder b, wordt geheven via voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 9 Tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld
1. De belasting bedoeld in artikel 5, onder a, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
2. De belasting bedoeld in artikel 5, onder b, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. De belasting bedoeld in artikel 5, onder a, wordt overeenkomstig de aangifte betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend, dan wel de binnen de bij schriftelijke kennisgeving gestelde termijn.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan de belasting ten behoeve van een parkeervergunning, waarvan het tarief per kalenderjaar is vastgesteld, door middel van automatische incasso in vier kwartalen worden betaald.
3. De belasting bedoeld in artikel 5, onder b, wordt overeenkomstig de aangifte betaald bij de aanvang van het parkeren.
4. Indien het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via het inbellen op de centrale computer, wordt de belasting in afwijking van het bepaalde in het derde lid overeenkomstig de aangifte betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren.
5. Indien het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt met een bezoekerspas of parkeerpas mantelzorg wordt de belasting in afwijking van het bepaalde in het eerste lid overeenkomstig de aangifte(n) betaald door middel van automatische incasso per kwartaal.
Artikel 11 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaats
1. De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belastingen, bedoeld in artikel 5 mag worden geparkeerd, geschiedt door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt ook voor de vergunning voor het parkeren op parkeerplaatsen voor belanghebbenden.
Artikel 14 Intrekking oude regeling
De Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015 wordt ingetrokken.
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016
Hoofdstuk 1 Parkeren door vergunninghouders
Bij het parkeren van een motorvoertuig op grond van een daartoe verleende vergunning, hetzij op een parkeerplaats voor belanghebbenden, hetzij op een parkeerplaats bij parkeerapparatuur, geldt voor de belasting bedoeld in artikel 5, onder a, van deze verordening, het volgende tarief:
voor het parkeren op een parkeerplaats bij parkeerapparatuur: |
|||
voor het parkeren op een parkeerplaats voor belanghebbenden: |
|||
Indien de vergunning in de loop van een jaar wordt verleend of beëindigd is het tarief naar evenredigheid verschuldigd, gerekend van de eerste dag van de maand volgend op de datum van verlening, dan wel tot de eerste dag van de maand na beëindiging.
De kosten van de naheffingsaanslag, zoals bedoeld in artikel 12 van de verordening bedragen € 60,00, te verhogen met één uur gederfde belastinginkomsten volgens het één na laagste tarief, zijnde € 1,67.
De maatstaf van heffing, het belastingtarief, het belastingtijdvak en de opsomming van straten waarop deze van toepassing zijn voor de belasting genoemd in artikel 5, onder b van deze verordening, worden vermeld in het door het college van burgemeester en wethouders op de voet van artikel 156, tweede lid, onder g, Gemeentewet vastgestelde, en bij deze verordening behorende tarievenoverzicht.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 172, is uitgegeven op 18 november 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-113143.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.