Gemeente Utrecht: Beleidsregel Werknemerscheque

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht,

Overwegende dat,

het in het kader van het aanbod van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling wenselijk is om kansrijke werkzoekenden een extra steun in de rug te bieden om aan het werk te komen, die samenhangen met zijn of haar re-integratie.

Gelet op,

  • -

    artikel 10 van de Participatiewet

  • -

    artikel 2, 8 en 9 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet: Werken aan werk.

Stelt vast de volgende

Beleidsregel Werknemerscheque

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities
  • 1.

    Werknemerscheque: een eenmalige subsidie (als tegemoetkoming in de aantoonbare extra kosten) die er aan bijdragen dat een werkzoekende sneller de stap kan maken naar:

    • a.

      Een betaalde baan verkrijgen.

    • b.

      Een proefplaatsingsaanstelling verkrijgen, zoals bedoeld in artikel 9 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet: Werken aan werk.

    • c.

      Een stage- of leerwerkplek, of werk met behoud van uitkering verkrijgen.

  • 2.

    De extra kosten dienen direct en specifiek gerelateerd te zijn aan het krijgen of houden van een werkplek (zoals beschreven in artikel 1 lid 1).

    d.De aanvrager dient de extra kosten te specificeren. De inzet van de werknemerscheque kan enkel volstaan voor voorzieningen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet: Werken aan werk.

  • 3.

    Doelgroep: de personen bedoeld in artikel 10 van de Participatiewet.

Artikel 2.Doel

Het doel van de werknemerscheque is het bieden van een steuntje in de rug voor werkzoekenden met een werkkans binnen handbereik.

Hoofdstuk 2 De aanspraak op een werknemerscheque

Artikel 3.De aanspraak op een werknemerscheque

  • 1.

    Er ontstaat recht op een werknemerscheque als een werkzoekende logischerwijs kan aantonen dat de werknemerscheque het steuntje in de rug biedt om aan het werk te komen.

  • 2.

    De aanspraak volstaat altijd in overleg met de afdeling Werk en Inkomen.

  • 3.

    De aanspraak op een werknemerscheque ontstaat vanaf het moment dat een werkplek (zoals beschreven in artikel 1 lid 1) binnen handbereik is.

  • 4.

    Er is geen aanspraak op een werknemerscheque als voor het dienstverband of de proefplaatsing reeds uit hoofde van een andere regeling aanspraak op subsidie bestaat. Specifiek is er geen aanspraak op de werknemerscheque indien de extra kosten onder de verantwoordelijkheid van de werkgever vallen.

Artikel 4.Verplichtingen en voorwaarden

1.Het college kan controleren of alle inlichtingen juist zijn verstrekt. Daarbij zal het college overgaan tot gehele of gedeeltelijke intrekking indien onjuiste inlichtingen zijn verleend of indien wijzigingen in het dienstverband zijn verzwegen.

Hoofdstuk 3 Het aanvragen van de werknemerscheque

Artikel 5.De aanvraag

De aanvraag voor een werknemerscheque dient altijd in overleg tussen de werkzoekende en de afdeling Werk en Inkomen plaats te vinden. Hierbij geeft de werkzoekende de noodzaak aan tot het verlenen van de werknemerscheque. Na de beoordeling van de noodzaak door de professional van de afdeling Werk en Inkomen volgt een aanvraag waarbij de onderbouwing van wat de behoefte is en waarom deze behoefte er is, leidend is.

Artikel 6.Indiening van de aanvraag

De werkzoekende dient de aanvraag van een werknemerscheque uiterlijk 1 maand na aanvang van de dag waarop de werkzaamheden zijn aangevangen. De aanvraag kan enkel ingediend worden na overleg met de betrokken professional van de afdeling Werk en Inkomen.

Hoofdstuk 4. De verlening en vaststelling van de werknemerscheque

Artikel 7.Hoogte van de subsidie

De hoogte van het bedrag van de werknemerscheque is gelijk aan de daadwerkelijk gemaakte kosten, met een maximum van €300,-.

Artikel 8.Verlening en vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Het college stelt het bedrag van de werknemerscheque vast bij de verlening.

  • 2.

    De werkzoekende is verplicht om, uit eigen beweging of op verzoek van het college, de voor de verleningen noodzakelijke inlichtingen te verstrekken van de kosten waarvoor de werknemerscheque is aangevraagd.

  • 3.

    Het college weigert de werknemerscheque als bij de aanvraag onvoldoende aangetoond kan worden dat er een noodzaak is tot het verlenen van een werknemerscheque, of als vastgesteld is dat er geen noodzaak is.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 9.Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dag van publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2015.

Artikel 10.Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Werknemerscheque.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 24 november 2015.

De secretaris, De burgemeester,

Naar boven